Toen ik eens mw. Pieck bezocht – zie vorige Bijzondere ontmoetingen – kwam daar ook de vrijzinnige ds. N.J.C. Schermerhorn uit Apeldoorn, de vader van minister-president van het eerste naoorlogse kabinet W. Schermerhorn van de Partij van de Arbeid. Hoe de degelijke mw. Pieck met hem in aanraking was gekomen, is mij onbekend. Wel is mij duidelijk, dat vogels van verschillende geestelijke pluimage in huize Pieck kwamen.
Ik maakte kennis met hem en toen ds. Schermerhorn er achter kwam dat ik voor predikant zou gaan studeren, gaf hij mij het volgende advies mee: Op oudejaarsavond moet u in de dienst zeker later zingen 'Uren, dagen, maanden, jaren vliegen als een schaduw heen......' , want dat ontroert de mensen heel erg. Naar ik mij herinner, heb ik dit lied nooit op die avond laten zingen.
Zijn tweede advies was: Lees veel van Friedrich Daniël Ernst Schleiermacher, want dan zul je gauw van de gereformeerde visie bevrijd zijn. Dat advies heb ik in mijn studie behoorlijk opgevolgd. Ik heb er zelfs drie colleges over aan de Apeldoornse studenten gewijd en die uitgegeven in een Apeldoornse Studie onder de titel 'Schleiermacher en de Bijbel'. Daarin heb ik aangetoond, dat deze Duitse theoloog onder invloed stond van de Aufklärung, de Verlichting, en van de Romantiek. Hij streept fundamentele elementen van het bijbels getuigenis weg, zoals de verzoening door het bloed van Gods Zoon en de godheid van Christus. Het Oude Testament heeft slechts in zover waarde als het het religieuse gevoel vormt en voedt. Voor Schleiermacher is het geloof meer een voelen van afhankelijkheid van de Eeuwige dan een kennen van en vertrouwen op God in Christus naar de Schriften.
Toen ik ds. Schermerhorn zelf vroeg naar zijn eigen geloof, gaf hij een geheel vrijzinnig en humanistisch antwoord. Hij was in elk geval niet bang te sterven. Zijn vrouw, die hem pas ontvallen was door de dood en van dezelfde religieuze overtuiging, is zo vrij en vredig heengegaan. Aan het einde zei ze, dat ze door een prachtige tuin liep als door een paradijs en zo is ze gestorven. Ik was daar als jongen toch wel van onder de indruk. Hij zelf is in 1956 gestorven. Bij zijn crematie was de baar met een rode doek bedekt en werd de Internationale gespeeld.
Wat een bezoek aan een oude, aanzienlijke mevrouw in ons dorp al niet mee kan brengen!
Hoogeveen
T. Brienen