In het vorige artikel zagen we dat God bezig is mensen te overtuigen. Dat Hij niet hun vijand is maar hun Redder én Liefhebber.
Ultiemer bewijs van liefde dan zelf voor iemand te sterven, bestaat niet. Duidelijk werd dat enkel grenzeloze liefde het zou kunnen winnen van menselijk wantrouwen en vijandschap. Dit artikel heeft als onderwerp: God wil dat zijn kinderen ook meedoen aan dit proces van vriendschap sluiten. Om wantrouwen en haat af te breken. Liefde zonder maat is daarvoor nodig. En Jezus laat ons nadenken over de vragen hoe dat ‘ontvijanden’ in zijn werk gaat.
Nieuwe doelen stellen
Jezus vraagt van ons dat we de andere wang toekeren en ons hemd laten afnemen. Dit is niet maar een nieuw regeltje dat we met wat creativiteit weer leeg kunnen maken. Het gaat erom dat Zijn leerlingen nieuwe doelen gaan stellen: herstel van recht en relaties. Dat wij net als God maar één ding op het netvlies hebben: er alles aan doen om de naaste ervan te overtuigen dat we níet zijn vijand maar zijn vriend willen zijn. Dat we echt het goede met de ander voor hebben. Moet je wel een beetje last hebben van het ‘Godvirus’: mateloze liefde (al was het maar bij ‘goddelijke’ vlagen) en gegronde hoop op (rechts)herstel, voor nu en later.
Vurige kolen op iemands hoofd stapelen noemt Paulus het. ‘Ontvijanden’. Wat overigens niet hetzelfde is als ‘doofpotterij’ en het maar nergens over hebben. Het is vrede met de ander hebben voor zover het van jou afhangt. I am not your enemy! En ik zal het je nog bewijzen ook …
Dan is het overigens wel handig dat je even nadenkt op welke momenten, en met welk doel je de kaas van je broodje laat eten. Je zomaar laten kaalplukken is volstrekt doelloos. En het kwaad hoef je nou ook weer niet te faciliteren.
Geld en bezit zijn reeds besmet
Vriendschap als doel. De ander overtuigen van jouw welwillendheid, jouw goedgezindheid, ondanks wat er gepasseerd is. Klinkt wel goed eigenlijk. Echte logica van het Koninkrijk. Maar dan nu de gelijkenis over die verkwistende rentmeester.
Toch wel verwarrend, zo’n slechte kerel die er vervolgens nog méér een potje van maakt. Heiligt soms het doel (je eigen hachje redden) de middelen? Is dat soms eerlijk? De gelijkenis zet opnieuw een streep door ons rechtvaardigheidsgevoel. Dat gevoel blijkt overigens zo klein als onze boterham met kaas. Geld en bezit zijn namelijk ‘van nature’ zo ongeveer identiek aan kwaad. Er hangt altijd een prijskaartje aan. Er kleeft (historisch) bloed aan, koloniën en uitbuiting. En rijkdom is altijd ten koste van anderen (geweest). Goed geld bestaat niet. Net zomin als ‘wettige slaven’. Het is een contradictio in terminis.
En dus kan het nooit meer kloppen
Vervelend, maar wíj, geldbezitters, zijn dus die rentmeester. Kwistig, ten koste van derden. Natuurlijk, er zijn van die graaiers die tot de échte uitbuiters behoren. Die heer boven ons, met zijn pachters. Wij pikken er slechts een klein graantje van mee. Daarnaast kunnen we onszelf ook nog geruststellen met de vrome formulering dat wij ons geld en bezit van God hebben ‘gekregen’. Of we zeggen tegen onszelf: ‘Zolang je maar niet aan je geld vastgeplakt zit, want dan pas dien je echt Mammon.’ Want welnee: geld ís hoe dan ook besmet, is reeds ‘gemammoniseerd’. Maak je geen illusies over de ‘rechtvaardigheid’ ervan. Geld is per definitie niet ‘proportioneel’, om die term uit ons rechtvaardigheidsdenken nog maar even weer te gebruiken. Jezus noemt geld als zodanig de onrechtvaardige Mammon.
Dan dient zich de vraag aan: kun je het dan nog góed doen? Omdat menselijke corruptie letterlijk ín het geld geslopen is? Kan, anders gezegd, geld nog ‘geheiligd’ worden? Ja, er is hoop. Kijk maar naar die rentmeester. Hij compenseerde de pachters door de schuldbrieven te halveren. Die schuldbrieven waren namelijk een verkapte vorm van woekerrente, in Israël door God verboden. Door zijn actie herstelde de rentmeester de wet van God. En het is tegelijk enorm slim van die man! De kou, de vijandschap is nu uit de lucht. Ontvijanding! De actie zal geheid de nodige goodwill opleveren bij een aantal pachters. Schokkend verhaal? Als Jezus’ boodschap er maar in hakt: zet geld in om scheefgroei recht te zetten en om vijandschap uit de lucht te halen.
Rechtsherstel vandaag: voor de uitgebuite arbeiders, en voor oorlogsvluchtelingen omdat het Westen machteloos was tot ingrijpen. Fairtrade producten. Financiële ondersteuning voor asielzoekers. Slecht geld kan worden ingezet om vrede en recht te bewerken. Het is het beste wat je met slecht geld kan doen. Paulus’ oproep om tevreden te zijn met eten en onderdak en verder ons geld maar te gebruiken voor de behoeftigen moet ons daarom veel meer bezig houden.
Erfenisverdeling
Geld, onrechtvaardig. En dan vraagt een jongeling Jezus te bemiddelen in een erfeniskwestie. Zoals iedereen weet: oorzaak van menig familiedrama. Jezus wil zich er niet in mengen. Hij is daartoe niet bevoegd, zegt Hij. Waarom zo onwelwillend? Als niet Híj bevoegd is, wie dan wel? O ja, dat onrechtvaardige geld, hoe kan je dat nou nog eventjes, met één pennestreek, rechtzetten door een ‘juiste’ erfenisverdeling?
Vanuit de gedachte dat geld per definitie corrupt is begrijpen we opeens ook hoe vermoeiend de vraag aan Jezus is of je aan de keizer (Romeinse) belasting moet betalen. Jezus kan er ook nog zomaar zijn politieke én religieuze vingers aan branden! Het is weergaloos hoe Hij dit oppakt. Hij vraagt zijn tegenstanders simpelweg om een muntstuk, zo’n munteenheid uit het Romeinse rijk. Wat blijkt? De vraagstellers blijken er één op zak te hebben! Lopen dus rond met een beeltenis (!) van de keizer, met diens pretentie van goddelijkheid! Een gesneden beeld! Hier komt de eerste aap uit de mouw.
Geld-en-afgod op zak. En dan Jezus hierop proberen te vangen? Want Jezus móet toch wel tegen belastingen zijn die zijn opgelegd door een vreemd gezag? Er worden zoveel slechte dingen mee gedaan... Quasivrome gedachten. Denk niet dat Jezus een uitgekookt diplomatiek antwoord gaf, in de trant van: ieder zijn geld, God én keizer. Jezus is niet van de diplomatie. Vrede en diplomatie zijn twee verschillende dingen. En we kunnen hier ook niet de scheiding van kerk en staat inleggen. Alsof Jezus zijn tijd ver vooruit was. Welnee, geld stinkt reeds, en zal altijd blijven stinken. En dus is het behelpen geblazen.
Hypocrisie
Feitelijk, zo beschrijft Lucas, kijkt Jezus slechts in hun portemonnee en ziet daar warempel zo’n stinkmuntje liggen. En daarmee is vastgesteld dat de munthouder zélf participeert in dat keizerlijke monetaire systeem. Dit is de tweede aap uit de mouw. Hij koopt en verkoopt zélf daarmee! En dan nou zeker geen belasting betalen! Wát een hypocrisie! Dat zou net zo iets zijn als vandaag in een auto rondrijden maar tegen wegenbelasting zijn omdat je tegen de huidige regering bent.
Jezus, Rabbi bij uitstek. Altijd tégen hypocrisie die enkel het eigenbelang dient. En vóór praktische, concrete, goede werken die bijdragen aan het herstel van relaties en recht. Liefde zonder maat, ontvijanding, zelfs met dat vermaledijde geld! Jezus is en blijft een ‘oude Jood’ die verlossend met relaties én met geld weet om te gaan! Dat belooft nog wat als Hij straks de Heilige Geest erop uit stuurt, ter verspreiding van het Godsliefde-virus. Wedden dat er een andere wind begint te waaien over deze aarde?
Nynke Sikkema-Holwerda, Hoogeveen