Op 17 oktober vergaderde de classis Zwolle. Uit die vergadering is het volgende te melden:
• De kerkenraad van Doornspijk heeft een instructie ingediend om te komen tot het
instellen van een commissie die een instructie voorbereidt ter behandeling van het
onderwerp 'drama en aanbiddingsdans in de eredienst'. De classis heeft de kerkenraad
van Doornspijk de route gewezen waarlangs Doornspijk zelf een instructie over dit
onderwerp kan indienen.
• De kerkenraad van Hattem diende een instructie in die het mogelijk zou moeten maken
dat er landelijk een uitwisseling van attestaties wordt toegestaan tussen kerkverbanden
waarmee sinds de G.S. 2010 landelijk kanselruil mogelijk is.
Deze instructie is niet overgenomen.
• De kerkenraad van Zwolle beoogde door het indienen van een instructie het mogelijk te
maken dat ook voorgangers naar art. 3 K.O. huwelijken kerkelijk zouden kunnen
bevestigen. Naar aanleiding van de vragen die gesteld werden, heeft Zwolle de
instructie teruggenomen. De classis heeft Zwolle meegegeven te overwegen een
instructie in te dienen over 'zegen en ambt'.
• De classis had tijdens de voorjaarsvergadering geconstateerd dat het toelatingsbeleid
bij het avondmaal van de kerkenraad van Zwolle niet in lijn is met de kerkelijke
besluiten. Een commissie is daarover in gesprek gegaan met de kerkenraad van Zwolle
en heeft hiervan op de najaarsvergadering verslag gedaan. De kerkenraad van Zwolle
heeft erkend dat zijn handelen niet juist is geweest. De classis besloot de kerkenraad
van Zwolle te blijven wijzen op de betekenis van het kerkverband en het verbindend
karakter van kerkelijke besluiten als essentieel voor het onderlinge vertrouwen en het
voortbestaan van het kerkelijk verband. Tegelijkertijd besloot de classis op dit moment
en op dit punt geduld te oefenen met de kerk van Zwolle en nadere besluitvorming van
de Generale Synode 2013 af te wachten.
• Tijdens de vergadering werd op verschillende momenten dank uitgesproken over de
goede sfeer waarin de stukken in behandeling genomen konden worden.
Hattem
R. Jansen