Heer,
U bent de Schepper van de hemel en de aarde,
U laat niet los het werk dat U begonnen bent,
Heer, dat geloof ik vast en zeker.
Maar Heer,
nu willen ze dat ik ga danken voor gewas en arbeid,
Heer, ik zeg het U ronduit, dat vind ik moeilijk.
Nee, niet U danken vind ik moeilijk,
maar voor gewas en arbeid, dat vind ik steeds lastiger.
Want Heer,
veel kinderen en trouwens ook grote mensen in Nederland,
weten helemaal niet meer waar hun voedsel vandaan komt,
ze denken echt dat het uit de fabriek komt,
ze weten niet dat het op het land gegroeid is,
dat boeren het hebben gezaaid, hebben bemest en hebben geoogst.
Laat staan, Heer, dat ze weten dat U het op uw akkers hebt doen groeien.
Danken voor het gewas dat U liet groeien,
Heer, veel mensen weten het niet en geloven het niet,
Heer, dat weet U toch ook?
En Heer,
danken voor arbeid vind ik nog lastiger,
er zijn zoveel mensen werkeloos in Nederland,
gelukkig heb ik wel werk en mijn vrouw ook,
maar in onze familie en bij onze vrienden,
zijn er meerderen werkeloos.
Danken voor arbeid, Heer, het voelt niet goed,
het voelt egoïstisch, ik heb het wel, maar anderen niet,
Heer, dan kan ik er toch niet samen met hen voor danken?
Heer, dat voelt U toch ook?
Heer,
ze willen dat ik ga danken voor gewas en arbeid.
Maar Heer, ik bid U,
wilt U mij leren om te danken,
om de juiste woorden te vinden en te spreken,
in deze verwarrende tijd.
Want Heer,
U bent de Schepper van de hemel en de aarde,
U laat niet los het werk dat U begonnen bent.
In Jezus’ naam,
Amen
Dronten
Wiggele Oosterhoff