Ik zal u tot jaloersheid verwekken door wat geen volk is - Romeinen 10:19 (HSV)

Christenen zeggen en schrijven dikwijls: wij moeten de Joden jaloers maken. Ze voegen er vaak aan toe: maar we doen dat niet. Om vervolgens over te gaan tot de kerkelijke orde van de dag. Ik deed meer dan eens ook mee in dat koor. Maar ik voelde me er vaak ongemakkelijk bij. Want als dat onze opdracht is, waarom doen we er dan zo weinig mee? En vooral: op wat voor manier zouden we aan die op-dracht kunnen gehoorzamen?

Door het proefschrift van M. Mulder Israël in Romeinen 10 ging ik deze tekst aan-dachtig in de context lezen. Ik ontdekte dat er niet staat wat altijd wordt gezegd. Niet wij moeten de Joden jaloers maken. Maar God zal dat doen door de niet-Joden die tot geloof zijn gekomen. Dat schrijft Paulus met woorden uit Deuteronomium 32:21. Van die tekst gebruikt hij de tweede helft.

Voor een goed begrip is de eerste helft van dit vers ook belangrijk. Daarin staat dat Israël de HERE jaloers heeft gemaakt, omdat Gods volk de afgoden is gaan dienen. Het heeft de HERE ook toornig gemaakt.

Wat Israël met God deed, doet Hij met zijn volk. Hij zal hun jaloezie en toorn opwekken door andere volken. Die zullen als vijanden van Israël optreden. Ze  zijn een instrument van God waardoor Hij zijn volk Israël straft. Dat gebeurt omdat God wil dat Israël breekt met de afgoden en terugkeert tot Hem. Sterker nog, God bereikt hiermee dat dit uiteindelijk gebeurt.

De achtergrond van Paulus’ gebruik van Deuteronomium 32:21b ligt in een vergelijkbare verkeerde keus; deze keer de keus van de meerderheid van het Joodse volk om Jezus niet te aanvaarden. Dat betekent oordeel over Israël. Maar dat niet alleen. Het opent voor Israël ook perspectief op Gods heil in Christus. Dat blijkt uit Romeinen 11:11-15.

Daar schrijft Paulus dat het heil tot de heidenen is gekomen om de Joden jaloers te maken. Dat betekent rijkdom voor de heidenen. Maar daar blijft het niet bij. De rijkdom voor de heidenen zal God gebruiken om Joden ertoe te brengen Christus aan te nemen. Dat is niet minder dan leven uit de dood. De rijkdom zal het hoogtepunt bereiken door de volheid van de Joden. Die volheid zal worden bereikt, want ze hoort bij het plan van God.

In dat verband laat Paulus in Romeinen11:14 weten dat hij, de apostel van de heidenen, ook zijn volksgenoten graag jaloers wil maken. Om enigen van hen te behouden (NBG). Om een deel van hen te redden (NBV).

Als apostel heeft hij een belangrijk aandeel in de uitwerking van het plan van God. Een belangrijk onderdeel van dat plan is dat God niet-Joden tot zijn volk aanneemt en dat gebruikt om zijn volk jaloers te maken. Daarbij schakelt Hij Paulus in.

Samengevat is het niet de kerk die Israël jaloers moet maken. Het is God die dat doet. Hij doet dat om hun te laten zien dat hun verwerping van Christus betekent dat zij buiten spel zijn komen te staan. Dat zij daardoor afgebroken takken van de olijf-boom zijn, om met Paulus te spreken (Rom. 11:17-24).

Maar bovendien gebruikt God zijn weg met niet-Joden ook om Joden terug te bren-gen tot Hem, om hen tot Christus te brengen. God zorgt ervoor dat een volheid zowel van Joden als van niet-Joden in zijn heil zal delen. Paulus zegt niet dat dit alleen kan gebeuren als Christus’ gemeente genoeg reden tot jaloersheid geeft. Dat die gemeente het daarom als haar opdracht moet zien de Joden jaloers te maken.

Toch is daarmee het laatste woord niet gezegd. Want Paulus weet zich als apostel wel geroepen om zijn volksgenoten jaloers te maken. Dat is zijn missionaire opdracht. Ook de gemeente van Christus dient in de eerste plaats missionair te zijn tegenover de eigen volksgenoten

De gemeente is een leesbare brief van Christus. Dat zegt Paulus van de gemeente van Korinte. Een gemeente waarop veel aan te merken is. Een gemeente die volgens onze maatstaven niet bezig is anderen jaloers te maken op het geloof in God. En toch gelooft de gemeente in Korinte in Christus, zij het met alle lek en gebrek. Op dat laatste spreekt Paulus hen aan. Hij spoort hen aan steeds meer te leven van genade. Daar gaat een getuigenis van uit.

Maar bovenal is het God die mensen jaloers maakt door wat Hij in Christus aan zondaren schenkt. Dat geeft aan alle gelovigen een grote verantwoordelijkheid. Zo gezien hebben we een roeping om Joden en andere mensen jaloers te maken. Dat kan alleen in grote bescheidenheid. Want wie zijn wij? We mogen het vol vertrouwen doen, want God maakt jaloers en brengt tot geloof, eerst Joden maar ook niet-Joden.

 

Amersfoort
D. Visser

 

 


Commentaar

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...