Jezus is  Kurios ! Een geweldige titel van onze Heiland, op een prominente plaats in onze geloofsbelijdenis: Ik geloof in Jezus Christus, Gods eniggeboren Zoon, onze Here.

 

Op een overweldigende manier is Christus' overwinning gebleken in zijn opstanding uit de doden. God de Vader heeft Hem toen aangesteld tot  Kurios . Dat gebeurde na zijn verschrikkelijke kruisiging op Golgota. De Vader heeft Hem bekleed met goddelijke heerlijkheid, verdiend door zijn volbrachte werk. De apostel Petrus zegt: God heeft Hem tot  Kurios  gemáákt (Hand. 2, 36).

Tegelijkertijd was dat een heerlijkheid die Hij al had vóór zijn opstanding uit de doden. Toen was ze verhuld in het menselijke bestaan en bedekt door vloek en dood. Ze lichtte slechts af en toe op. Maar na zijn hemelvaart is aan die verhulling definitief een einde gekomen. God de Vader heeft de bedekking weggenomen. Hij heeft Christus geschonken wat Hij altijd al bezat, goddelijke heerlijkheid. Hij werd wie Hij altijd al was!

Gebieder

Kurios  is een bijzonder woord, omdat we daarin de kern van het geloof zien. Wie deze titel aan Jezus erkent, bevindt zich op de weg van eeuwige redding. Dat is ook wat Paulus zegt in zijn brief aan de Romeinen: Als u met uw mond belijdt dat Jezus Heer is, en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u behouden worden (Rom. 10, 9).

Maar hoe zouden wij Hem ooit als Heer kunnen belijden? Ons verstand strijdt daartegen. Gelukkig wil de Heilige Geest in alle waarheid leiden. Hij doet ieder die gelooft, deze belijdenis uitspreken. Paulus onderstreept dat in een van zijn brieven: Niemand kan zeggen 'Jezus is Here' dan door de Heilige Geest (1 Kor. 12, 3b).

Het is eveneens een bijzondere belijdenis vanwege de diepte daarvan. Ze zegt méér dan we aanvankelijk misschien zouden denken. De titel 'Heer' is een vertaling van het Griekse woord  Kurios . In het dagelijks spraakgebruik van de antieke wereld betekende dit woord zoiets als: leidinggevende of gebieder. Keizers van het Romeinse rijk lieten zichzelf graag zo noemen. Ze waren per slot van rekening de hoogste gezagsdragers van dat rijk. Zelfs met goddelijke status.

Maar de eerste christenen hebben beleden dat Jezus  Kurios  is. Hij staat als de allerhoogste gebieder boven elke aardse machthebber. Zelfs boven de keizer! Deze korte, maar krachtige belijdenis heeft daarom een rijke inhoud. Ze onthult het geheim van de persoon van Christus.

'Jezus is Heer' is de eerste christelijke belijdenis (Rom. 10, 9). Rondom deze woorden is in de loop van de tijd de christelijke belijdenis verder uitgegroeid.

De kerk van de begintijd heeft daarmee overigens meer beleden dan alleen maar dat Jezus boven de keizer staat of welke andere machthebber ook. Ze zei daarmee eveneens dat zijn heerlijkheid gelijk is aan de heerlijkheid van God de Vader.

 

Godsnaam

Het woord  Kurios  was voor de joden en dus ook voor de christenen uit de joden een bekend woord. Zij lazen het bijvoorbeeld in de Griekse vertaling van de Hebreeuwse oudtestamentische geschriften.

Telkens wanneer zij daar dit woord tegenkwamen, wisten zij dat dit een weergave was van de oudtestamentische godsnaam JHWH. Deze naam staat in Nederlandse vertalingen van het Oude Testament met hoofdletters geschreven: HERE. Met deze Naam heeft God Zich aan Israël bekendgemaakt: Ik ben die Ik ben (Ex. 3, 14). En toen Jezus uit de doden was opgestaan, noemden de discipelen Hem met diezelfde naam! Hij is één met God de Schepper. Zo wordt Hij aangeroepen en vereerd.

Er is maar één  Kurios : Jezus Christus (1 Kor. 8, 5-6). Dat is anders dan de oudheid dacht. Deze vereerde tal van 'heren' (kurioi). De kerk daarentegen belijdt slechts één Gebieder. En niet alleen dat. Ook dat Hij aan het begin van alle dingen staat. Paulus zegt dat op deze manier: God de Vader heeft alle dingen door Hem geschapen. Christus staat dus tussen de Vader en de schepping. Hij was erbij toen hemel en aarde werden geschapen. Als we over de schepping spreken, kunnen we dat niet doen zonder tegelijkertijd te spreken over Christus. Hij is de  Kurios  door wie alles is geschapen.

Dat is voor wie gelooft een grote troost. Deze Middelaar maakt het behoud van de zijnen tot een zekerheid. Welke macht zou iets tegen Hem kunnen uitrichten?

De apostelen hebben daarmee een belangrijke uitspraak gedaan. Jezus is niemand minder dan God zelf. Daarom komt Hem goddelijke heerlijkheid toe. Paulus noemt Hem dan ook 'Heer der heerlijkheid'. Hij is bekleed met goddelijke majesteit. Als we dat bedenken, beseffen we des te meer wat de misdaad is die wij jegens Hem hebben begaan. 'Want', zo schrijft de apostel, 'ze hebben de Heer der heerlijkheid gekruisigd' (1 Kor. 2, 8). Hij is door ons vervloekt geworden, die grote en machtige  Kurios  die deelt in de luister van God (NBV)!

 

Christuslied

Vanaf de allereerste begintijd van het christelijk geloof hebben de apostelen beleden dat Jezus Heer is. Sommigen denken daar overigens anders over. Zij menen dat de Jezus niet meer dan een bijzonder mens was en dat de discipelen Hem na zijn sterven steeds groter hebben gemaakt. Ze zouden Hem steeds meer hebben 'opgehemeld'. Ze zouden Jezus steeds grotere eigenschappen hebben toegekend tot zij Hem uiteindelijk met God zelf gingen vereenzelvigen.

De manier waarop H. M. Kuitert deze ophemelingstheorie in een populaire vorm heeft gepresenteerd, heeft velen aangesproken aan het einde van de vorige eeuw. Vandaag wordt deze theorie algemeen afgewezen. Ze is in strijd met wat we weten over de eerste periode van het christendom. Vanaf het allereerste begin heeft Jezus deze titel gedragen:  Kurios . Denk maar aan Thomas die direct na de opstanding Jezus aansprak met 'mijn Here en mijn God' (Joh. 20, 28).

Dat is trouwens ook al verwoord in een oud Christuslied, door Paulus opgenomen in een van zijn brieven. Daarin staat dat elke knie van wie in de hemel en op de aarde zijn, zich eens voor Hem buigt. Elke tong zal dan ook de belijdenis uitspreken: Jezus is Here (Fil. 2, 9-10).

Overigens herinneren deze woorden over 'knie' en 'tong' ook aan God de Vader. Ze verwijzen namelijk naar wat de profeet Jesaja eeuwen daarvoor had opgeschreven: 'Elke knie zal zich voor Mij buigen en elke tong zal bij Mij zweren' (Jes. 45, 23). Opnieuw is duidelijk: In dit lied kent de christelijke gemeente Christus dezelfde eer toe als God de Vader. De kerk heeft direct al vanaf haar begin beleden dat de Vader Hem een naam boven alle naam heeft gegeven.

Dit komt ook nog uit iets anders naar voren, namelijk in de oude bede:  Maranata : Onze Heer, kom! Een bede, direct uit de geboortetijd van de kerk.

Deze Heer die komt, staat overigens niet alleen. Hij is samen met zijn gemeente. Ze is zijn eigendom. Daarnaar verwijst dan ook het woord  'kerk'. Het komt van  'kuriakè : eigendom van de  Kurios , die was, die is en die komt.

Daarom blijft dit het gebed van de gemeente: 'Dat wij niet beschamen / Jezus Christus onze Heer, / amen, God, uw naam ter eer!'

 

D. J. Steensma, Feanwâlden

 


Commentaar

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...