De start van het tweede kabinet-Rutte ligt inmiddels enkele weken achter ons.
De één noemt het een valse start, de ander een koude start. Geen van beide is goed.
Sinds de start van kabinet-Rutte II worden allerlei plannen uit het regeerakkoord in de pers en op televisie becommentarieerd. Neem het plan over de inkomensafhankelijke zorgpremie.
Toen de discussie over dit plan begon, dacht ik nog ‘de soep wordt vast niet zo heet gegeten, als die wordt opgediend’. Maar de soep werd helemaal niet gegeten, het werd heet en wel weggespoeld.
Ik weet niet hoe het u vergaat, maar mij bekruipt het gevoel, als ik al dat commentaar op de nieuwe kabinetsplannen hoor, dat er in de nabije toekomst nog wel meer van die plannen verdwijnen of behoorlijk moeten worden bijgesteld.
Veel van die plannen hebben iets gemeenschappelijks. Namelijk dat ze oplossingen op de korte termijn bieden. Over korte termijn gesproken. Nog niet zo heel lang geleden zijn er in Nederland gevangenissen en cellen bijgebouwd. Er was een groot tekort. Nu is het plan om 11 van de 29 gevangenissen te sluiten. Zo zijn er meer voorbeelden te noemen.
Het verhaal erbij is, dat men Nederland sterker uit de crisis wil laten komen. Maar hoe vaker ik het hoor – en als je erop gaat letten, hoor je het steeds vaker ! – hoe minder ik dat geloof.
Tegelijk vraag ik me dan af over welke crisis men het heeft. Bedoelt men alleen de financiële crisis of heeft men het ook over de morele en ethische crises in dit land? Ik vermoed van niet, zeker niet met een kabinet van VVD en PvdA.
Korte en lange termijn.
Hoe gaan we daar in de kerk mee om? In de krant las ik dat het niet vanzelfsprekend is dat kerken aan duurzaamheid doen. Typisch een langetermijnonderwerp, denk ik dan.
In de kerkelijke pers lees ik over discussies rond de inrichting van erediensten, over wel of geen drama, enz. Onderwerpen waarvan ik denk dat we er over 25 jaar misschien wel heel anders over denken. Het heeft iets van korte termijn.
Korte en lange termijn.
Wat leert de Bijbel ons daarover? In het onderwijs van Jezus kom ik een verhaal tegen over een boer die zaad op een akker heeft gezaaid (Matteüs 13). ’s Nachts komt er een vijand en die zaait er onkruidzaad doorheen. Als beide opkomen, willen de knechten het onkruid weghalen. Logisch, landbouwers willen schoon land en schone gewassen. Maar deze boer kiest niet voor de kortetermijnoplossing. Hij zegt tegen zijn knechten dat ze moeten wachten op het oogsttijdstip. Een langetermijnoplossing, zou je kunnen zeggen. Deze boer heeft vertrouwen in de goede afloop.
De boer in dit verhaal is God zelf. Hij is gericht op Zijn oogst, Zijn dag, Hij werkt aan Zijn Koninkrijk
Ik leer van dit Bijbelverhaal dat we gericht moeten zijn op de komst van Gods Koninkrijk.
Op de lange termijn.
Hoewel…
Eén dag is bij God als duizend jaren en andersom.
De komst van Gods Koninkrijk, Zijn grote dag, Zijn wederkomst, het zou vanavond nog kunnen plaatsvinden.
Als mijn gebed ‘Kom Here Jezus, kom spoedig’ wordt verhoord, dan krijgt u dit commentaar nooit te lezen…
Zo worden korte en lange termijn toch weer relatief.
Logisch, want God is eeuwig.
Wat denkt u, hoe heet zou de soep in de eeuwigheid gegeten worden?
Dronten
Wiggele Oosterhoff