Steekt de loftrompet, ademt opgetogen!
Dank zij Gods verzet wordt uw leed beloond,
wordt de dood ontkroond – open gaan uw ogen!
Mens, hoezeer verblind, wachtend op een wonder,
was gij als een kind dat de weg niet weet,
elke wet vergeet – zo ging gij ten onder
tot een herder kwam – Hij is uw behouder;
lijdend als een lam nam Hij al uw schuld,
drift en ongeduld, zwijgend op zijn schouder.
Zingt dan dat het schalt, laat de wereld weten
dat de duivel valt in zijn eigen vuil,
in zijn eigen kuil, eens voorgoed vergeten.
Steekt de loftrompet, ademt opgetogen –
Christus die ons redt doet het duister dicht;
het wordt langzaam licht: Pasen zienderogen!
Uit: Zingende gezegend, lied 162
(Melodie: psalm 81)