We kunnen er wat van: over het weer praten. En zeker deze dagen is ‘het weer’ hét gespreksonderwerp. ‘Het blijft maar koud, hè?’ ‘Witte Pasen, dit jaar; nog kouder dan afgelopen Kerst’. ‘Alleen uit de wind is het lekker’. Vogels die 4000 km deze kant op zijn gevlogen kunnen niet genoeg voedsel vinden. Meer dan genoeg mensen die geveld zijn door griep of vergelijkbare verschijnselen. En dat ook langdurig blijven – omdat het zonnetje maar niet echt gaat schijnen. We konden al prima met elkaar over het weer praten maar nu zeker!
En gisteren – eerste Paasdag – zongen we met de kinderen in de kerk: Weet je dat de lente komt! Een couplet dat een aanloopje is naar het volgende: ‘Weet je wel dat Jezus leeft, Jezus leeft, Jezus leeft. Weet je wel dat Jezus leeft, Hij is opgestaan.’ Zo is het weer van deze dagen een interessant beeld geworden voor de belofte die ligt opgesloten in de opstanding van de Here Jezus Christus. De belofte! De lente komt. En de werkelijkheid van Jezus’ opstanding zal zich ooit aan ons helemaal openbaren.
Zou het een idee zijn als we als christenen ons gesprek over het weer wat zouden verschuiven naar het uitwisselen van onze geestelijke situatie en verwachtingen?
‘Goedemorgen’. ‘Ja, uh hallo, dag’. ‘Al in de zon gezeten vanmiddag?’ ‘Zeker, ik lees elke dag in de Bijbel.’ ‘Wat een stortbui gisteren, hè?’ ‘Ja, de Heilige Geest sprak door Gods Woord krachtig tot mij!’ ‘Zo ’s ochtends is het nog wat kil.’ ‘Nou, ik moet zeggen dat het spreken in gebed met de Here God mijn hart dan zeer verwarmd’. ‘Ze voorspellen een onweersbui…’ ‘Ja, dan hoop ik iets te herkennen van wat de dichter van Psalm 29 beschrijft.’
Ik geef toe dat bovenstaande conversatie een schoolvoorbeeld is van langs elkaar heen praten. Maar waar het me nu omgaat is dat het me bij mezelf en anderen opvalt dat we heel makkelijk over van alles en nog wat onze mond opendoen en ergens over meepraten. En dat het minder ‘natuurlijk’ is om de dingen van ons leven met God met medechristenen of anders- of niet-gelovigen te delen. Het weer, auto’s, kleding, voetbal, Cyprus, Syrië, een geruchtmakende moordzaak. Moeiteloos draaien we mee in de gesprekken daarover en ieder heeft zo zijn opvatting erover en deelt die graag.
De vraag waar ik een antwoord op zoek: in hoeverre speelt God nog een bewuste rol in ons leven? Is Hij de God van het weer? De God van mijn auto? De God die ook met voetbal te maken heeft? Met Cyprus en Syrië? Met Jasper S.? Durven wij ons leven nog te laten doorlichten door God? En durven wij nog wel te doorlichten vanuit Gods Woord? Hebben wij nog de openheid in ons om onze relatie met God aan de oppervlak van ons leven te brengen? In dat woordje ‘brengen’ ligt de spanning al opgesloten. Als al er iets aan de oppervlakte gebracht zou moeten worden dan moet er wel iets onder de oppervlakte zitten. En als dat het geval is dan zou daar toch iets zichtbaar moeten zijn wat te maken heeft met ‘waar het hart vol van is daar stroomt de mond van over’. Ik ben soms bang van mijn eigen hart. Ik ga Psalm 29 maar eens lezen.
Groningen
N. Vennik