In het vorige artikel heb ik beschreven dat de inhoud van het boek Herstellers, wat mij betreft goed past bij missionaire én diaconale gemeente-zijn. In dit laatste artikel nog enkele gedachten over christen-zijn in onze moderne samenleving.

De tijd dat Nederland een christelijk land was, ligt ver achter ons. Het christelijk geloof is geen gemeengoed meer. Het is, om zo te zeggen, naar de rand van de samenleving geduwd.

Velen zeggen dat geloven een privézaak is. Je ziet dat terug in het huidige beleid in Nederland en andere landen in Noordwest Europa. Dat mensen geloven is prima, maar dat doe je ‘achter de voordeur’. Geloven doe je niet in de publieke ruimte, de ruimte die van iedereen is. Vanuit deze opstelling is er bijvoorbeeld discussie gekomen over het feit dat sommige mensen die in overheidsdienst zijn, zichtbaar een kruisje dragen. Dat mag dus niet meer.

Aan de ene kant is het waar dat geloven een privézaak is. Geloven is inderdaad persoonlijk, het betreft de persoonlijke relatie tussen God en mij. Tegelijk is geloven ook meer. Het betreft niet alleen de persoonlijke relatie tussen God en mij, het betreft ook de relatie tussen mensen onderling. We vinden dat terug bij de samenvatting van de wet. Heb God lief boven alles, en je naaste als jezelf. Die twee horen onlosmakelijk bij elkaar.

Daar komt nog iets bij. In het vorige artikel hebben we gezien dat geloven zowel getuigen als handelen is. Ze komen voort uit de liefde die God voor mensen heeft, op de weg van herstel. Daarmee wordt geloven en leven als christen een spannende bezigheid. Want hoe stelt u zich dat voor? Om het getuigen over Jezus als mijn Verlosser, en het handelen vanuit zijn liefde, tot de binnenkamer te beperken?

Tegenstelling

Zoals gezegd, is het beleid in Nederland en in andere landen in Noordwest Europa erop gericht om het christelijk geloof achter de voordeur te beleven. Dat kun je ervaren als een bedreiging. Of zelfs als het werk van satan, die er steeds op uit is om het werk van Jezus zo klein mogelijk te maken.

Maar diezelfde overheid nodigt tegelijk op bijvoorbeeld plaatselijk niveau kerken uit om mee te denken over het samen oplossen van problemen in deze samenleving.

In meerdere plaatsen zijn kerken en/of diaconieën met burgerlijke gemeenten in gesprek over samenwerking op het gebied van armoedebestrijding, schuldhulpverlening of de voedselbank.

Ik weet niet hoe het u vergaat, maar ik ervaar dit als een tegenstelling, als een vreemde paradox. Aan de ene kant zegt de overheid: Geloven doe je maar achter de voordeur. En aan de andere kant vraagt diezelfde overheid aan christenen, om achter die voordeur vandaan te komen en in de samenleving actief te zijn. Om vanuit christelijke waarden actief te zijn in de publieke ruimte.

Bedreiging of kans

Het feit dat de overheid zegt dat geloven hooguit achter de voordeur is toegestaan, kun je gemakkelijk ervaren als een bedreiging. Als een aanval op of beknotting van het christelijk geloof. En ik geloof zeker dat de satan hierin een rol speelt. Hij is er nog steeds op uit om het werk van Jezus kapot te maken.

Maar je kunt in die opvatting ook blijven hangen. Evenals je kunt blijven hangen in de vreemde tegenstelling bij de overheid die ik zojuist beschreef, door niet op de hulpvragen van de (plaatselijke) overheid in te gaan.

Enerzijds is zo’n houding en reactie best te begrijpen, maar anderzijds denk ik dat je dan als christen ook een kans mist. Want het is toch ook zo dat dergelijke hulpvragen van een (plaatselijke) overheid voor christenen kansen bieden. Namelijk om juist in de publieke ruimte actief te zijn. Door met je daden te laten zien wat Jezus voor jou betekent en zijn liefde door te geven aan mensen die Hem niet kennen. Om te delen en uit te delen.

Via de lijn van het doen, komt er dan wellicht gelegenheid om (ook) te getuigen. Om over Jezus te spreken, wie Hij is, wat Hij heeft gedaan en dat Hij niets liever wil dan dat mensen in Hem gaan geloven.

Eigenlijk is er niets nieuws onder zon.

In de zending hebben we geleerd dat zending en hulpverlening hand in hand dienen te gaan. Nederland is allang geen christelijk land meer, het is eerder een zendingsland geworden. Laten we die les daarom ook maar in Nederland toepassen. Dat evangeliseren en hulpverlening hand in hand dienen te gaan. Dat missionaire gemeente en diaconale gemeente hand in hand dienen te gaan. Afhankelijk van de (plaatselijke) situatie ligt de nadruk wat meer op het ene dan wel het andere. Afhankelijk van de (individuele) gaven richt de een zich wat meer op het ene en de ander wat meer op het andere.

Samenwerken

Aan het einde van dit derde artikel wil ik nog even terugkomen op de geschetste tegenstelling bij de overheid. Van enerzijds het geloof achter de voordeur willen terugdringen en anderzijds christenen en kerken uit te nodigen om barmhartigheidswerk te doen.

Hoe je het wendt of keert, het blijft een tegenstelling, een vreemde paradox. Die wat mij betreft ook in gesprekken met (plaatselijke) overheden aan de orde gesteld moet worden. Want als je wordt gevraagd om samen te werken, moet je wel helder hebben op welk niveau die samenwerking plaatsvindt en of die samenwerking ook echt wordt gewild. Samenwerken kan op verschillende manieren. In bepaalde literatuur worden twee uitersten beschreven. Het ene uiterste is samenwerken als ‘contract’. Daarbij spreken de partijen iets met elkaar af, leggen dat ook vast in een overeenkomst en komen de partijen hun verplichtingen richting elkaar na. Als je dat niet doet, gaat de boeteclausule in werking. Samenwerken als contract.

Het andere uiterste is samenwerken als 'verbond'. Partners doen dingen samen omdat het door iedereen van harte wordt gewild.

Zoals gezegd, het is goed om met elkaar scherp te hebben welk soort samenwerking aan de orde is. Dat geldt ook voor de samenwerking tussen (plaatselijke) overheden en kerkelijke gemeenten. Zeker als in die samenwerking ook geld een rol speelt. Bijvoorbeeld als er diaconale gelden worden ingezet om nood bij mensen in de buurt te lenigen.

Afsluitend

Ik ben deze drie artikelen begonnen met te schrijven dat het boek Herstellers mij erg aansprak. Dat is met name vanwege de combinatie van getuigen en handelen. Ook het enthousiasme van jonge mensen, twintigers en dertigers, om in deze wereld van betekenis te zijn, vind ik prachtig.

Ik hoop en bid dat deze beweging doorzet en dat daarmee het herstel-plan van God in deze wereld doorgaat.

Opwekkingslied 710 geeft dat prachtig weer:

Zegen ons waar we in geloof voor leven.
Zegen ons waar we hoop en liefde geven.

Zegen om de ander tot zegen te zijn.

O God zegen ons tot in eeuwigheid.

Van uw liefde delend,

waarin wij zelf tot bron van zegen zijn.

Dronten                                            
Wiggele Oosterhoff


Commentaar

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...