Als gezant van God in het publieke domein moet de overheid gerechtigheid oefenen en zich inzetten voor zwakken en kwetsbaren. Het kwaad dat mensen elkaar aandoen moet zij inperken zodat burgers in vrede kunnen samenleven. Daarnaast schept zij die voorwaarden voor een samenleving die nodig zijn om zich te ontwikkelen.

Aan het overheidsgezag is overheidsmacht verbonden. Paulus spreekt over een zwaard waarmee de overheid kan dreigen, dwingen, straffen en beschermen (vgl. Rom. 13, 4). Maar dat zwaard mag alleen worden gebruikt voor het doel waarvoor het is aangewezen, namelijk de uiterlijke vrede in de samenleving. De overheid mag daarmee niemand dwingen haar eigen denkbeelden, visies en overtuigingen over te nemen. Met haar macht kan ze mensen soms wel afhouden van het kwaad, maar ze kan hen niet brengen tot het doen van het goede.

 

Geen vermenging

Ook de kerk is in deze wereld gezonden met een eigen taak. Deze ligt op het terrein van de verkondiging van het evangelie. De kerk mag deze taak niet vermengen met die van de overheid noch gaan voorschrijven welke wetten en regels deze zou moeten volgen. Ze zou zich daarmee gaan inzetten voor de uiterlijke vrede, terwijl haar taak met name ligt op het gebied van de innerlijke vrede. Dat laat overigens onverlet dat ze de overheid wel mag wijzen op haar verantwoordelijkheid.

Omgekeerd mag de overheid haar macht niet gebruiken op het gebied van het verkondigen van het evangelie. Zij zou daarmee wereldse macht inzetten voor een zaak die God alleen door zijn Woord en Geest bewerkstelligt. Uiteindelijk leidt wereldse macht op geestelijk terrein tot geestelijke onderdrukking.

Toch kan de overheid veel voor de kerk betekenen. Een overheid die dienares van God wil zijn, verlangt ernaar dat diens koninkrijk wordt gebouwd. Daarom zal zij de kerk beschermen en bewaren en haar alle ruimte geven voor de uitoefening van haar bevoegdheid in de verkondiging van het evangelie.

Helaas is de kerk van Christus verdeeld. Er zijn bovendien bewegingen die een ander evangelie brengen dan het evangelie dat door de apostelen is verkondigd. Het is lastig voor de overheid daarin een keuze te maken. Om die reden zou ze kunnen afzien van het maken van een keuze. Toch is er meer aan de hand. De overheid mag gezien zijn eigen taak geen keuze maken. Wanneer zij de ene kerk zou bevoordelen boven de andere, zou zij een aards machtsmiddel inzetten voor een geestelijke zaak. Dat strijdt met het karakter van Gods koninkrijk. Dat koninkrijk breidt zich niet uit door aardse macht, maar door Woord en Geest. Daarbij moeten we eveneens bedenken dat het Nieuwe Testament niets over een dergelijke keuzebevoegdheid van de overheid zegt. Bovendien leert de geschiedenis ons dat een keuze van de overheid in deze zaken weinig goeds brengt. Daarom zal de overheid ruimte geven aan de beleving van het geloof in alle kerken en verder aan groepen, bewegingen en organisaties die zich verwant voelen met het bijbelse getuigenis.

Godsdienstvrijheid

Dr. J. P. de Vries heeft er onlangs op gewezen dat de synode van de Christelijke Gereformeerde Kerk in Nederland van 1872 gepleit heeft voor afschaffing van de betaling van het traktement van de predikant door de overheid. Zij wilde dat daarmee het beginsel van scheiding van kerk en staat tot zijn recht zou komen. Kerken moeten gelijk behandeld worden. De ene kerk mag niet boven de andere worden bevoordeeld. Daarmee gaf de synode ook een zekere ruimte aan 'valse godsdienst' in het publieke domein.

Dit is een lijn die we voor ogen moeten houden. De overheid zal het innerlijk van mensen niet mogen dwingen. Vrijheid van godsdienst is eigen aan het mens-zijn. Overheidsgezag mag die vrijheid niet aantasten. De overheid zal mensen juist ruimte moeten geven voor de beleving van religie in gebouwen en scholen. In dat opzicht moet zij ruim denken. Wat mensen belijden, moeten ze kunnen uiten, onafhankelijk van de vraag of ze christen, jood, islamiet of boeddhist zijn.

Een overheid die zich wil laten leiden door de geboden van God, betreurt echter dat in vele gebedshuizen de ware God niet wordt gediend. Toch zal zij daarover geen uitspraken doen. Een dergelijke uitspraak heeft altijd gevolgen voor wet- en regelgeving. Aan die wet- en regelgeving zijn machtsmiddelen verbonden. Wanneer de overheid een voorkeur zou uitspreken, gaat zij met de wereldlijke middelen van wet- en regelgeving het terrein van het geestelijke leven op. Zij treedt daarmee buiten haar bevoegdheid en gaat heersen over de religie.

Zwaard of ruiter

Op zichzelf lijkt het voor een godsdienst aantrekkelijk wanneer zij overheidsmacht zou kunnen inzetten om bepaalde geboden te handhaven en andere religies te bestrijden. Maar als ze dat daadwerkelijk zou doen, komt zij daarmee bedrogen uit. Wanneer de christelijke religie overheidsmacht wil gebruiken, gaat zij in tegen de stijl van het koninkrijk van God.

Toch lezen we in onze Nederlandse geloofsbelijdenis dat de overheid een zekere macht bezit in geestelijke zaken. In artikel 36 staan woorden die een diepe lading hebben. De officiële uitgave van belijdenis waaraan onze kerken goedkeuring hebben gegeven, vermeldt dat de overheid alle afgoderij en valse godsdienst moet weren en uitroeien en het rijk van de antichrist vernietigen. Gezien het ambt van goddelijke gezant heeft de overheid deze taak. Zij moet de eer van haar Zender verdedigen, maar, zo zeggen we nu, niet met gebruik van wereldlijke macht. De overwinning wordt niet behaald door het menselijke zwaard maar door het zwaard van de ruiter op het witte paard.

Misbruik

Op dit punt moet de overheid de eigen taak van de kerk eerbiedigen. Ze mag daarin niet treden met haar eigen machtsmiddelen. Dat geldt ook voor het recht van de kerk. De kerk heeft een eigen rechtsgang en orde. Daarin mag de overheid pas treden wanneer misdragingen plaatsvinden die voor de wet strafbaar zijn. Een voorbeeld daarvan is het ernstige misbruik van kinderen dat gedurende vele jaren in de Rooms-Katholieke Kerk heeft plaatsgevonden. Volgens de commissie Deetman zijn in de periode van 1945 tot 2010 tien- tot twintigduizend minderjarigen slachtoffer geworden van seksueel geweld. Een veroordeling van een dergelijke misdrijf kan niet beperkt blijven tot een veroordeling door de kerk zelf. Ook de wereldlijke rechter moet daarover een uitspraak doen.

Misbruik van de machtspositie en seksueel geweld mag niet worden toegedekt met een beroep op de eigen autoriteit van kerk, gezin, school of vereniging. Dergelijke afschuwelijke zaken vallen onder het strafrecht zoals dat in onze samenleving is vastgesteld. Wie zich in de kerk schuldig maakt aan strafbare feiten, moet zich voor de rechter verantwoorden.

Anders kunnen de zaken liggen wanneer de overheid ingrijpt in een kerkverband omdat daarin sprake zou zijn van schending van algemeen aanvaarde waarden terwijl de kerk zelf niet van een schending spreekt. Steeds meer gaan waarden in de samenleving wringen met waarden die de kerk hooghoudt. De kerk zal bij haar handelen en spreken moeten bedenken wat haar handelen en spreken betekent voor de verkondiging van het evangelie in de samenleving. Wat geeft de overheid en de samenleving ergernis? Is dat het evangelie van de kruisiging van Christus of is dat de manier waarop de kerk zelf vanuit haar traditie invulling geeft aan de beleving van het geloof? Als dat laatste het geval is, zullen we die invulling moeten onderwerpen aan de toets van het evangelie. Wanneer de ergernis de kern van het evangelie raakt, zullen we God meer moeten gehoorzamen dan de overheid.

 

Feanwâlden                                                                                                             
D. J. Steensma

 


Commentaar

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...