Ertoe uitgedaagd om iets te vertellen ter gelegenheid van een veertigjarig ambtsjubileum voel ik me toch wat ongemakkelijk. Ik heb geen tas vol anekdotes paraat, geen opzienbare toestanden of wat ook maar. Ik hoef ook geen verhalen op te hangen van ambities en carrières. Gewoon dienaar te zijn van het woord van God, dat is tegelijk ook buitengewoon. Met alles wat daarbij een plek mag krijgen.
Een levensloop kortweg... geboren in Sneek bij de nonnetjes van het St. Antoniusziekenhuis. Dat stond op een steenworp afstand van pastorie en kerk. Goed voor een snuif oecumene, denk ik. Want je kunt als christenen niet buiten elkaar. Vervolgens de jeugdjaren in Baarn, met toenemende belangstelling voor kerk en muziek, en het liefst een combi van die beiden. Theologiestudie in Apeldoorn, en dan predikant in Franeker en Harlingen sinds 1974. Een constante lijn was de begeerte om van dienst te mogen zijn in Gods koninkrijk. Maar het hoe en wat onderging tijdens de studie wel enige wijziging. Ooit was bijvoorbeeld kerkgeschiedenis een aandachtsveld. Maar tijdens de studie raakte ik steeds meer geboeid door de bijbelse vakken. Tegelijk groeide ook de interesse in de liturgiek met alles wat daarbij komt kijken: kerkmuziek en kerkelijke kunst.
Uitleg
Ook in de praktijk stond de ontwikkeling niet stil. Het bezig zijn met de uitleg van de bijbel werd extra gestimuleerd door de intense manier van werken van Frans Breukelman, maar ook door kennisneming van de Joodse uitleg en bronnen. Je laten verrassen door wat er geschreven staat en hoe het er is gezegd. Geboeid worden door structuren en vormen die in de eindredactie van de Heilige Schrift zijn gevormd. Wie het voorrecht te beurt valt om verplicht bezig te zijn met het woord van God raakt steeds weer onder de indruk en wil dat graag doorgeven. Als zoiets overkomt, dan weet je dat de Geest aan het werk is. Ook al is het zeker wel eens pittige kost, soms zelfs confronterend. Daar moet je dan ook niet voor weglopen.
Want in het hart van het geloven staat de ontmoeting met God, in Jezus Christus onze Heer. Dat is het centrum van het kerk-zijn. Daar gaat het om in de eredienst. Vandaaruit ontplooien zich allerlei taken en daarheen keren ze terug om nieuwe energie te ontvangen. De verkondiging staat niet op zichzelf, maar is deel van die ontmoeting. In de eredienst van de gemeente wordt ook de gemeenschap der heiligen beleefd.
Facetten
Dat kent, om het met de oecumenische belijdenis van de kerk te zeggen een viertal facetten. Eén heilige katholieke apostolische kerk. Dat begint met de eenheid van allen die in Christus geloven. Ondanks alle verscheidenheid en zelfs verdeeldheid ligt daar het principe. Vervolgens spreekt de heiligheid. De kerk is een uniek instituut, een verhaal apart. Vooral vanwege de koning van de kerk. De kerk is ook katholiek, dus niet tot een bepaalde tijd of een bepaald land beperkt. De kerk is apostolisch: basis is de verkondiging van apostelen en profeten. Het geeft ook een traditie aan die enerzijds nimmer klakkeloos overgenomen mag worden, maar anderzijds evenmin mag worden veronachtzaamd. Wij vinden het wiel niet uit, en het is goed om voort te bouwen op de waardevolle zaken die ons zijn overgeleverd.
Natuurlijk is ons ook wel eens iets nagelaten wat beter vergeten kan worden. Het gaat er niet om dat we alles in de kerkdienst leuk moeten vinden. Het enige doel is ook niet het onderhouden van sociale contacten. Het gaat om de ontmoeting met Hem die we de Heilige noemen. Dat bepaalt ook het karakter en de stijl van de samenkomst. We worden dan ook geroepen om een zo goed mogelijke kwaliteit aan liederen en gebeden en muziek te bieden.
Het is een verademing om te merken dat een bekwaam organist de gemeente goed begeleidt.
Het is ook een vreugde om in een dienst een cantate van Bach te horen of een psalmzetting van Sweelinck. Het is evenzeer een genoegen om zelf mee te zingen in een Choral Evensong in een Anglicaanse setting.
Psalmen
Er is ook veel veranderd in veertig jaar. Toen ik begon, viel er over gezangen niet te denken. Dus leek het me goed om daarom alle psalmen aan bod te laten komen. Intussen kom je nu rijp en groen tegen, maar psalmen raken in het vergeethoekje, helaas.
Zorgelijk is het ook, dat de trend van toen, en dan denk ik aan de kerkverlating, enorm is toegenomen. Vervolgens regent het aan adviezen hoe daarmee om te gaan. Daar word je echt moe van: wat er allemaal moet en het helpt niet echt.
De taak en roeping van de kerk van Christus is: concentratie op het Evangelie dat God ons geschonken heeft. Daarvan weten we dat het eeuwig blijft.
D. J. K. G. Ruiter, Arum