Voedsel kan heel wat stof doen opwaaien. Paardenvlees dat verkocht wordt als rundvlees bijvoorbeeld – een paar weken geleden was er dagelijks een nieuwe onthulling beschikbaar. Nu ging dat vooral om het bedrog; maar in de Bijbel lijkt het eten van sommige dieren op zichzelf een probleem. Waarom eigenlijk? En wat heb je daar als christen vandaag mee te maken?

Van alle wetten uit het Oude Testament staan de voedselwetten waarschijnlijk wel het verst van ons af. Bij een besmettelijke ziekte als melaatsheid is het begrijpelijk dat er maatregelen nodig zijn om verspreiding te voorkomen. Maar waarom mag Israël sommige dieren wel eten, en andere niet?

Inhoud

De voedselwetten (met name Lev. 11) zijn een onderdeel van de reinheidswetten. Die bepalen wanneer een Israëliet rein is of onrein. Wie rein is, mag in het heiligdom komen; wie onrein is, beslist niet. Ook wat Israël eet, is daarvoor blijkbaar van belang.

Leviticus 11 bespreekt uitvoerig welke dieren wel en welke dieren niet gegeten mogen worden. Van de landdieren mag Israël de dieren eten die een gespleten hoef hebben én herkauwen. Van de waterdieren mag Israël eten wat vinnen en schubben heeft. Bij de vogels wordt een opsomming gegeven welke dieren Israël niet mag eten. Ook kruipende dieren zijn onrein. Bovendien wordt iemand onrein als hij het kadaver van een onrein dier aanraakt. De motivering voor al deze bepalingen is dat Israël heilig moet zijn omdat de HEERE heilig is.

 

Hygiëne

Zo’n hoofdstuk roept natuurlijk de vraag op waaróm juist deze dieren niet gegeten mogen worden. Daar zijn in de loop van de geschiedenis verschillende verklaringen voor gegeven. Eén verklaring wil ik wat uitgebreider bespreken. Volgens die interpretatie gaat het in de spijswetten om gezondheid en hygiëne. Israël zou bepaalde dieren niet mogen eten, omdat die makkelijk ziekten kunnen overdragen. Zo zou varkensvlees in een primitieve samenleving (waar het vlees niet voldoende verhit werd) makkelijk kunnen leiden tot besmetting met bijvoorbeeld lintworm. De gedachte achter deze uitleg is dat de Heere Zijn wetten immers geeft tot ons welzijn.

Een bekende verdediger van deze opvatting is Ben Hobrink in zijn boek Moderne wetenschap in de Bijbel. Volgens hem gaat het bij de voedselwetten eigenlijk alleen om de volksgezondheid en het biologische evenwicht in de natuur. Dat het Oude Testament deze wetten uitlegt met een verwijzing naar Israëls heiligheid, noemt hij een ‘religieus sausje’, omdat de Israëlieten anders niet zouden luisteren.

Deze uitleg van de voedselwetten heeft echter een aantal bezwaren: 1. Israëls gezondheid wordt nergens in het Oude Testament genoemd als reden voor het verbod om sommige dieren te eten. Om de redenen die wél genoemd worden af te doen als een ‘religieus sausje’, en je eigen opvatting te presenteren als de enige echte reden, getuigt daarom niet van eerlijk luisteren naar de Schrift zelf. 2. Als het vooral om de gezondheid zou gaan, waarom wordt dan niets vermeld over planten die niet te eten zijn? 3. Hoe kan het dan dat de Heere Jezus later al het voedsel rein verklaart?

 

Waarom

Welke reden geeft het Oude Testament zelf voor de voedselwetten? Dat heeft alles te maken met Israël als een heilig volk, dat apart gezet is door God. Heel duidelijk komt dit verband uit in Leviticus 20:25-26: Israël moet heilig zijn, omdat de HEERE heilig is. Daarom moet Israël onderscheid maken tussen reine en onreine dieren, ‘wat Ik voor u afgezonderd heb’. En meteen daarna komt: ‘Ik heb ú van de volken afgezonderd’. Voor ‘onderscheid maken’ of ‘afzonderen’ wordt in deze verzen steeds hetzelfde woord gebruikt. Israël moet onderscheid maken tussen reine en onreine dieren, omdat de Heere dat onderscheid voor hen gemaakt heeft; en het onderscheid tussen de dieren heeft alles te maken met het onderscheid tussen Israël en de volken.

Israël is apart gezet als volk van God. Sommige dieren zijn apart gezet, die Israël mag eten. Dat is met elkaar verbonden. De spijswetten zijn dus een symbolische weerspiegeling van Israëls verkiezing. Israël wordt door de apart gezette dieren herinnerd aan zijn eigen positie. Elke maaltijd herinnert aan de bijzondere positie en verantwoordelijkheid om het volk van God te zijn. Zo zijn de voedselwetten een teken en een voorbeeld dat de dienst van de Heere heel het leven omvat, tot wat er op je bord ligt toe.

Het is te begrijpen dat de voedselwetten een van de belangrijkste kenmerken van het Jood zijn werden. De besnijdenis en de sabbat waren dat ook, maar de besnijdenis was in het gewone leven niet te zien, en de sabbat was maar eens per week. De voedselwetten waren een dagelijkse herinnering aan de bijzondere positie van Israël.

 

Nieuwe Testament

Om van deze wetten de lijn door te trekken naar ons leven vandaag is het niet alleen nodig om te zien wat de reden van deze wetten was, maar ook hoe ze functioneren in het geheel van de Schrift. De voedselwetten komen namelijk ook een paar keer voor in het Nieuwe Testament.

In Markus 7:19 laat de Heere Jezus zien dat een mens niet onrein wordt door wat er van buiten komt (wat hij eet dus), maar door wat er van binnen komt, uit zijn hart. Daarna schrijft Markus: ‘op die manier reinigde Hij alle spijzen’ (zo moeten we het slot van vers 19 waarschijnlijk vertalen).

In Handelingen 10 komen we de voedselwetten tegen in het visioen van de dieren in het linnen laken. Petrus wil niet zomaar dieren pakken, omdat er ook onreine dieren bij zijn. Wat God rein gemaakt heeft, mag hij echter niet onrein achten. Dat is een boodschap voor de omgang met ménsen: Petrus moet meegaan naar de heiden Cornelius.

Ten slotte is Handelingen 15 van belang, de vergadering van de apostelen. Er was strijd ontstaan over de vraag of de heidenen zich moesten houden aan alle wetten van Mozes, ook aan de voedselwetten dus. Na beraad spreken de apostelen in Jeruzalem dan uit dat de heidenen zich moeten onthouden van wat aan de afgoden geofferd is, van hoererij, het verstikte en het bloed. De voedselwetten worden dus niet aan de heidenen opgelegd.

 

Vandaag

Het Nieuwe Testament maakt duidelijk dat de voedselwetten niet letterlijk van toepassing zijn op de christelijke gemeente vandaag. Mógen mensen zich er dan niet aan houden, zoals bijvoorbeeld sommige Messiasbelijdende Joden wel doen? Op zichzelf kan dat, maar dan niet in het kader van Israëls aparte positie, of om op die manier beter Gods wet te houden. Het kan bijvoorbeeld wel als Messiasbelijdende Joden geen aanstoot willen geven aan hun volksgenoten.

Tegelijk zijn de reden en de motivering van deze wetten blijvend van belang. In het Nieuwe Testament wordt immers van de gelovigen ook gezegd dat ze een heilig volk zijn voor de Heere, en klinkt de oproep om in heel ons leven de Heere te dienen. Deze wetten laten ons zien dat de Heere het niet over een stukje, maar over heel mijn leven voor het zeggen heeft. Híj bepaalt dus ook wat rein of onrein is, niet ik. En Gods genade blijkt tot in mijn dagelijks voedsel.

 

dr. A. Versluis is predikant van de Christelijke Gereformeerde Kerk te Ouderkerk aan de Amstel


Commentaar

  • Wereldverbeteraars 2024-05-03 13:31:31

    Wereldverbeteraars Met zijn boek ‘De meeste mensen deugen’ (2019), heeft Rutger Bregman zijn...

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...