Jabes ontving op zijn gebed een overvloedige zegen en een groter gebied. Een groter gebied kan behalve letterlijk ook figuurlijk worden verstaan. Dan duidt het op innerlijke groei, meer verantwoordelijkheden of uitbreiding of verschuiving van verantwoordelijkheden. Op een uitbreiding van de invloedssfeer.
Het woord vergroten betekent zeer vermeerderen. ’t Is niet niks wat er kan gebeuren als we om overvloedige zegen en een groter gebied vragen. Het betekent een grotere vruchtbaarheid of dienstbaarheid. Er worden (meer) mensen, direct of indirect, of dieper, bereikt en via ons gezegend. En mogelijk op gebieden die we van te voren zelf niet hadden kunnen bedenken.
En Jabes nu riep de God van Israël aan met de woorden:
‘Wil mij toch overvloedig zegenen
en mijn gebied vergroten;
laat uw hand met mij zijn;
weer van mij het kwade,
zodat mij geen smart treft!’
En God schonk hem wat hij had gevraagd.
Verandering
En met het woord vergroten of zeer vermeerderen komen we op iets waardoor ‘zegen’ in een wat ander daglicht komt te staan. Vaak associëren we zegen met gemak, comfort, succes of iets anders dat fijn of aantrekkelijk is. Maar zegen heeft vooral van doen met verandering. En dan wordt het wel wat spannender. We gaan op avontuur met God naar gebieden die we niet kennen. Dat brengt een zeker risico met zich mee en nieuwe uitdagingen die niet altijd gemakkelijk zijn. En als het aan God ligt stopt Hij niet bij grenzen die wij zelf in gedachten hadden omdat we dachten dat wij iets niet konden of dat iets überhaupt niet mogelijk zou zijn. Dit vraagt bereidheid om onze angsten voor lief te nemen…
Maar waarom zouden we dat doen? Waarom ons veilige leventje opgeven? Omdat dat leidt tot een leven dat vele malen meer zinvol en ‘productief’ is dan wij voor mogelijk hadden gehouden. Zoals in een gelijkenis van Jezus wordt duidelijk gemaakt. Een heer geeft, voor zijn vertrekt naar het buitenland, zijn knechten opdracht om met de gegeven honderd drachmen handel te drijven. Drijf handel en draag vrucht totdat ik kom, zo is de boodschap van Jezus. Dat vraagt om vertrouwen in de heer. Vraag dus om meer gebied! En laten we maar niet terecht komen in woordspelletjes als kwaliteit of kwantiteit. Veel vrucht graag, aldus Johannes 15: 8, want dan groeit Gods reputatie.
Angst – en laat Uw hand met mij zijn
Gebiedsuitbreiding, verandering, het roept angst op. Jozua vond het spannend om de leiding van Mozes over te nemen, met dat weerbarstige volkje. De derde regel in het gebed van Jabes is er dan ook niet voor niks: ‘en laat uw hand met mij zijn!’ God zegt tegen Jozua en tegen ons: ‘wees vastberaden en standvastig, waar je ook gaat, laat je niet ontmoedigen of tegenhouden, want waar je ook gaat, de Heer, je God, staat je bij.’ Er zal genoeg zijn waar we bang voor zijn. Er volgen mogelijk afwijzingen of onbegrip over wie je bent of hoe je doet. Soms zijn de ‘gevaren’ vooral een product van onze verbeelding! Of soms is het gewoon echt gevaarlijk.
Er zijn redenen genoeg om in de veilige zone te blijven! Zoiets heb ik nog nooit eerder gedaan! Of: en het geld dan? Wat zullen de mensen wel niet denken? Zou je dat nou wel doen? Ze zullen me voor gek verklaren. Of voor ketters. Davids broers probeerden hem te weerhouden van zijn gevecht met Goliath. De tien verspieders vonden het beter dat het volk maar niet verder optrok naar Kanaän. Mozes en Jona hebben zich in allerlei bochten gewrongen om onder hun missie uit te komen. Begrijpelijk, want het is menselijk om op ons vertrouwde plekje te blijven.
Voor God is het een easy job om ons gebied te vergroten om ons zo meer dienstbaar en vruchtbaar te doen zijn. Maar Hij dwingt niet. De beslissing is aan ons. Hij geeft ons wel de mogelijkheid en ook de reden om te veranderen. Zo ging Hij behoorlijk de confrontatie aan met Mozes, Jona en later ook met Paulus. Met Paulus toen hij geconfronteerd werd met de verschijning van Jezus en er een gesprek volgde.
Dus ‘Laat Uw hand met mij zijn’. Dat is hetzelfde als: Wilt u, God, met mij zijn met al uw macht. Niet een onpersoonlijke macht die maar wat de vrije loop krijgt. Ook niet een macht die door mijn wensen wordt aangestuurd, maar door Zijn wil. En waar er overeenstemming is tussen Zijn wil en onze wil zal God vaak doen wat wij vragen. Vaak, dus niet altijd. Niet als Hij denkt dat er betere en wijzere wegen zijn.
Gods hand voelen?
Moeten we Gods hand op de een of andere manier voelen? Volgens de schrijver is het beter te letten op Gods daden, bewegingen die zijn ontstaan. In situaties of in onszelf. Maar Zijn tastbare aanwezigheid is natuurlijk niet op voorhand uitgesloten en is uiteraard al een gebeurtenis op zich.
Nadenkend over Gods hand hebben we ons te realiseren dat het niet het een of het ander is: Gods hand of wij. Zo van: laat Hij met zijn macht maar helemaal door mij heen werken, ik als passief instrument. En dan alle controle maar loslaten… Onze eigen inspanning, verantwoordelijkheid en onderscheiden blijven volop ingeschakeld.
Het kwade en de pijn
En ja, juist dan slaat onze kwetsbaarheid toe. Als we merken dat Gods macht iets in of met ons leven doet. Voordat je het weet beelden we ons in dat ons ‘succes’ enkel op het conto van onze eigen geest kan worden bijgeschreven. Een vergelijkbare misvatting is: hoe meer godsvrucht, hoe meer macht. Wat echter meer dan ooit kan gebeuren is dat we een aantrekkelijk doelwit worden van satan. De vierde zin - ‘en weer van mij alle kwaad’ - is dan ook geen overbodige luxe. Daarmee zijn we natuurlijk niet ontslagen van onze verantwoordelijkheid om ook zelf verleidingen uit de weg te gaan. Maar het is uitermate ‘handig’ om God te vragen ervoor te zorgen dat alvast een aantal verleidingen niet op ons pad komen. Dat scheelt zeker een paar klussen per dag! En waarom zouden we dat niet gewoon vragen? En als we toch bezig zijn, waarom dan ook niet ‘even’ gevraagd aan God of Hij ons het kwaad van lijden en zonde bespaart? God wil gevraagd worden. En Hij wil graag geven.
Het kwaad van verleiding, lijden en zonde brengt pijn met zich mee. En daarom besluit Jabes zijn gebed met de woorden: ‘en weer van mij het kwade, zodat mij geen smart treft’. En God deed wat Jabes vroeg.
Een Amerikaans boekje? Of stoffig want oudtestamentisch? Of toch best wel ‘gelovig’ want het ademt een geest van vertrouwen in God?
Hoogeveen
Nynke Sikkema-Holwerda
N.a.v. Bruce Wilkinson, God wil ons overvloedig zegenen, Als wij Hem erom vragen, 2010, 187 pag., paperback, Uitgeverij Gideon, Hoornaar, € 15,95, ISBN 978 90 6067 540 3