Elk jaar wordt in onze kerken een vormingscursus gegeven. De cursusbijeenkomsten vinden plaats in Apeldoorn, Drachten, Sliedrecht en Goes. In deze cursus was het afgelopen seizoen ook ruimte voor een thema uit het pastoraat. Dr. J. W. van Pelt behandelde het thema 'bevrijdingspastoraat'.
Bevrijdingspastoraat roept nogal wat discussie op. Daarom werd dit thema in de vormingscursus aan de orde gesteld. Bevrijdingspastoraat wil mensen bevrijden van hun duivelse bezetenheid en demonische invloeden. Terecht wordt ervan uitgegaan dat de duivel en zijn duistere rijk bestaan en ook dat Christus Overwinnaar is.
Demonische invloeden
De vraag is of we achter alles kunnen staan wat in het bevrijdingspastoraat gebeurt. Daarvoor moeten we een beeld van dit pastoraat krijgen. Dat kan echter slechts een globaal beeld zijn.
Een pionier op dit gebied, W. C. van Dam, heeft in zijn boek Mensen worden bevrijd (1985) aangegeven waarin hij de invloed van de duivel ziet. Hij noemt onder andere schizofrenie, homoseksualiteit, transseksualiteit, depressiviteit, somberheid en kanker. Derek Prince wordt door velen nog steeds beschouwd als deskundige op het gebied van bevrijdingspastoraat. Deze in 2003 overleden Amerikaanse voorganger noemt vergelijkbare zaken als de eerdergenoemde Van Dam. Hij voegt er nog aan toe: haat, angst, ontrouw, trauma's, zelfbevrediging, rockmuziek en acupunctuur.
Opvallend is dat bevrijdingspastoraat zich ook richt op het verbreken van 'occulte belastingen'. Bij een occulte belasting is het idee dat iemand onder een demonische invloed staat omdat een eerdere generatie zich met occulte zaken heeft ingelaten.
Van ouds heeft de kerk erkend dat de duivel bestaat en invloed uitoefent. Maar dit bijbelse uitgangspunt heeft blijvende bezinning nodig en daar heeft het wel eens aan ontbroken… Op verschillende dingen wil ik wijzen.
Benadering
In elk geval moet hier het spreken van de Schrift over demonen en de overwinnende genade van Christus in beeld komen. Vervolgens zou de kerkgeschiedenis aan de orde moeten komen. Deze laat onder meer zien dat exorcisme, dat is duiveluitdrijving, een lange geschiedenis heeft. Volgens de kerken van de Reformatie is de prediking van het Woord het beste wapen in de strijd tegen de duivel. Daarnaast moet het nodige worden gezegd over psychische ziektebeelden die in de tijd van de Bijbel nog niet bekend waren op de manier waarop wij ze vandaag kennen. Een dergelijke grondige benadering vanuit de schriftgegevens, de kerkgeschiedenis, de psychologie en psychiatrie valt ver buiten het bestek van dit artikel. Daarom in het vervolg enkele praktische punten.
Patiënten die lijden aan een psychische ziekte, uiten zich soms op een bijzondere manier. Denk aan het spreken met verdraaide stem. Ze kennen soms hevige verwardheid, beleven heftige angsten of doen zichzelf en anderen kwaad. Het bevrijdingspastoraat brengt dit soort zaken in verband met demonische invloeden.
Een voordeel van de aanpak van bevrijdingspastoraat is zondermeer dat er geen medicijnen aan te pas komen met mogelijk ernstige bijwerkingen. Zou dit het enige zijn dan was de keus snel gemaakt. Maar er is meer aan de hand. Een belangrijke vraag is bijvoorbeeld hoe we bij iemand demonische invloeden zouden moeten vaststellen. Helaas bestaan er geen betrouwbare indicatoren die het verschil duidelijk kunnen maken tussen psychische ziekte en demonische invloeden.
Prof. dr. Gerrit Glas, hoogleraar psychiatrie, zegt het nog sterker. Hij meent dat de verschijnselen die door het bevrijdingspastoraat duivels worden genoemd, vaak uitingen van gewone psychiatrische aandoeningen zijn. De conclusie ligt voor de hand. Wie onvoldoende thuis is in psychiatrische ziektebeelden, loopt snel het gevaar een verkeerde diagnose te stellen.
Ook al stellen voorstanders van bevrijdingspastoraat dat wat zij waarnemen demonische uitingen zijn, toch is simpelweg beweren dat iets duivels is volgens tegenstanders van bevrijdingspastoraat onzorgvuldig en ondeskundig. Zij wijzen erop dat het bevrijdingspastoraat voorbijgaat aan andere oorzaken van bijzonder gedrag. Er is te weinig of helemaal geen oog voor medische en psychiatrische oorzaken. Die worden niet herkend. Sommigen nemen een tussenpositie in. Zij menen dat de ene persoon beter reageert op een medische aanpak en dat de ander gevoeliger is voor de methode van het bevrijdingspastoraat. Zo'n tussenpositie helpt echter niet echt verder. We krijgen zo geen antwoord op de vraag of er wel of niet sprake is van duivelse bezetenheid of demonische invloeden.
Zwakke punten
Naast het probleem van de juiste diagnose zijn er nog andere zwakke punten in het bevrijdingspastoraat: bijvoorbeeld het beroep op de Bijbel. Zondermeer spreekt de Bijbel over bezetenheid en het uitdrijven van demonen, maar kunnen we op grond van dat spreken echt beweren dat depressiviteit, haat, angst, ontrouw en kanker verschijnselen zijn die wijzen op demonische invloed? Worden teksten uit de Bijbel niet zo ver opgerekt dat elke ziekte, pijn, angst en stoornis toegeschreven wordt aan de duivel? Is het gevaar niet groot dat alle zieken in hun meest kwetsbare momenten gedemoniseerd worden? Er is zeker een verband tussen de gebrokenheid van het leven en het werk van de duivel. Maar daarmee is niet ineens alle gebrokenheid teken van duivelse bezetenheid.
Een ander punt is wat het bevrijdingspastoraat beweert over een generatievloek of een occulte belasting die overgedragen zou worden van de ene generatie op de andere. De bijbelse onderbouwing daarvan is zeer problematisch. Weliswaar spreekt het tweede gebod over de doorwerking van de zonde 'tot in het derde en vierde geslacht' (Ex. 20, 5,), maar dat slaat op beeldendienst en niet op het overdragen van een demonische invloed.
Wat is de schade die iemand lijdt wanneer een verkeerde diagnose wordt gesteld? Iemand die ten onrechte hoort dat hij door de duivel bezeten is of lijdt aan een ziekte die veroorzaakt wordt door demonische invloeden, kan grote schade lijden. Deze onjuiste diagnose belemmert het zoeken naar een passende behandeling, met alle nare gevolgen vandien.
Als een reguliere medische behandeling verlichting brengt, is te begrijpen dat men zich evengoed voor het leven gebrandmerkt voelt door de foute diagnose van demonische invloeden. Het zal je maar gezegd zijn!
Verder is de pastorale integriteit van de personen die de verkeerde diagnose hebben gesteld, ernstig aangetast. Daar staat tegenover dat waar werkelijk duistere machten aan het werk zijn, een puur medische aanpak niet werkt.
Handvatten
De conclusie is wat mij betreft heel duidelijk: het huidige bevrijdingspastoraat mist bijbelse grond en schiet te kort op punten als zorgvuldigheid en betrouwbaarheid. Het risico van een foute diagnose is te groot. Pastoraat staat of valt met vertrouwen. Dat vertrouwen is weg wanneer pastorale begeleiding een methode gebruikt die heel veel vragen oproept en onbetrouwbaar blijkt te zijn en vaker niet dan wel bereid is samen te werken met psychiatrische deskundigen.
Ook al kunnen we niet meegaan in de aanpak van bevrijdingspastoraat, toch moeten ook wij ernstig rekening houden met het bestaan van de duivel en uitgaan van de werkelijkheid van de overwinning van Christus. Het valt niet uit te sluiten dat in een postchristelijke samenleving mensen meer en vaker te maken krijgen met demonische invloeden of zich daaraan zelfs bewust overgeven.
In de lijn van de Reformatie kunnen we zeggen dat vooral Woord en gebed de voornaamste middelen zijn van verweer tegen de duivel (vgl. Ef.6, 11 en 17-18). Zijn er dan toch bijzondere pastorale situaties waarin mensen in hun gedachten- of belevingswereld gevangen blijven zitten in duivelse banden, dan zijn er een paar vuistregels die kunnen helpen. Allereerst moet een reguliere medische diagnose duidelijk maken dat er geen psychiatrische oorzaken zijn. Verder is een pastoraal bezoek waarin gebeden wordt om bevrijding van demonische invloeden, niet een zaak van een kerkenraadslid alleen maar van heel de kerkenraad en de gemeente. Het laatste aandachtspunt is het gebed: laat het kort en krachtig zijn, zonder omhaal van woorden en vol van de Naam en de genade van Christus, die Overwinnaar is.
Oud-Beijerland
J.W. van Pelt
Dr. J. W. van Pelt is predikant van de kerk van Oud-Beijerland en docent catechetiek en diaconiek aan de Theologische Universiteit Apeldoorn