Preken in de zeventiende eeuw stonden bol van bijbelteksten. In zijn preek tegen weelde en overdaad in kleding noemt ds. Trigland vier bijbelteksten als bewijs dat de mens zijn kleding van God heeft gekregen. Vervolgens worden drie teksten genoemd bij de uitspraak dat de mens deze gave wel gebruiken mag maar niet misbruiken. Zo werd heel de preek gevuld. Deze wijze van betogen was normaal in de zeventiende eeuw.

In zijn prachtige boek over kerk en kerkvolk aan het begin van de zeventiende eeuw schrijft dr. A. Th. van Deursen onder andere over de prediking. De eerste synoden na de doorvoering van de Reformatie in de Republiek van de zeven verenigde Nederlanden vroegen aan de predikanten hele bijbelboeken achtereen te behandelen. De gemeenten moesten met de gehele Bijbel vertrouwd raken. Vooral de evangeliën waren geliefd.

Prekenseries

Toen Wilhelmus Puppius het evangelie van Matteüs had behandeld vroeg hij aan zijn kerkenraad welk bijbelboek hij vervolgens zou kunnen behandelen. Het was gebruikelijk dat een predikant dat zijn raad voorlegde. De raad van de gereformeerde kerk van Edam overwoog dat de evangeliën van Johannes en Marcus reeds eerder waren behandeld en koos uit de rest van de bijbelboeken Lucas uit. Er waren ook kerken die andere kost kregen. Petri van Assendelft sprak drie jaar lang over de brief van Paulus aan de Romeinen. Zelf wilde hij deze reeks voortzetten, maar de kerkenraad gaf hem te kennen dat hij zijn serie over de 'heerlijke zendbrief' moest onderbreken en ook eens een ander bijbelboek moest gaan bepreken.

Lange prekenseries waren geen uitzondering. Een serie van Jacobus Arminius over de 55 verzen van Maleachi leverde 69 preken op. Festus Hommius wist echter met een aantal van 400 preken over Marcus het aantal van 678 verzen in het evangelie niet te overtreffen. Johannes Becius hield afzonderlijke preken over de 50, 45, 40 en 30 rechtvaardigen die er misschien in Sodom gevonden hadden kunnen worden.

Gevierde predikers hadden stemmen als bazuinen: wanneer Johannes Acronius in vuur raakte, had naar men zei de preekstoel gedaverd en gerookt. Ook al stelden de gemeenten in die tijd niet aan elke predikant de eis dat zij moesten bulderen 'zo fel als Goliath de Reus', toch moesten stem en voordracht in orde zijn, zeker niet 'onbekwaam' of 'slap'.  Ook hun houding was belangrijk. In de classis Haarlem moesten predikanten op een gegeven moment bij toerbeurt een preek houden waarbij zij zouden worden beoordeeld op twee punten: onzuivere leer en 'onbehoorlijke gebaren'. Isaäc Beeckman had geen hoge dunk van het kerkvolk: het volk beoordeelt een predikant juist op het punt van zijn gebaren. Wie het meest bevalt, is de beste.

Diensten van twee uur waren geen uitzondering. Plaatselijke regelingen spreken over anderhalf uur. Soms moest de overheid boetes uitdelen om 'de zelfbeheersing van de voorgangers te hulp te komen'. Vooral in de winter waren lange diensten in een koude kerk niet altijd even aangenaam. Na de dienst wachtte de zorg voor de beesten, of een tweede dienst, of allebei.

Roerige tijd

Het begin van de zeventiende eeuw was een roerige tijd. De Republiek was in oorlog met de Spaanse overheerser. Prins Maurits was stadhouder van Holland en Zeeland en over enkele andere gewesten. De landsadvocaat Johan van Oldenbarnevelt had in de Republiek de leiding op politiek en financieel gebied. De tijd was niet alleen roerig vanwege de oorlog met Spanje, maar ook vanwege de tegenstellingen binnen de bevolking. Een deel van de bevolking wilde een centraal gezag, een ander deel koos voor een verbond van onafhankelijke gewesten. Tijdens het bestand met Spanje dat twaalf jaar zou duren (1609-1621) kwamen de onderhuidse spanningen in verhevigde mate naar boven. Een dieptepunt is de dood van Oldenbarnevelt.

Op kerkelijk erf ontstaat grote onrust vanwege een groeiende onvrede met de heersende lijn van de kerk. De kerk hield vast aan de gedachten van Johannes Calvijn, die in ons land veel aanhangers had gekregen. De gereformeerde kerk was gestempeld door het calvinisme. De kerk wilde eraan vasthouden dat God diegenen uitkiest die Hij eeuwig redt. Hij kiest geen gelovigen uit, maar zondaars. Wanneer je behouden wordt, is dat enkel en alleen zijn werk. Een deugdzaam leven is geen voorwaarde voor de zaligheid, maar vrucht daarvan.

Velen hadden moeite met deze gedachte. Zij legden vooral de nadruk op wat mensen zelf zouden moeten doen voor hun heil. Ze pleitten voor vrijheid in de leer. Lange tijd was onduidelijk geweest wat precies de bezwaren waren tegen de heersende lijn van de kerk. Arminius bracht echter de bezwaren onder woorden. Met name richtte zijn bezwaar zich tegen de leer van de verkiezing en verwerping. Een jaar na zijn overlijden in het jaar 1610 dienen zijn aanhangers hun bezwaarschrift in bij de Staten van Holland. Zij hebben hun bezwaren in vijf punten onder woorden gebracht. Drieënveertig predikanten hadden daaronder hun handtekening gezet. Zij die zich konden vinden in deze 'remonstrantie', werden remonstranten genoemd. Een populaire scheldnaam voor hen was 'bavianen'. Een scheldnaam die de contraremonstranten moesten horen was 'slijkgeuzen'.

Synode

Een reactie op wat de ketterij van het arminianisme werd genoemd, was al jaren bezig op plaatselijk en classicaal niveau. De overheid koos echter aanvankelijk voor de lijn van tolerantie. Kerken moesten vrijere opvattingen tolereren. De overheid deed daarmee een uitspraak over het geloof en datgene waarmee mensen konden volstaan met het oog op hun eeuwig heil. Maar dat overheidsbeleid stuitte op hevig verzet. De door de Staten van Holland uitgevaardigde resolutie tot vrede van de kerken werd een mislukking. Uiteindelijk koos prins Maurits de kant van de contraremonstranten. Dat luidde het einde in voor Oldenbanevelt, de man van tolerantie. Waarvoor de contraremonstranten hadden gepleit ging door: er werd een generale synode bijeengeroepen. De Staten Generaal hoopten dat een synode rust zou brengen in kerk en samenleving.

De synode die in de jaren 1618 en 1619 in Dordrecht werd gehouden, bestond vooral uit contraremonstranten. Deze hadden in Franciscus Gomarus een belangrijke woordvoerder. Onder het voorzitterschap van Johannes Bogerman besloot de synode tot een veroordeling van de remonstranten, vastgelegd in de stellingen die bekend zouden worden als de 'leerregels van Dordrecht'. Deze stellingen weerspreken de vijf bezwaren van de remonstranten.

Van Deursen heeft zeer onderhoudend en beeldend geschreven over kerk en kerkvolk onder Maurits en Oldenbarnevelt. De geschiedenis komt onder zijn pen tot leven. Hij schetst hoe de tegenstand tussen remonstranten en calvinisten steeds heviger werd, en hoe het volk, het grauw en 'de jongens' zich hebben gedragen en maar al te vaak misdragen. Maar het boek gaat over meer. Aan de orde komen het algemeen karakter van de gereformeerde kerk in die dagen, de kerk midden in de samenleving, de viering van de zondag, de houding van de kerk tegenover de overheid, de verhouding tussen predikant en gemeente, de kerkenraden, wereldlijke en kerkelijke armenzorg, het diaconaat, de groei van de gereformeerde kerk, catechese en de geloofskennis van het kerkvolk, zijn christelijke zede en de tucht.

Dr. Arie Th. van Deursen is overleden op 21 november 2011, maar zijn naam leeft voort in zijn boeken. Zijn studie over kerk en kerkvolk aan het begin van de zeventiende eeuw, was zijn proefschrift waarvan de eerste druk verscheen in 1974. In 2010 is daarvan een vierde druk verschenen, een fraaie gebonden uitgave op glanzend papier. Nieuw zijn de illustraties, verzorgd door dr. Joke Korteweg. Het boek bevat 45 bijlagen, een algemene index en een index van bijbelplaatsen. Vijfendertig jaar na het verschijnen van de eerste druk is de lezing van dit werk nog steeds een genoegen en zeer de moeite waard.

Feanwâlden
D. J. Steensma

 

Naar aanleiding van: A. Th. van Deursen, Bavianen en slijkgeuzen. Kerk en kerkvolk  in de tijd van Maurits en Oldebarnevelt. Uitgeverij Van Wijnen te Franeker, vierde, nageziene en geïllustreerde uitgave, 2010 (eerste druk bij Van Gorcum, Assen, 1974).


Commentaar

  • Wereldverbeteraars 2024-05-03 13:31:31

    Wereldverbeteraars Met zijn boek ‘De meeste mensen deugen’ (2019), heeft Rutger Bregman zijn...

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...