Vandaag de dag zijn mensen mondiger dan ooit, vooral in westerse samenlevingen. Hoe gaan we pastoraal om met dit ‘type mens’ dat zich niet zomaar wat laat gezeggen?

In de voorgaande artikelen in de serie ‘Eigenwijze schapen’ ging het over pastorale ethiek. In artikel één zagen we ondermeer dat God op aarde kwam als méns, en niet als idee of theorie. En dat God gekomen is om het onvolkomene in Zich op te nemen, zich ermee te verbinden. In het tweede artikel kwamen we te spreken over de taak van de kerk. Mensen helpen om Christus zichtbaar te maken: met Christus-ogen leren kijken, en een ‘leven-voor-de ander’ vanuit Zijn liefde te leren ontwikkelen. In het derde artikel kwam het aspect gebrokenheid aan de orde en de vraag hoe daarmee in de ethiek om te gaan. Daarbij werden vier visies besproken. In dit artikel borduren we voort op het zogenaamde tragiekmodel dat oog houdt voor gebrokenheid.

Vervreemdende ethiek

 

Het leven is gebrekkig en gecompliceerd. Zozeer dat christelijke ethiek niet zomaar alles oplost. Iemand als Dietrich Bonhoeffer moest niks hebben van allerlei ethische theorieën, zo stelt Patrick Nullens. Ze werken vervreemdend en gaan voorbij aan wat er werkelijk speelt. Bonhoeffer stelde zelfs dat we soms de noodzakelijke daad hoger moeten schatten dan de reinheid van ons eigen geweten en de reputatie. Vuile handen zijn onvermijdelijk in dit gebroken bestaan. Zo heeft Bonhoeffer, zelf pacifist, zich gerealiseerd dat het nodig was om mee te werken aan een moordaanslag op Hitler.

Zo meende de Duitse theoloog Helmut Thielicke vanuit pastoraal oogpunt dat duurzame homoseksuele relaties moeten worden toegelaten. Thielicke zegt dat het juist de complexe grenssituaties zijn die ons morele bewustzijn verdiepen en uitdiepen.We ontdekken hoezeer wij mensen beperkt zijn en daarom afhankelijk van Gods genade en vergeving. Juist dit soort grenservaringen maakt ons hongerig naar gerechtigheid. We leren dat niet onze eigen gerechtigheid onze identiteit vormt, maar Gods vergeving. Thielicke schrijft ergens: ‘Want belangrijker dan ons inzicht in de correcte handeling – belangrijk als die is – is het continue bewustzijn van verderf en schuld van onze handeling, en zodoende het onderhouden van de honger en dorst naar gerechtigheid.’

Oppervlakkige theologie

Niet iedereen in de orthodoxe kerken kan deze beweging meemaken. Bonhoeffers dilemma met betrekking tot een moordaanslag laat zich, zo denk ik, ook wat moeilijk vergelijken met het toelaten van homoseksuele relaties in de kerk als een noodoplossing. Maar beide voorbeelden laten wel degelijk zien dat in deze gebroken (en dus allesbehalve ‘neutrale’) wereld er reeds van alles mis is. De gedachte dat alles maakbaar is en dat waar wij dat niet kunnen, God zal helpen, die gedachte noemt Patrick Nullens een ‘oppervlakkige theologie van goddelijke interventie’.

Toegespitst op huwelijk en seksualiteit: de Bijbel ziet het huwelijk als een scheppingsorde. Een belangrijke vraag is, zo stelt Nullens, hoeveel gewicht er moet worden toegekend aan teksten die expliciete homoseksuele handelingen veroordelen. Omdat ze aldaar namelijk onderdeel uitmaken van de trits zondeval, afgoderij en perversie. En daarmee vergelijkbaar zijn met dronkenschap, geldzucht en afpersing.

Natuurlijk is hiermee niet alles gezegd om bijbelse veroordelingen eventueel te kunnen relativeren. Want naast de negatieve achtergrond van afgoderij brengt Paulus ook een pósitieve achtergrond in: een ideale visie op het huwelijk. En hoe God het allemaal bedoeld heeft. Je zou zeggen: dat geeft toch voldoende aan hoe het dus zou móeten?

Gebroken natuur

Echter, hoe God het allemaal bedoeld heeft laat onverlet dat er mensen zijn die een aanleg hebben die afwijkt van de oorspronkelijke bedoeling van de schepping. En daarbij moet ook dit worden gezegd: een homoseksuele relatie kun je niet zomaar op één lijn stellen met het ‘gewilde kwaad’ in de zin zoals Paulus daarover spreekt. Als we de homoseksuele relatie zien in het licht van een gebroken natuur, dan geven we daarmee aan dat het hoort bij de kwetsbaarheid en gebrokenheid van het bestaan. Bovendien gaat het in een dergelijke relatie niet om een zonde die een andere persoon kwaad berokkent, zoals bij zonden als geldzucht, jaloezie, trots en echtbreuk.

Waar de theologie wel kritische vragen bij moet stellen is de moderne gedachte dat seksuele gevoelens in onze cultuur zo sterk verbonden zijn met vrijheid en identiteit. Maar vanuit de gedachte van barmhartigheid en liefde zullen we moeten vaststellen dat het onvolkomene in relaties erbij hoort in dit leven. Hierbij kun je opmerken dat dat dus dan ook geldt voor de hetero-relaties! Ik denk aan relaties met bijvoorbeeld een gehavende of ontbrekende seksualiteit. Zaken die óók  niet sporen met het ‘hoe God het bedoeld heeft’. En waarbij we er óók niet op gaan hameren dat ‘het’ tóch zus of zo hoort. Bovendien gaat het bij homoseksualiteit veelal ook nog eens om een onomkeerbare situatie. Celibaat dan maar? Bij die ‘oplossing’ kun je je afvragen of dat inderdaad het beste alternatief is. Juist het celibaat omschrijft Paulus als een gave. Het is iets waar vrijwillig voor gekozen moet worden.

Interim-ethiek

Levend in de gebrokenheid die we allemaal kennen is het van belang om de ethiek van het koninkrijk van God te zien als een interim-ethiek. Een ethiek die terugwijst naar hoe God het ooit bedoelde én heenwijst naar volledig herstel. En wie zichzelf goed kent, zo denk ik, wéét hoezeer herstel een proces is dat niet geforceerd of afgedwongen kan worden. Ik noem maar wat: roken, materialisme, controlezucht, heerszucht, zucht naar waardering of veiligheid, gierigheid, gemakzucht. En soms moet worden geconstateerd dat de heling moet wachten op Gods terugkomst.

Ik citeer Patrick Nullens: ‘Dit is iets heel anders dan een utopische visie waar we menen het zelf allemaal te kunen verwezenlijken, alsof de hemel maakbaar zou zijn. Net als alle pogingen om een perfecte samenleving te creëren leiden tot een hel op aarde, zo zal ook de geforceerde ijver voor een perfect huwelijk eindigen in de kerker van gebroken idealen.’

Daar wil ik aan toevoegen dat een moraalridderlijke benadering ertoe zal leiden dat mensen die niet ‘in het plaatje passen’ de kerk vroeg of laat zullen verlaten. Veel gescheidenen en homoseksuelen zijn ons al voorgegaan. Over homoseksuelen gesproken, er wordt wel eens gezegd: die hebben we hier niet in onze gemeente. De vraag is natuurlijk: zijn ze al met de noorderzon vertrokken, of houden ze zich maar stil?

Nynke Sikkema-Holwerda, Hoogeveen

 


Commentaar

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...

  • Convent 2024-02-22 17:59:53

    Het kan je haast niet ontgaan zijn. Het convent dat op DV 20 april 2024 door deputaten...