Een vijfentwintigjarige boer was op zijn akker aan het ploegen. Opeens kwam er een man op hem af en gooide zijn mantel van kamelenhaar over hem heen. De boer begreep de hint. Hij slachtte zijn ossen en na de maaltijd ging hij als assistent mee met de jas-gooiende man. Bijzonder toch?
De boer waar het hier over gaat is Elisa Safat, geboren ca. 2900 jaar geleden, woonde in Abel-Mechola. Hij werd de opvolger van de profeet Elia. Hij mocht, zeker voor die tijd, lang leven. Hij werd vijfentachtig jaar oud.
Wanneer je de Bijbel erop naslaat, lees je twaalf hoofdstukken lang over de wederwaardigheden van Elisa. Een hele reeks wondertekenen doet deze profeet. Daarnaast geeft hij wijze adviezen aan koningen en doet voorspellingen die op korte termijn daadwerkelijk uitkomen. Zestig jaar lang mag hij werkzaam zijn als profeet en nergens een preek, uitlegging of verre toekomstvoorspelling. Zestig jaar aan het werk als profeet voor de Heer en dan maar twaalf hoofdstukken, pak ‘m beet zo’n vijftien pagina’s in mijn bijbel. Is dat niet wat karig? Hij zal in al die jaren toch heel wat meer te vertellen hebben gehad?
Dat intrigeert! Wat is de bedoeling hiervan? Het antwoord ligt verscholen in diezelfde hoofdstukken. Een greep uit de wonderen die Elisa deed, leert dat.
Hij maakt het water in Jericho gezond.
Kinderen die hem en daarmee vooral God bespotten straft hij met de dood.
Hij redt de drie oorlogvoerende koningen en hun legers van watergebrek en voorspelt dat God voor de overwinning zal zorgen.
Hij vermeerdert olie en meel, zodat er eten is en er een schuld afgelost kan worden.
Hij gebruikt meel als tegengif, zodat profeten niet ziek worden.
Op zijn gebed komt een jongen weer tot leven.
Hij laat een in het water gevallen ijzeren bijl drijven, zodat die niet verloren gaat.
En misschien wel het bekendste: de buitenlander Naäman raakt zijn melaatsheid kwijt. Gechazi, de knecht van Elisa wordt melaats. Zo staan geloof en ongeloof confronterend dicht bij elkaar!
En nog veel meer... Bijzondere hoofdstukken in het bijbelboek 2 Koningen.
Als je al die hoofdstukken leest kom je tot de ontdekking dat de boodschap van Elisa was: Redding is er alleen bij de Heer. Hij bracht die boodschap door behulpzaam te zijn. Oog te hebben voor de nood van anderen. Het goede met de anderen voor te hebben, zonder voor eigen eer te gaan. Er te zijn waar het nodig is.
Niet: Ga heen en wordt warm, maar: Hier heb je mijn jas.
De 2015-vraag is dus niet: Moeten wij gaan evangeliseren? Maar: Hebben ze hier in onze omgeving een jas nodig? Laten we oprecht naar de kapstok van ons hart kijken. Zodat onze daden sprekende woorden ten leven zijn.
Art van der Molen, Bierum