Dit artikel is de derde en laatste in een drieluik over de inhoud van de Bijbel, de inhoud van het christelijk geloof, de relatie tussen die twee en de verhouding tussen God en ons mensen. In dit derde artikel ga ik in op de vraag die aan het einde van het tweede artikel werd gesteld. Namelijk hoe het komt dat christenen zo verschillend denken over de verhouding tussen ellende, verlossing en dankbaarheid. En waarom christenen op zoek zijn naar een begrijpbaar antwoord van het vraagstuk rond zonde, rechtvaardiging en heiliging.
Het antwoord op bovenstaande vragen wordt vaak gezocht in de theologische wetenschap. Begrijpelijk want die houdt zich bezig met het lezen van de Bijbel. Professoren van theologische universiteiten kunnen ons uitleggen dat er verschillende manieren van Bijbellezen en Bijbeluitleg zijn en dat je daardoor ook tot verschillende inzichten kunt komen. Hermeneutiek noemen we dat met een moeilijk woord. In dit artikel laat ik die wetenschap even voor wat het is. Ik wil de vragen eens vanuit een ander perspectief bekijken. Namelijk vanuit het perspectief van Gods grootheid en het feit dat het verstand van ons mensen beperkt is.
God is groot
Dat God groot en machtig is zullen vele christenen beamen. Maar misschien wel onbewust betrekken veel mensen de grootheid van God op het werk van God als Schepper. God schiep in zes dagen hemel en aarde. Dat hele scheppingswerk is zo groots, zo alles-omvattend en zo goed in elkaar passend, dat je wel tot de conclusie moet komen dat God Alle-machtig groot is. Gods grootheid wordt dus vaak gekoppeld aan de schepping.
Dat God groot is, geldt ook voor zijn grote heerlijkheid. Enkele mensen in de Bijbel hebben God – om zo te zeggen – van dichtbij mogen meemaken. Eén van hen is Mozes die op de berg God heeft ontmoet. Maar als hij weer beneden bij de Israëlieten komt, dan schijnt zijn gezicht nog zo fel, dat de Israëlieten niet rechtstreeks naar hem kunnen kijken. De heerlijkheid van God, afgestraald op het gezicht van Mozes is nog te groot om naar te kunnen kijken. Ook Paulus heeft een dergelijke ervaring als hij op weg is naar Damascus en Jezus aan hem verschijnt. Het licht is zo fel dat Paulus verschrikt op de grond neer valt. En je vraagt je af hoe groot en intens de heerlijkheid van God zelf is?
De grootheid van God past ook bij de liefde van God – de Vader. Hij heeft zijn mensen zo lief dat Hij zelfs zijn eigen en enige Zoon de dood in heeft gestuurd om ons mensen te redden. Gods liefde in Jezus Christus is dus ook onvoorstelbaar groot.
En misschien is dat wel het juiste woord ‘onvoorstelbaar groot’. Zo is God!
Beperkt verstand
In het tweede artikel citeerde ik uit zowel Psalm 8 als Psalm 103. In Psalm 8 staat dat God de mens bijna god heeft gemaakt. En in Psalm 103 staat er over de mens dat hij is als gras en als een bloem die snel verdorren en even later weet je al niet meer waar het groeide.
Je zou van Psalm 8 kunnen zeggen dat die beschrijving slaat op hoe God de mens bij de schepping heeft bedoeld. Een mens naar zijn beeld. En van Psalm 103 kun je zeggen dat daar de mens wordt beschreven zoals hij na de zondeval is, sterfelijk. Oorspronkelijke bedoeling versus de werkelijkheid. Die twee kom je in de Bijbel vaker tegen…
Wetenschappers kunnen knappe en ingewikkelde dingen bedenken. Maar toch is het verstand van ons mensen beperkt. Wij kunnen slechts een beperkt aantal dimensies begrijpen. Lengte, breedte, hoogte, dat zijn er drie. Tijd kun je typeren als de vierde dimensie. Maar dan houdt het voor een mens toch al snel op. Stel nu, dat God misschien wel in 10 dimensies denkt en handelt. Daar kunnen wij mensen ons helemaal geen voorstelling van maken. Maar God is oneindig groot, dus waarom niet? Ik noem dit voorbeeld van dimensies om aan te tonen dat ons mensenverstand beperkt is en dat wij God niet zomaar begrijpen of na kunnen rekenen.
Bijbel en werkelijkheid
De Bijbel is het Woord van God. Dat geloven en belijden we. Het is een verzameling boeken door mensen geschreven en tegelijk geïnspireerd door de Heilige Geest. We hebben gezien dat God onvoorstelbaar groot is. Die God neemt – om zo te zeggen - in de Bijbel de moeite om in begrijpelijke taal zichzelf aan ons mensen bekend te maken. Mensen met een beperkt verstand, zeker sinds de zondeval. Geen wonder dat wij het zo nu en dan moeilijk vinden om alles uit de Bijbel te begrijpen. Geen wonder dat theologische wetenschappers nog steeds werk hebben om de Bijbel te bestuderen en dominees nog steeds de Bijbel uitleggen!
Dat enorme verschil tussen God en mensen heeft ook gevolgen voor hoe wij de geestelijke werkelijkheid zien en ervaren. Daarover belijden we een aantal zaken. Om er een paar te noemen. Ten eerste, sinds de zondeval worden we als zondige mensen geboren. Ten tweede, Jezus heeft aan het kruis voor onze zonden betaald en Hij heeft de dood overwonnen. Maar zijn we nu verloste mensen of zondige mensen? Of allebei…? Of zijn we verloste mensen die nog zonden doen? Ten derde, we zijn door Jezus en zijn Geest geheiligd en tot volmaaktheid gebracht. Maar hoe past dat bij die andere belijdenisuitspraken?
Heb ik het verkeerd, als ik waarneem dat veel christenen deze vragen toch met een éénduidig antwoord willen beantwoorden? Dat kan leiden tot een lineaire geloofsmodel van ellende, verlossing, dankbaarheid. Zie het eerste artikel van dit drieluik. Maar het kan net zo goed leiden tot de stelling dat christenen door Jezus en zijn Geest zijn wedergeboren en geen zonden meer doen. Zie het tweede artikel. Wat beiden gemeen hebben is – mag ik het zo formuleren – de drang naar duidelijkheid en éénduidigheid. Het is het één of het is het ander. Nietwaar?
Hoofd en hart
Maar de vraag die ik via deze omweg bij u neerleg is: kan het zo zijn dat vanwege de grootheid van God, zijn heerlijkheid en oneindige liefde, Gods werkelijkheid ten aanzien van zonde en verlossing, groter is dan wij kunnen begrijpen en verklaren?
Ik denk dat het antwoord op deze vraag positief is. Ik leer ervan om de grote zaken van zonde, vergeving, verlossing, heiliging en wedergeboorte maar naast elkaar te laten staan. Ze zijn allemaal waar, dat geloof ik vast. Maar ik krijg het in mijn hoofd (nog steeds) niet tot één logisch geheel. Geloven, het is ook een zaak van het hart!
Ik sluit dit drieluik af met een tekst uit 2 Korintiërs 3. Vers 18, Wij allen die met onbedekt gezicht de luister van de Heer aanschouwen, zullen meer en meer door de Geest van de Heer naar de luister van dat beeld worden veranderd.
Een diepe tekst, ik denk er nog eens over na. U ook?
Wiggele Oosterhoff
Dronten