De generale synode behandelde op dinsdag 26 november 2013 tijdens haar tiende zitting verscheidene rapporten: over kerkrechtelijke zaken, over diaconaat, over financiën, over de doop van pleegkinderen, over dans en drama, en over kerkelijke verhoudingen.
In de morgenvergadering stelde de generale synode een nieuwe regeling vast ten aanzien van de behandeling van appelzaken. Het komt voor dat een gemeentelid bezwaar maakt tegen een besluit van de kerkenraad en in appel gaat bij de classis. Een appelzaak van een gemeentelid komt soms ook op een particuliere synode of zelfs op een generale synode. Gelukkig gebeurt dat niet veel. Wel is het goed dat de mogelijkheid daartoe bestaat.
Ook een kerkenraad kan in appel gaan. Dat gebeurt dan wanneer hij zich bezwaard weet door een classisbesluit. Hij gaat dan in beroep bij de particuliere synode. En er zijn meer mogelijkheden van appel. Ook een classis of een particuliere synode kan appel aantekenen.
Voor de behandeling van deze zaken zijn regels nodig. Maar de bestaande regels waren aan verduidelijking en verbetering toe. Dat is nu gebeurd.
Soms komt het voor dat een gemeentelid of een kerkelijke vergadering herziening van een besluit aanvraagt. Dan wordt bij de desbetreffende vergadering het verzoek neergelegd nog eens goed naar een besluit te kijken. Ook voor verzoeken tot revisie gelden regels.
De oude regeling ten aanzien van appel en revisie had iets van een lappendeken. Dat is nu veranderd. De nieuwe procedure is een verbetering ten opzichte van de oude. Deze regeling zal aan de kerken worden bekendgemaakt. Mogelijk komt er een beknopte handleiding en worden er voorlichtingsbijeenkomsten voor ambtsdragers georganiseerd.
Diaconaat
Deputaten diaconaat gaan zich de komende jaren meer bezinnen op het eigene van het diaconaat. Zij onderstrepen dat diakenen binnen de kerkenraad een eigen plek en taak hebben. Maar dat moet meer aandacht krijgen dan tot nu toe het geval was. Vooral ook het gegeven dat diakenen niet alleen een taak hebben in dienstbetoon, maar ook in het toerusten van de gemeente tot dienstbetoon.
Voor dat laatste bestaat binnen onze kerken een specifiek middel: het diaconaal huisbezoek. Dat bedoelt het stimuleren en motiveren van gemeenteleden tot hun diaconale taak. Dit huisbezoek is een belangrijk instrument voor diakenen. Daarmee kunnen zij de toerusting in de gemeente daadwerkelijk gestalte geven.
Tijdens deze tiende zitting werd ten aanzien van het diaconaat in de kerken een belangrijk besluit genomen. Er werd een reglement vastgesteld voor de classicale diaconale vergadering. De synode ziet graag dat in elke classis zo'n vergadering functioneert. Dat komt het diaconaat ten goede. Een dergelijke classicale diaconale vergadering is een vergadering van diakenen die met last en volmacht door hun gemeente zijn afgevaardigd. Ze verschilt van de bijeenkomsten die worden georganiseerd door de classicale diaconale commissie (CDC). Deze laatste commissie functioneert het gehele jaar door en organiseert toerustingsavonden voor diakenen en andere diaconaal betrokkenen. Een classicale diaconale vergadering daarentegen vergadert maar eenmaal per jaar en is een vergadering van kerken. De kerkenraden hebben erop toe te zien dat er diakenen worden afgevaardigd naar deze vergadering.
Verder kwam in de bespreking naar voren dat het diaconaat vandaag veel aandacht vraagt. Ontwikkelingen in politiek en samenleving geven reden tot zorg. Deputaten diaconaat zien voor zichzelf daarin een belangrijke taak. Ze willen de kerken voorlichting geven. Gelukkig gebeurt dat ook al op een goede manier via het blad voor diakenen: Diacoon. Dat blad zal voortaan ook predikanten worden toegezonden.
De laatste jaren was ds. K. T. de Jonge voorzitter van deputaten diaconaat. Aan deze periode is met deze synode een einde gekomen. In totaal is ds. De Jonge zo'n vierentwintig jaar betrokken geweest bij diaconale deputaatschappen. Een lange periode! Het diaconaat had en heeft nog altijd zijn hart.
Financiële zaken
De komende tijd zullen deputaten financiële zaken werken aan een folder over de afdrachten aan de kerkelijke kassen en de emeritikas. Die folder is bedoeld om gemeenteleden meer inzicht te geven in die afdrachten.
De folder zal iets zeggen over de achtergrond van de omslagen voor de diverse kassen en waarom een bepaald bedrag voor een bepaalde kas is vastgesteld. Ook zal die folder worden genoemd wat andere kerkverbanden opbrengen voor diverse kerkelijke activiteiten.
Er kwamen ook problemen ten aanzien van de afdrachten ter sprake. Gemeenten met veel kinderen zijn rijk gezegend, maar voelen ook een zware financiële druk vanwege de verschuldigde afdrachten. Deputaten zullen zich de komende tijd daarmee bezighouden. Ze zullen studie doen naar de vraag of de heffing van afdrachten over de kerkleden anders kan worden verdeeld. Dan zouden de kerken grote gemeenten met veel doopleden misschien iets kunnen ontzien. Het is de vraag wat de uitkomst daarvan zal zijn.
In 2009 heeft de particuliere synode van het Noorden daar ook al onderzoek naar gedaan. Toen was de conclusie dat er moeilijk een systeem is te bedenken waaraan geen bezwaren kleven.
Omslagen
De generale synode heeft de omslagen voor belijdende leden en doopleden vastgesteld voor de komende jaren. Deze zijn als volgt:
Theologische Universiteit Apeldoorn: € 7,45;
studiefonds: € 1,00;
varenden: € 1,15;
kerkjeugd en onderwijs: € 3,50;
gezondheidszorg: € 1,35;
onderlinge bijstand en advies: € 4,00;
evangelisatie: € 4,00;
kerk en Israël: € 1,00;
zending: € 8,00;
diaconaat € 3,00.
In totaal: € 34,45.
Daar komt nog de emeritikas bij. Dat is een bedrag van € 30,00. De synode heeft zich ingespannen de omslag over de komende drie jaar dezelfde te laten zijn als de omslag van de afgelopen drie jaar. Het resultaat van deze inspanning was een verhoging van € 1,05.
Doop pleegkinderen
De synode nam tijdens deze tiende zitting eveneens een besluit ten aanzien van de doop van pleegkinderen. Dat gebeurde in antwoord op een instructie uit de particuliere synode van het Noorden.
Over de doop van pleegkinderen zegt onze kerkorde niet veel. Het enige dat we daarover lezen staat in artikel 60: Aangenomen kinderen en vondelingen kunnen gedoopt worden als vaststaat dat ze kinderen van het verbond zijn en de pleegouders het recht van opvoeding metterdaad hebben. Kerkenraden hadden tot dusver nauwelijks handvatten voor het omgaan met een verzoek tot de doop van een pleegkind. Dat is nu veranderd.
Het is overigens niet bekend hoe vaak een dergelijk verzoek op de tafel van een kerkenraad komt. Maar toch, het gebeurt. Bijvoorbeeld op Urk, waar deze instructie oorspronkelijk vandaan komt. Maar ook elders speelt deze vraag. Daarom was het goed dat de generale synode zich daarover uitsprak.
Ze bepaalde dat pleegkinderen gedoopt mogen worden wanneer zij langdurig in een pleeggezin zijn geplaatst. God heeft deze kinderen in zijn voorzienige leiding gebracht binnen de kring van zijn verbond en zijn gemeente.
De doop kan dan worden bediend wanneer aan een aantal voorwaarden is voldaan. De plaatsing moet langdurig zijn zodat er een waarborg is dat de pleegouders de opvoeding naar de eis van het verbond van God kunnen bieden. Met 'langdurig' wordt dan bedoeld de periode tot en met het achttiende jaar van het kind. Deze plaatsing moet blijken uit een verklaring van de pleegzorginstantie.
Het moet ook duidelijk zijn dat de pleegouders verlangen naar de doop van hun pleegkind. De kerkenraad heeft de taak zich te overtuigen van de goede motivatie van deze ouders en ook dat het kind niet tegen zijn wil gedoopt wordt.
Verder zal er een schriftelijke toestemming moeten zijn van de biologische ouder(s) en bewilliging van de instantie die het kind in het pleeggezin heeft geplaatst en eventueel de gezinsvoogd. Wanneer biologische ouders uit het ouderlijk gezag zijn ontzet is er een schriftelijke toestemming nodig van de voogd en bewilliging van de pleegzorginstantie. Zo mogelijk moet dan ook de mening van die ouders worden gevraagd.
Verder is deze dag gesproken over de instructie vanuit de particuliere synode van het Noorden over dans en drama. In de avondvergadering kwam de verhouding tot de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) aan de orde. Over deze beide agendapunten de volgende keer.
Feanwâlden
D. J. Steensma