De Gasthuiskerk in Middelburg staat in het centrum van de stad in een winkelstraat. Hoe is dat als het koopzondag is? Hoewel ik sinds enkele maanden daar geen predikant meer ben, schrijf ik omwille van de levendigheid in de tegenwoordige tijd.
Zondagmiddag. Uur of vier. Op de fiets naar de kerk, natuurlijk. Het is maar tien minuten fietsen en zo gebruik je geen brandstof waarvoor mensen op zondag in touw moeten zijn. Het is rustig in de straat. De enige dag zonder de busjes die aan huis pakketjes bezorgen. Wij zijn het enige gezin dat de rust even verstoort, samen met een ander. Dat gaat ook naar de kerk. Met de auto. Maar ze hebben dan ook meer bagage mee te nemen, een aantal kwetsbare hoeden. We groeten elkaar met een gevoel van verstandhouding: we hebben eenzelfde doel, hoewel we niet naar dezelfde kerk gaan.
Het is een mooi fietstochtje. Langs een stukje singel, door een laantje onder hoge bomen door. Vroeger was daar Walcheren op miniatuurschaal te bezoeken, nu is het een park dat vooral op zondag in trek is bij gezinnen met kinderen, om er te picknicken of te wandelen. En als je weer naar huis gaat kun je een ijsje kopen bij de frietkraam, die ondanks het vertrek van het Zeeuwse Madurodam is gebleven.
Het straatbeeld is rustig. Wat wandelende stellen. Een alleengaande met zijn hond - als je dier nood heeft, help je die te lenigen, rustdag of niet. En een enkele jogger, om het lichaam in conditie te houden. Kun je het lichaam van een zondagse jogger ook een tempel van de Geest noemen? Ik fiets langs de eeuwenoude abdijgebouwen en nader het winkelhart van de stad. Daar staat ons kerkgebouw, ook eeuwenoud.
Dan: hé, wat doen al die auto’s op ons parkeerterrein? En wat een drukte! Al die mensen heen en weer door onze straat? Wat doen ze hier? Ga je ergens anders lopen vervelen! En de fietsbeugels, nota bene aan de voet van ons kerkgebouw: ik moet moeite doen een plekje te vinden! Wat is er aan de hand?
O ja... de eerste zondag van de maand! Koopzondag. De kerk is niet de enige die open is. De uitnodiging om te komen, te kopen en te eten klinkt uit alle panden. De winkelstraat is winkel-straat, ik moet hem delen. Het voelt alsof wat van mij is, mij is afgenomen.
Open kerk
Zo is het al jaren in Middelburg: één keer per maand is het koopzondag. Wij zijn de enige kerk die er mee te maken heeft. De andere kerken in het centrum hebben geen middagdienst en de winkels openen vanaf 13.00 uur. We laten ons door de koopzondag niet uit het veld slaan. Net als iedere zondag staan de kerkdeuren open. De glazen binnendeuren houden de kou buiten. We bidden, zingen, lezen en preken net als iedere zondag. Wij waren per slot van rekening al jaren op zondag open, voordat het idee bij de winkeliers opkwam dat ook te doen! We proberen niet meer dan anders op te vallen door meer geluid te produceren of ons anders te gedragen. Opvallen doen we toch wel! Want het is natuurlijk heel bijzonder dat tussen al die lege (!) winkels, één gebouw vol mensen is. Dat trekt de aandacht.
Regelmatig kijken passanten dan ook even om het hoekje. Ze lopen de hal binnen. Daar is een luidsprekertje opgehangen. Niet om op straat hoorbaar te zijn, maar om wie binnen gekomen is de mogelijkheid te geven mee te luisteren. De koster is alert. Hij heeft een goede intuïtie voor wat binnenkomers willen. Je moet niet opdringerig zijn. Maar wel aanwezig om eventueel te vertellen wat er gaande is. De meeste mensen komen niet verder dan de hal. We hebben wel eens overwogen om de achterste rijen banken leeg te laten, zodat binnenkomers even kunnen gaan zitten met het gevoel van volledige vrijblijvendheid. Want dat is belangrijk, men moet meteen weer weg kunnen lopen. Net zoals het in een winkel als niet prettig wordt ervaren, als meteen bij binnenkomst een verkoper je aanklampt. Die achterste banken zijn echter ook nogal in trek bij sommige gemeenteleden. Die laten zich niet snel van 'hun eigen plekje' verjagen – zoals ik verknocht raakte aan mijn fietsbeugel.
Tot overlast heeft de vrije toegang nog nooit geleid. Eén keer is er iemand naar binnen gelopen die iets schreeuwde en toen weer naar buiten liep. Eén keer is iemand naar binnen gelopen, helemaal naar voren naar de liturgische tafel, waar hij neerknielde, een kruis sloeg, weer opstond en weer wegliep.
Bedreiging of uitdaging?
De koopzondag vormt voor onze diensten geen bedreiging. Het is wat lastiger om een parkeerplek te vinden voor je auto of fiets, maar ons wordt niets in de weg gelegd samen te komen. De bedreiging zit ‘m veel meer in de veranderende manier van godsdienstuitoefening bij ons zelf, waarbij de regel om op zondag twee erediensten te bezoeken wegslijt. De koopzondag is ook geen uitdaging in die zin, dat de erediensten met het oog op winkelend publiek anders ingericht zouden moeten worden. Ik ga er van uit dat we in álle diensten rekening houden met de aanwezigheid van gasten en dat dat met name tot uiting komt in de gastvrije en open sfeer in de gemeente. Een vreemdeling wordt wel opgemerkt, maar niet doodgeknuffeld of weggekeken. Er wordt gepreekt in taal waaruit kan worden opgemaakt waar het over gaat. De uitdaging zit ‘m veel meer in het ingaan op de groeiende ervaring van betekenisloosheid van het christelijk geloof en de christelijke gemeenschapsvorming, waarvan het op zondag gaan winkelen in plaats van naar de kerk gaan één van de uitingen is.
Kostbaar
Een centraal vastgestelde, collectieve vrije dag is een bijzonder goed, dat we moeten koesteren. Het past in het tegengaan van het uitputten van de mens en het milieu. Het is tegenstrijdig, wanneer de overheid op de klimaattop in Parijs zich verplicht om een halt toe te roepen aan de klimaatverandering en tegelijkertijd de consumptie en de productie van goederen stimuleert door afschaffing van de zondagsrust. Er zijn overigens berichten dat in sommige gemeenten wordt overwogen de koopzondag weer af te schaffen omdat het economisch niet rendabel is. De minister overweegt om de meivakantie weer centraal vast te stellen voor alle scholen. Het blijkt onpraktisch dat iedere school de periode zelf mag bepalen: gezinnen hebben te maken met verschillende vakantieperiodes. Ik zie een parallel met de koopzondag. We krijgen er spijt van als we toegaan naar een situatie dat de keuze van een vrije dag wordt overgelaten aan iedere individuele werkgever en werknemer.
Toekomst
Maar stel dat in Middelburg de koopzondag blijft en wordt uitgebreid. Wat moet je als centrumkerk doen? Allereerst: aanwezig blijven. Het is jammer dat vanwege parkeerproblemen en andere praktische problemen kerken het centrum van de stad verlaten. De kerkgebouwen daar worden monumenten. Het versterkt het beeld dat de kerk iets van vroeger is. Laat winkelend Nederland geconfronteerd blijven met het fenomeen dat er ook mensen naar het centrum komen om te kopen en te eten, brood en wijn, zonder prijs. Ten tweede blijven doen wat jouw 'ding' is: te midden van alle verleidende stemmen de stem van Christus laten horen: 'Heeft iemand dorst, hij kome tot Mij en drinke!'
Ik begon met mijn eigen irritatie over het moeten delen van de winkelstraat met winkelend publiek. Er is echter een ontwikkeling waardoor je je kunt afvragen hoelang de Gasthuiskerk nog in een winkelstraat staat. Door ons toenemende digitale shoppen, zeven dagen per week, groeit de leegstand van winkelpanden. Ondertussen neemt de belangstelling voor wonen in oude stadscentra toe. Als deze ontwikkeling zich zal vertalen in een omslag van winkelend naar wonend publiek, versterkt dat alleen maar de noodzaak om als kerk in de stad te blijven, midden tussen de mensen. De onrust van de 'koopzondag' zal zich straks niet meer vertalen in winkelend publiek, maar in de busjes en drones van de pakketdiensten die zeven dagen per week hun goederen afleveren. Dan ben ik met mijn kerkelijke buren niet meer de enige die in mijn straat op zondag de rust verstoor.
A. Hakvoort, Kampen