Met het zingen van het lied ‘The Cross Is My Glory’ proberen christenen uit de havenstad Wenzhou zich te pantseren tegen de vernielingen van hun kerken. Recentelijk werden daar driehonderd kruisen naar beneden gehaald. ‘Vandaag zien we dat het belangrijkste symbool van ons geloof wordt besmeurd en vernield. Het verwondt onze harten’, verklaarde een van de plaatselijke kerkleiders. Wenzhou staat bekend als het Jeruzalem van China. De grote havenstad, negen miljoen inwoners, ligt in de oostelijke provincie Zhejiang. Veel Chinese Nederlanders komen uit Wenzhou en uit de omringende dorpen. Na een tijd van betrekkelijke vrijheid voor de kerken lijkt er een nieuw offensief tegen de christenen los te barsten. China wordt nerveus. Er zijn op het ogenblik bijna net zoveel christenen als leden van de communistische partij. De laatste telling gaat uit van minstens 85 miljoen christenen. En de groei van de kerken lijkt nog niet te stoppen.
Nieuwe golf
Is het neerhalen van de kruisen een begin van nieuwe vervolgingen? Moet ook de nieuwe generatie gelovigen door het lijden heen? Lijden lijkt een vast onderdeel van het Chinese christelijke leven. Ook na het verschrikkelijke Mao-tijdperk heeft de kerk veel verdrukking moeten doorstaan. Mao deed een poging om de kerk uit te roeien. Een barbaarse tijd was dat, de tijd van de Grote Proletarische Revolutie. Het was een tijd van ongekende publieke vernederingen en vervolgingen. Na Mao’s dood in 1976 kwam er gaandeweg meer vrijheid. Wel hield de partij de teugels altijd stevig in handen. Soms werden die aangetrokken, dan weer wat gevierd. Naast de door de staat erkende en gereglementeerde Drie Zelfkerk ontstond een geweldig netwerk van huiskerken. Deze niet geregistreerde kerken vormen zonder twijfel het meest dynamische deel van de Chinese kerk. Hun onverschrokken voorgangers zaten meer in de gevangenis dan er buiten. Hun ijver om het Evangelie uit te dragen was niet te stuiten. De gevangenissen werden hun nieuwe werkterrein.
Er ontstaan nog steeds nieuwe netwerken van kleine minder georganiseerde huiskerken. Recentelijk komen er groepen gelovigen samen in fabrieken en kantoren waarvan de eigenaren christenen zijn.
Door lijden heen
Na een betrekkelijke rustige periode neemt de druk nu weer toe. Vorig jaar waren 7400 Chinese christenen betrokken bij vervolging. De overheid ziet het christelijk geloof vooral als een westerse inmenging. Iets dat door hen niet op prijs wordt gesteld. Ook de Drie Zelfkerken worden op dit moment niet ontzien. In sommige plaatsen worden kerken zonder pardon gesloopt.
Als je als westerling een Chinese kerk bezoekt word je niet zomaar met open armen ontvangen. De gelovigen zijn vriendelijk maar terughoudend. ‘Wie ben je en wat kom je doen?’, dat vragen ze zich af. De beperking van vrijheid is voor westerlingen niet makkelijk in te voelen. Wij hebben alleen nog maar vrijheid ingeademd. Dat betekent ook dat ons geloof nog niet echt is beproefd. ‘Lijden hoort bij het christen-zijn’, vinden ze in China. ‘Juist onder deze omstandigheden kan de kerk in China gezuiverd, volwassen en sterk, voorbereid worden op een nog grotere opdracht.' 'Vervolging leert ons gehoorzaamheid.' Een van de bekendste uitspraken van de vorig jaar overleden huiskerkleider ds. Lamb was: 'Meer vervolging betekent meer groei voor de kerk.'
Ontwaakt
China is in alle opzichten in beweging. Vroeger heette China Zongguo, het land van het midden. Zo zagen de landkaarten er ook uit. China in het midden en wat halfbarbaarse landjes er omheen. China was het middelpunt van de beschaving. Na een teruggetrokken periode zien we China nu opnieuw naar het midden schuiven. China ontwaakt. Haar politieke en economische invloed neemt revolutionair toe. China was natuurlijk nooit echt over het hoofd te zien. Na Canada is China het grootste land wat oppervlakte betreft. En China is ook het land met de meeste bewoners. Er leven 1,3 miljard mensen.
Ik weet niet of voor de Chinese overheid gebed ook onder westerse invloed valt. Maar we moeten zeker bidden voor onze broers en zussen in China. Daarnaast kunnen we ook veel van hen leren. Bijvoorbeeld van hun dapperheid en van hun volharding en van hun niet te stuiten ijver om het Evangelie uit te dragen.
K. de Jong, Urk