Wie? Taddeüs! En dan valt er een stilte. Wie is in 's hemelsnaam Taddeüs? Een enkele geletterde onder ons zal weten, dat hij bij de twaalf discipelen hoorde en wie nog meer letters gegeten heeft zal kunnen zeggen, dat er een vermoeden is, dat hij mischien wel een broer van Jezus zelf was. Maar daar houdt het op. Taddeüs preekte het evangelie, maar is op geen enkele manier in de galerij der groten terecht gekomen. Hij is één van die miljoenen, die het Koninkrijk bouwen en alleen de Naam van Jezus achterlaten. Goed, we kennen zijn naam, maar het is alsof we die kennen om daardoor te weten, dat hij staat voor miljoenen onbekenden. En die gedachte ontroert mij. Geen brief van Taddeüs, geen evangelie naar Taddeüs, geen prekenserie van of gemeente gesticht door Taddeüs. Misschien heeft hij het allemaal wel gedaan, maar dan is het misschien nog triester, dat het weer verloren is gegaan.
Taddeüs, geen naam, geen beroemdheid, geen BN-er.
Zijn naam betekent ‘zachtmoedig’ en dat maakt al meteen, dat ik een zwak begin te krijgen voor deze man. Vreemd eigenlijk, want ik weet niets van hem. Nee, maar God vond het nodig om hem in de bijbel op te nemen en discipel van Jezus te maken. En dat is veelzeggend. Een man, die verder geen enkele bekendheid of grootheid in zich bergt, wordt opgenomen in Gods geschiedenis. Dat zie ik als een knipoog van boven naar allen, die geen enkele grootheid ontwikkelen onder de mensen en juist daarom groot zijn bij God.
Taddeüs. Het is genoeg, dat God zijn naam kent.
Almere
P. van Dolderen