In de eerste drie hoofdstukken schetst Kant de ontwikkeling van het anti-judaïsme en het antisemitisme door de eeuwen heen. Om in het vierde hoofdstuk de protestantse nazi-ideologie in Duitsland te bespreken. Men wilde een Duitse kerk die van Joodse smetten vrij was. Verder wilde men ook de Bijbel zuiveren en werd ontkend dat Jezus een Jood was. De Joden werden gitzwart afgeschilderd en beschuldigd van corruptie en machtswellust. Ze zouden een gevaar vormen voor de wereldvrede en voor het welzijn van Duitsland. Naar de overtuiging van Kant vloeiden deze opvattingen logisch voort uit het eeuwenoude anti-judaïsme en het daaruit geruisloos ontstane antisemitisme.
Deze laatste conclusie trekt hij wel heel vlot, maar overigens is het een verdienste dat hij deze theologie die correspondeerde met de nazi-ideologie aan de kaak stelt. Het is werkelijk onbegrijpelijk en schokkend wat ook gerenommeerde Duitse theologen op dit punt hebben durven beweren.
Met hoofdstuk 5 legt Kant een brug tussen de nazi’s en de Palestijnen. Vervolgens behandelt hij in hoofdstuk 6 de Palestijns christelijke bevrijdingstheologie en schetst hij in hoofdstuk 7 de overeenkomsten die deze theologie volgens hem met de nazi-theologie heeft.
Kort gezegd komt het hierop neer, dat de Palestijnse theologen wel wat milder lijken, maar in wezen op dezelfde golflengte zitten als de nazi’s. Kant noemt dat verontrustend voor Israël en voor de kerk. Kant constateert dat in de PKN, de kerk waartoe hij zelf behoort, deze verkeerde theologie veel aanhangers heeft.
Kant probeert in zijn kritiek voorzichtig te zijn. De Palestijnen zijn volgens hem (nog) niet zo erg als de nazi’s. Toch staan ze voor hem in principe onder dezelfde noemer. Verder heeft hij wel enig begrip voor hun opstelling, omdat de Israëlische regering ten aanzien van de Palestijnen maatregelen treft, waarbij vraagtekens te plaatsen zijn. Maar principieel acht hij de Palestijnse theologie onbijbels.
Het is waar dat Palestijnse christenen dikwijls heel scherp zijn tegen de Joden, zeker als het, met een beroep op oudtestamentische gedeelten gaat om grondkeuzes. Bovendien valt er op hun omgang met het Oude Testament genoeg aan te merken. Toch is naar mijn mening Kant daartegenover te scherp over hun visie. Een belangrijke reden daarvoor ligt in zijn eigen kijk op het volk Israël. Volgens hem heeft God aan Israël een heilrijke toekomst beloofd. Hij zal zijn volk verenigen, waarna hun Koning over hen in Jeruzalem zal regeren. Dat zal dan tot zegen en vrede voor de hele wereld zijn. Wie dit niet ziet, keert zich tegen de Joden. Die zit in principe op de lijn van de Palestijn en van de nazi’s. Dat kan Kant wel beweren, maar dit raakt kant noch wal. U begrijpt, ik heb dit boek met gemengde gevoelens gelezen.
Amersfoort, D. Visser
Ds. Kees Kant, Van Eisenach naar Bethlehem, Deutsche Christen en Palestijnse christenen over Joden en Israël, Uitgeverij Toetssteen, Vledderveen, ISBN 9789082384000, 232 blz., prijs € 14,95