Op de dag van verschijning van dit nummer van het Kerkblad krijgt de gemeente Heerde een predikant in de persoon van kand. P.W.J. van der Toorn. In de bevestigingsdienst zal zijn broer, ds. A.J. van der Toorn uit Haarlem, voorgaan, terwijl ds. G. van de Groep, emerituspredikant van Heerde, de bevestiging zal leiden. De redactie feliciteert de predikant en de gemeente met dit bijzondere en blijde gebeuren. Hierbij een kennismaking met nieuwe herder en leraar.
1. Zou u in het kort iets kunnen vertellen over uw levensloop en uw gezin?
Als geboren Zeeuw ben ik na het VWO naar Apeldoorn verhuisd omdat ik theologie ging studeren. In die tijd had ik al verkering met Marjolein (ook een Zeeuwse). Zij heeft na haar PABO opleiding een aantal jaren les gegeven in het reformatorisch basisonderwijs. Inmiddels is ze gestopt met werken om alle tijd te hebben voor ons gezin.
Ik heb veel gewerkt naast het studeren, eerst op de markt (groente en fruit) en later als werver van donateurs voor goede doelen. Toen de colleges aan de Universiteit voorbij waren ben ik werkzaam geworden in het middelbaar onderwijs; ruim vier jaar lang heb ik Latijn en Grieks gegeven en daarnaast ook godsdienst en Nederlands. Ik vind het heerlijk om te onderwijzen. Daarom heb ik ook met plezier naast deze werkzaamheden een aantal jaren catechisaties gegeven in diverse gemeenten.
Ik ben afgestudeerd op het terrein van het Oude Testament en het terrein van Judaica (de leer van het rabbijnse Jodendom). De afstudeerscriptie ging over Gods verbond met Abram in Genesis 15.
In 2005 zijn we getrouwd. De Heere heeft ons drie kinderen gegeven. In 2007 werd Myrthe geboren en in 2010 de twee-eiige tweeling Amélie en Anna Sophie. We genieten van onze kinderen, elke dag weer. Ondanks problemen met de gezondheid van de jongste (ze werd geboren met een nierafwijking waardoor ze na vier maanden al geopereerd moest worden) zijn het tot nu toe heerlijke jaren geweest met onze meiden!
2. Hoe bent u ertoe gekomen om predikant te worden in de Chr. Geref. Kerken?
Ik ben in eerste instantie niet in Apeldoorn gaan studeren om predikant te worden. Ik wist me daar nog niet toe geroepen. Wel heb ik gezocht naar wat de Heere wilde met mijn leven. Tijdens de studie theologie heb ik een duidelijk besef gekregen van roeping om predikant te worden binnen onze kerken. Dat heeft de Heere bevestigd toen ik werd toegelaten bij het admissie-examen.
Wat Luther op het laatste briefje schreef, dat we van hem hebben, is me dierbaar: ‘Wij zijn bedelaars. Dat is waar!’. Wij hebben niets, maar Hij heeft alles. Dat wil en mag ik verkondigen.
3. U hebt meerdere beroepen gehad. Waarom is de keuze op Heerde gevallen?
Omdat de Heere mijn hart voor deze gemeente heeft geopend en niet voor de andere. Zo zou ik het willen omschrijven. Het is niet zozeer mijn keuze als wel het ontdekken van Gods leiding. Toen de beroepen kwamen, zijn we daar intensief biddend mee bezig geweest. We hebben telkens weer gevraagd aan God wat Zijn weg was. We baden of Hij onze gedachten en verlangens wilde leiden. Het was een worsteling, maar wel in het vertrouwen dat God zou leiden en duidelijkheid zou geven, al wist ik eerst niet hoe. Naarmate de tijd vorderde werd het inderdaad steeds duidelijker. Ook vanuit de Schriften werd ik bevestigd in de roeping naar Heerde. Zo is het verlangen gegroeid om de Heere in deze gemeente te mogen dienen.
4. De taak van een predikant is veelzijdig. Bijvoorbeeld preken, catechese, pastoraat. Welk onderdeel in het ambtelijk werk spreek u het meest aan en waarom?
Zoals ik eerder al aangaf houd ik van lesgeven. In lesgeven zit een stuk kennisoverdracht, maar ook een stuk leiding geven. Dat aspect komt terug in zowel de prediking als het catechiseren. Dat ‘spreekt mij aan’, ja. Maar voor mij betekent dat niet dat het pastoraat mij niet aan zou spreken, integendeel. Het persoonlijk bemoedigen, vertroosten en vermanen hoort wezenlijk bij de taak van een predikant. In die zin vat ik de taak van predikant onder de bekende tweeslag ‘herder en leraar’. Toch is preken het allerbelangrijkste. De gemeente is zonder Gods Woord niets en nergens. Mijn roeping is in de eerste plaats die van de verkondiging van het Evangelie van Jezus Christus. Daar ligt ook mijn diepste verlangen.
5. De Chr. Geref. Kerken zijn nogal gevarieerd. Hoe kijkt u hier tegen aan en hoe gaat u om met de verschillen? Wat is uw visie op de toekomst van onze kerken?
Ik merk die verschillen inderdaad op. Het is een gegeven dat er verscheidenheid is. Mijn uitgangspunt is dat ik trouw wil blijven aan het hele Woord van God en dat ik met de verkondiging van het Evangelie van de Heere Jezus Christus alle kerken uit ons kerkverband wil dienen.
Ik zie zelf het belang van de classis. Want als er binnen een classis verschillend getoonzette gemeenten zijn, is er op een classisvergadering de ruimte en noodzaak om elkaar te bevragen op en te bemoedigen aangaande leer en (kerkelijk) leven. Daar houden we elkaar scherp. Daar wordt met elkaar in plaats van over elkaar gepraat. Dat gesprek wil ook ik nadrukkelijk zoeken. Ik wil luisteren naar de ander en alles – ook mijn eigen inzichten – toetsen aan het Woord van God en de belijdenis. Uiteindelijk is er alleen toekomst voor onze kerken wanneer Gods Woord eerlijk en evenwichtig wordt verkondigd en beluisterd. Wij kunnen elkaar alleen blijven vasthouden wanneer we belijden dat wij verloren zondaren zijn die alleen kunnen en mogen leven van Gods genade in de Heere Jezus.
6. Hebt u naast uw predikantswerk nog andere dingen waar u zich mee bezighoudt, bijvoorbeeld hobby’s, sport, lezen of iets anders?
Ik ben een hartstochtelijk liefhebber van klassieke muziek. Ik heb jarenlang als tenor in koren gezongen, van oratoriumverenigingen tot kamerkoren. De tonen van de muziek reiken vaak dieper in mijn ziel dan vele woorden doen. Ik houd ervan om naar Bach te luisteren, om een cantate uit volle borst mee te zingen. Dat is niet alleen een feest om de muziek, maar juist ook om de teksten die zo Bijbels en diep bevindelijk zijn.
Naast de liefde voor de klassieke muziek lees ik erg graag. Daar heb ik echter wel rust voor nodig en die ontbreekt me vaker dan ik wil. De laatste jaren moest ik me daarom grotendeels beperken tot tentamenstof voor de Universiteit. Ik hoop me in de pastorie op enkele auteurs en/of thema’s te kunnen storten om me te blijven verdiepen op theologisch gebied. Daarnaast verlang ik naar een ‘eenvoudig boek met rust daarbij’ (n.a.v. Spr. 17:1).
Ten slotte mag ik graag sporten om fit te blijven en om te ontspannen.
7. Kent u het Kerkblad voor het Noorden? Mogen we verwachten dat u daar ook uw bijdrage aan levert wanneer er een beroep op u wordt gedaan?
Het antwoord is tweemaal ‘ja’.
We danken ds. van der Toorn voor zijn medewerking aan dit interview en wensen hem en zijn gezin een goede tijd onder Gods zegen toe in hun nieuwe gemeente.
Heerde
G. van de Groep