Ik ga met emeritaat. Na 50 jaar.
De kerkenraad heeft erom gevraagd.
Visitatoren hadden het geadviseerd.
Kan ik mijn werk niet meer aan?
Ben ik van plan met mijn werk te stoppen?
Nee, zeker niet!
Ik doe al jaren hetzelfde werk. Ik was 5,5 jaar lang dominee in Nieuwe Pekela. Daarna heb ik bijna 45 jaar in Zwolle op de kansel gestaan. Ik preek daar nog steeds bijna elke zondag.
Op 4 november ben ik 50 jaar dominee.
Pastoraat doe ik vooral buiten de kerk. Vanaf het moment dat ik bij de EO begon, werd dat de eerste 10 jaar alsmaar meer. Er kwamen zoveel brieven binnen dat er een iemand werd benoemd die mij hielp met het beantwoorden ervan.
Nu is de tijd van brieven schrijven bijna voorbij. Facebook is een nieuw werkgebied van mij geworden. Ik schrijf elke week blogs en meditaties. Verder beantwoord ik vele berichten. Ik heb nu niet alleen kijkers en luisteraars, maar ook volgers en ‘vrienden’.
Mijn oranje fiets was lange tijd het symbool van mijn programma. Die fiets is nu verkocht. Nu ben ik te zien in De Kapel, samen met vier andere dominees. De radio is mijn hoofdterrein geworden.
Als God mij het leven en de gezondheid geeft, en als de mensen het de moeite waard blijven vinden, hoop ik dit werk nog lang te blijven doen. Paulus was tentenmaker en voorzag daarmee in zijn levensbehoeften. Ik doe dat ook, maar dan op mijn eigen manier.
Dat doe ik overigens samen met mijn vrouw Ees.
Ze was en is er altijd bij in de kerk en bij de omroep. Ze kent zo langzamerhand meer cameramannen dan dominees.
Waarom ga ik dan toch met emeritaat?
Omdat de regels het vragen. Op basis van artikel 3 moet een dominee de kerkenraad regelmatig op de hoogte houden van zijn werkzaamheden. Dat is er de laatste jaren niet van gekomen.
Het emeritaat is voor mij dus geen schokkende gebeurtenis. Ik blijf doen wat ik doe. Nogmaals, als God het me geeft. Er is de afgelopen jaren heel veel gebeurd in ons leven. Ik moest een zware hartoperatie ondergaan, kreeg twee keer kanker en last but not least verloren we onze zoon Peter. Die ingrijpende gebeurtenissen stimuleren me om te blijven werken. Als gewonde soldaat heb ik me na herstel telkens weer gemeld aan het front. Er is zoveel te doen. Niet alleen binnen de kerk, maar juist ook daarbuiten. Daar mag ik werken.
Als je een vergelijking met het voetbal zou maken, zou je kunnen zeggen dat ik al jaren niet meer meespeel in het basiselftal. Ik speel een rol langs de zijlijn. En blijf dat doen.
Deo volente…