Er is de laatste tijd veel te doen geweest over 'schepping of evolutie' door het kinderboek van Corien Oranje en prof. Cees Dekker. Cees mocht nog een afsluitende column schrijven in het Nederlands Dagblad van 31 oktober j.l.
Hij is aanhanger van 'theïstische evolutie', door God in gang gezet in één levende cel, waaruit vervolgens álle levensvormen zijn ontstaan.
Cees is niet eerlijk en doet voorkomen alsof hij altijd al op dit standpunt heeft gestaan. Nog geen tien jaar terug was Cees belijder van 'Intelligent Ontwerp', dat de noodzaak van ontwerp onderschrijft. Aanhangers daarvan lieten in het midden wie die Ontwerper was, maar Cees deed dat niet en beleed Goddelijk Ontwerp. Dat blijkt uit zijn aanbeveling op de omslag van het boek «cursief» Ik heb te weinig geloof om een atheïst te zijn «einde cursief» van Geisler en Turek. Het rekent af met de evolutietheorie en verdedigt dat de mens een uniek geschapen wezen is. Waarom zijn zekere christenwetenschappers dan opgeschoven naar 'theïstische evolutie'? Waarschijnlijk omdat 'ontwerp' binnen de merendeels ongelovige wetenschap niet gedoogd wordt; het verstoort hun werkmodel. Kijk even op internet en constateer dat ook 'theïstische evolutie' dit lot ondergaat!
Francis Collins heeft het boek geschreven «cursief» De taal van God «einde cursief» als enthousiaste evolutionist. Hij was leider van het Menselijk Genoom Project, wetenschappers die het DNA hebben ontcijferd.
In evolutie is alles gebaseerd op toeval, natuurlijke selectie en natuurcatastrofes. Natuurlijke selectie betekent, dat de cel of ontwikkelende levensvorm het beste doet voor de soort en ontwikkeling naar hogere levensvormen. Concurrentie met rivalen ontaardt in moord en doodslag en de sterkste overleeft («cursief» survival of the fittest «einde cursief»). 'Ben ik even blij dat ik nu leef, anders was ik goed de klos' (grapje!).
Bij atheïsten is geen ruimte voor Goddelijke sturing. Als christen benadrukt Collins dit, omdat hij niet geconfronteerd wil worden met het verwijt dat ergens de 'God van de gaten' wordt opgetrommeld. Met hetzelfde gemak wordt in het hoofdstuk over theïstische evolutie God tóch weer opgevoerd als Degene die de touwtjes ongemerkt in handen had om te voorkomen dat het eindresultaat onbedoeld was! Volledig inconsequent, maar goedbeschouwd veel erger: De Allerhoogste wordt door Collins als een pion op het schaakbord gebruikt zoals het in relatie tot de wereldse wetenschap het beste uitkomt. Wanneer die gevolgtrekking voor Collins geldt, dan voor alle theïstische evolutionisten; je moet dat als christen wel verantwoorden! We zijn benieuwd wat Gijsbert van de Brink in zijn komende boek daarover aanreikt. Het ontbreekt aan ruimte om op de fnuikende gevolgen voor ons geloofsleven in te gaan en is een te behandelen onderwerp voor diverse theologen.
Joop Bosman, Groningen