Als gemeente bij elkaar komen voor gebed op de tweede woensdag van maart doen we in Nederland sinds ca. 1600. Dat is in het algemeen een gewoonte geworden. Er zijn redenen om wat vraagtekens bij deze gewoonte te zetten. Wat mij betreft is het een goede gewoon­te, maar goed om eens na te den­ken over de inhoud van deze gebedsdienst.

 

Ik ben zelf opgegroeid in een agrarische gemeente: daar was biddag een doordeweekse kerkdag. Op de zondagse tijden waren er op woensdag kerkdiensten. Behoorlijk trouw kerkbezoek, je had vrij van school, men nam een dag vrijaf. Toen ik vijftien jaar geleden in het Nieuwegeinse kwam, was daar niet de ge­woonte om een doordeweekse biddagdienst te houden, maar dat in de daarop­volgende zon­dag­mor­genkerkdienst te doen. Dit is tekenend voor het verschil tussen stedelijke en plattelands­ge­meen­ten. Er worden in het algemeen minder doordeweekse biddagen belegd. Er is ook een ten­dens om de thematiek breder te maken dan ge­was en arbeid; dat ondergraaft de reden om afzonderlijk sa­men te komen. Dat­zelfde doe je ook als zo’n biddagdienst zich nauwelijks onderscheidt van een zon­dag­se kerkdienst. Daarnaast voelen we de noodzaak van gebed voor ons dagelijks brood minder sterk. Want in onze westerse samenleving hebben we de voedselvoorziening aardig goed voor elkaar en denken dat ons gebed vooral voor het dagelijkse brood in derde wereldlanden noodzakelijk is.

 

Veranderd godsbeeld

Toegenomen kennis en kunde hebben ons godsbeeld nogal beïnvloed. God is steeds meer terug­ge­drong­en in de hoge hemel. Als je denkt dat Hij steeds minder te maken heeft met de voedsel­voor­ziening, heeft dat (wellicht onbewust) invloed op je gebedsleven. Ik vraag me vaak af of we dat wel goed doorhebben. Neem de droogte die nu in zuidelijk Afrika honger veroorzaakt. Ik hoorde bij de eerste berichten over de invloed van El Niño. Ik dacht tot voor kort dat dat een verschijnsel was dat ons onverklaarbaar overkwam. Maar ik hoorde via de weerman een verklaring over verwarmde ocea­nen e.d. waarmee de invloed van El Niño werd uitgelegd. Ik denk dat dergelijke verklaringen invloed hebben op ons gods­beeld. En als gevolg daarvan ook op ons gebed… voor gewas en arbeid. De nood­zaak tot gebed voor dagelijks brood voelen we meer voor bijvoorbeeld de met droogte bedreigde bevolking van Mozambique dan voor Nederland. Want voor onszelf hebben we de broodvoorziening aardig voor elkaar. Afhankelijkheid is hier eigenlijk geen punt. En wat dan nog te bidden?

 

‘Heer, leer ons bidden’

Van Bonhoeffer hebben we geleerd: Gott ist kein Lückenbüsser ungelösten Fragen (God is geen gatenvuller van onopgeloste vragen, red.). Dan zou God inderdaad steeds minder gebied toebedeeld krijgen. Ik ga hier niet even het vraagstuk van ons godsbeeld behandelen. Ik wil rond gewas en arbeid wel de rol van de mens onderstrepen. Ook daar geld ‘bid en werk’. Dat zijn wel twee onderscheiden maar geen gescheiden menselijke activiteiten. De bijbelse boodschap is toch, dat wij mensen mogen zaaien en dat God de wasdom geeft? Roept Paulus niet op tot menselijke activiteit om te eten (2 Tess. 3)?

Net als de discipelen hebben wij onderwijs nodig om te kunnen bidden. Dat is voor mij een motief tot een korte verkondiging in deze gebedsdiensten. We moeten leren bidden, geloven. Voor gebed moet je je niet alleen bewust zijn van je beeld van God maar ook van je mensbeeld. We moeten ons be­wust zijn van onze eigen rol als mens in de voedselvoorziening via economie, han­dels­verdragen, ta­riefmuren, klimaatverandering e.d. Past bij een ootmoedig gebed tot God niet meer ge­rechtigheid in ons handelen? Hoe kun je oprecht tot God bidden om brood als je niet bereid bent te delen? Als opmaat voor de biddag kun je ook in een groep bij elkaar komen om over dit gebed en ónze rol rond de voedselvoorziening in gesprek te gaan en samen gebedsonderwerpen formuleren.

 

Laat het vooral een dienst van gebed zijn

In zo’n gebedsdienst moet er ook meer dan anders ruimte voor gebed zijn. Ik bedoel niet puur meer tijd; dat ook, maar als er niet anders en meer en intensiever dan in de zondagse diensten gebeden wordt, wat is de zin dan van een doordeweekse gebedsdienst? Beperk bovendien de gebedson­der­wer­pen tot ‘voedsel en werk’ en bid na­drukkelijk voor zaaien, maaien, oogsten; voor de bakker en de groenteman, de voedselindustrie, het dagelijkse werk, het inkomen om te kunnen leven, de studie van jong en oud, thuiszorg en maat­schap­pe­lijke zorg, gezondheidszorg, ons huis, e.d. Zo is het geen ‘beperkt’ aantal gebedsonderwerpen meer. Vraag bij de voorbereiding of voor het gebed in de dienst ter zake deskundige of ervaren gemeenteleden: een voorganger is ook maar één mens met beperkte kennis. Misschien kunnen de kerkgangers ook achtereenvolgens voor een bepaald onderwerp in stil­te zelf bidden of in groepjes in gebed gaan. Met andere woorden: wees creatief in het intensiveren van het gebed en het betrekken van gemeenteleden.

 

 

Rijn de Jonge, Nieuwegein


Commentaar

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...