In ons bestaan komt op een gegeven moment een leeftijdsfase waarin beperkingen sterk toenemen. Ouderdom komt met gebreken. Toch is dat niet het enige. Er mag ook vooruit worden gekeken naar wat God heeft bereid voor die Hem liefhebben..
Er wordt veel geschreven en gepraat over ouder worden. Er komen ook al meer mensen die oud, soms zeer oud worden, want we worden in deze tijd allemaal ouder! Zeer recent heeft een boekhandel mij vijftien boeken aangeboden over dit onderwerp. Ik ga die niet allemaal met u doornemen. Ouder worden staat in elk geval erg in de belangstelling. Ik wil nu wat van mijn eigen ervaringen van het ouder worden doorgeven. En dat is al heel wat!
Eenzaamheid
Allereerst is het goed samen vast te stellen, wanneer het ouder worden zo ongeveer begint. Laten we zeggen: bij 65 of 67 jaar. Je treedt uit het volle arbeidsproces en vraagt je af, wat je nu moet gaan doen. Je gaat eveneens vooruitkijken en denkt: hoeveel tijd krijg ik nog? Hoe vul ik zinvol de komende tijd in? Krijg ik nu veel of meer tijd voor mijn hobby's, mijn vrouw, mijn man, mijn kinderen? Kan ik meer gaan reizen en vakantiehouden?
Wat mij nu eerst is opgevallen bij het ouder worden, is dat zovelen van je vrienden, kennissen en bekenden om je heen wegvallen. Wat hebben mijn vrouw en ik er al heel wat om ons heen zien sterven. Om een voorbeeld te noemen: in 1955 kwamen we met vier kandidaten klaar met de theologische opleiding. We gingen aan het werk, ieder in zijn eigen gemeente. Nu zijn mijn vrouw en ik het enige stel dat nog samen over is. Collega's zijn overleden, vrouwen bleven alleen achter. En zo waren er meer die wegvielen. Dan wordt het stil om je heen. Met jongere collega's en jongere mensen krijg je niet meer die intensieve contacten en gesprekken. Ouderen komen daarom in een stuk eenzaamheid terecht. Vooral ook, wanneer één van de twee overlijdt en je als single achterblijft.
Krachten en gedachten
Vervolgens worden je krachten en gedachten minder. Een hele goede vriend uit onze Groningse tijd lijdt aan dementie, mag niet meer autorijden en hij was altijd zo actief. Hij leidde een groot bedrijf in Groningen en omgeving. We gingen met hem, zijn vrouw en gezin verschillende keren op vakantie naar Frankrijk. Samen bezochten ze ons vrij regelmatig en wij hen. Dat is voorbij!
Een collega uit een andere kerk, die eerst hier dichtbij in Dwingeloo woonde met zijn vrouw, kan niet meer van huis, dementeert en lijdt aan Parkinson. Zijn vrouw heeft nog maar voor vijf procent licht in haar ogen. Nu wonen ze in Putten en kunnen wij ook niet eventjes hen opzoeken. Dat is verleden tijd. Zo mis je al meer vrienden en bekenden.
En dan in eigen families. Van de negen kinderen ben ik nu als vijfde de overgeblevene. Na mij zijn er nog vier over. Er vallen gaten. Je kunt zelf ook niet meer, zoals vroeger. Ik preek niet meer, heb vijf jaar geleden een flinke hartoperatie ondergaan. Medicijnen vergezellen mijn levensweg, levenslang volgens mijn cardioloog. Het lopen van ons beiden wordt minder. Hulpmiddelen worden ingeschakeld. Gelukkig redden we ons nog, maar voor hoelang?
En dan onze gedachten! O, die namen. Samen komen we er vaak nog uit. We moesten laatst een naam van een bloem hebben. Hoe heet die ook al weer? We hebben er nu wat op gevonden. Samen gaan we het alfabet door. Neen, geen anemoon, geen anthurium, geen dahlia enz. enz., maar een orchidee! Moet je alleen zijn! Hoe heet dat gemeentelid ook al weer? De gemeentegids moet er bij;
dan komen we er meestal nog uit. En de leeftijden, de verjaardagen van broers en zussen, van eigen kinderen en kleinkinderen. Even kijken op de verjaardagkalender, maar morgen ben je het weer kwijt. Vergaderingen: wanneer is nou die bijeenkomst? Zonder agenda zijn we nergens! Vaak zeggen we tegen elkaar: 'We worden oud, neen, we zíjn al oud!'
Wat ons opvalt is ook dat je het bij het ouder worden al drukker krijgt. Dat komt wellicht doordat je de dingen niet meer zo vlug en handig doet. Je kunt het ook wat rustiger aan doen en met wat tussenpozen. Soms zeggen we: Hoe hebben we het vroeger toch allemaal kunnen doen? Het volle werk buiten en binnen de deur, in de tuin en met het quilten?* De kinderen nog thuis en naar de scholen en opleidingen. Een volle bak, en toch lukte het elke dag. We zijn onze God dankbaar dat we zoveel in het verleden hebben kunnen doen. Ook voor anderen!
Thuiskomen
Hebben we alles goed gedaan en genoeg? O neen. Veel tekort en onvolkomen. We hadden het nog beter kunnen en moeten doen. Nog meer in dienst van onze Koning – nog meer aangelegd op zijn eer. Daarom kunnen we alleen maar leven van en bestaan in zijn vergeving van onze zonden. Daarop hebben we door de jaren heen leren vertrouwen. Al vaster, met al meer overtuiging. Gelovende in zijn beloften van genade hebben we de reis gemaakt en zullen die ook voltooien.
Want onze ervaring is ook, dat we vooral vooruit gaan kijken bij het ouder worden. Straks komt voor ons het einde aan het leven in deze wereld onder de zon. Hoe meer we vooruitzien, hoe meer wij gaan verwachten, soms heel intens: verwachten de komst van onze Heiland en zijn glorie. Wat zou ik graag mijn Here en Heiland zien en met Hem spreken van woord tot woord, oog in oog. En dan ontmoeten allen die ons zijn voorgegaan en al zijn engelen, en de Vader en de Heilige Geest. En de nieuwe wereld, vol vrede en gerechtigheid. Samen zingen, samen danken, samen aanbidden. Het kan toch niet mooier! Je hart wordt er vol van, van wat de Here heeft bereid voor allen die Hem liefhebben. Geen zonden meer, geen zorgen meer. Alles goed met Hem en met elkaar. Ouder worden is dichter komen bij waar je hart naar verlangt. Dan kom je thuis, voorgoed! De Meester zal zeggen: Wél gedaan, gij goede en getrouwe slaaf, over weinig ben je getrouw geweest, over veel zal Ik je stellen; ga in tot het feest van uw Heer (Mat. 25, 23).
Hoogeveen
T. Brienen
* Quilten of doorpitten is een handwerktechniek waarbij drie lagen textiel met een doorstiksteek op elkaar genaaid worden (red.)