Crisis en toekomstverwachting
Ik ben net veertig geworden. Ik realiseer me dat het volk Israël zo lang rondgezworven heeft in de woestijn. Hitte, dorst en lange reisdagen heeft het moeten doorstaan. Natuurlijk waren er ook mooie momenten, maar het was niet waar ze hoorden. Ze waren immers onderweg naar het beloofde land. Voelden ze zich als een vis op het droge? Of zoals in Psalm 102 vers 7 ‘als een uil in de woestijn’. Velen wisten daarnaast dat ze zelf het beloofde land niet zouden zien en alleen hun kinderen daar gebracht zouden worden. Kan ik die veertig jaren vergelijken met mijn veertig jaar? Ik ben zeker ook onderweg, ik maak ook een reis door het leven. Ik leer en groei, ervaar, geloof en voel.
Maar hier in Nederland met mijn man en drie dochters heb ik een goed leven. Ik voel me wél als een eenzame vogel op het dak als ik bedenk hoeveel mensen God niet kennen. Wanneer ik aan de toekomst denk, gaat mijn hart steeds vaker uit naar die grote groep mensen. Hoe zal het met hen komen? Wat is mijn rol daarin? Kunnen zij net als ik ook gaan verlangen naar een relatie met God? In Psalm 102 staat dat geslachten zullen komen en gaan, maar wat zeker is, is dat de Heer voor eeuwig troont. Dan zijn wij en onze tijd maar nietig. De Psalm gaat verder met :’Alle volken zullen de naam van de HEER vrezen’. Wanneer Hij in majesteit verschijnt zal hij zich ‘neigen tot het gebed van de ontheemden en zal Hij zich niet van hen afkeren’.
Sneek
Janny Lijzenga