Verscheidene kerken in ons kerkverband vormen een samenwerkingsgemeente met een gereformeerde kerk (vrijgemaakt) of met een Nederlands gereformeerde kerk. Ook is hier en daar sprake van samenwerking met een gemeente die zich verwant voelt met de gereformeerde bond binnen de Protestantse Kerk in Nederland.
Uit deze samenwerkingsgemeenten worden ambtsdragers afgevaardigd naar een classisvergadering. De vraag die ook al in de vorige synode aan de orde kwam, is: kan elke ambtsdrager uit een samenwerkingsgemeente worden afgevaardigd, ongeacht tot welke bloedgroep hij behoort? Anders gezegd: kunnen ambtsdragers die niet christelijk-gereformeerd zijn worden afgevaardigd naar een classisvergadering? Tijdens de achtste zitting van de generale synode kwam deze vraag opnieuw aan de orde.
Samenwerkingsgemeenten
De vorige synode had daarvoor een voorlopige regeling getroffen. Deze regeling was dat op een classisvergadering niet-christelijk-gereformeerde ambtsdragers aan de beraadslaging mogen deelnemen. Zij hebben daar echter geen stemrecht. Maar op deze voorlopige regeling moest een vervolg komen.
Onze deputaten eenheid van gereformeerde belijders vinden het afvaardigen van niet-christelijk-gereformeerde-ambtsdragers uit samenwerkingsgemeenten principieel en kerkordelijk de juiste weg. Zij zien graag – met het oog op de eenheid van gereformeerde belijders – dat ook niet-christelijk-gereformeerde ambtsdragers als afgevaardigden kunnen worden aanvaard. De classis die deze afgevaardigden mag ontvangen, heeft toch ook zelf goedkeuring verleend aan het proces dat geleid heeft tot de desbetreffende samenwerkingsgemeente? Bovendien kennen samenwerkingsgemeenten die al geruime tijd bestaan, intern nauwelijks nog de kerkelijke afkomst van gemeenteleden. Deputaten wilden dat de regeling in die zin zou worden aangepast. Als een gemeente broeders afvaardigt, zouden zij als afgevaardigden moeten worden aanvaard door de classisvergadering. Overigens maakten deputaten wel een beperking: deze broeders konden dan niet naar een particuliere synode worden afgevaardigd.
Zorg
De synode maakte een andere afweging dan deputaten. Vooral ook omdat zij bezorgd is over de eenheid binnen ons kerkverband. Ze is ervoor beducht dat die eenheid nog meer dan nu al het geval is, onder druk komt te staan.
Daarom besloot zij de regel van 2013 te bekrachtigen: een samenwerkingsgemeente mag een niet-christelijk-gereformeerde ambtsdrager naar de classisvergadering zenden. Deze komt daar dan niet als afgevaardigde, maar wel als adviseur. De classis zal hem dan als zodanig aanvaarden. Hij neemt aan de vergadering deel als lid met adviserende stem.
De generale synode wees bovendien op het karakter van het gereformeerd kerkrecht. Een afgevaardigde die met last en volmacht wordt afgevaardigd, zoals deputaten willen, en vervolgens door de classis zou worden beperkt in zijn bevoegdheid, is een vreemde figuur en in het gereformeerde kerkrecht niet bekend. Daarom koos de synode niet voor die weg.
Kleine kerken
Steeds meer kleinere gemeenten hebben moeite een eigen predikant volledig te onderhouden. Het valt te vrezen dat in de toekomst meer gemeenten daartoe niet meer in staat zijn. De voorwaarden waarop een kleine gemeente steun kan ontvangen vanuit de kas onderlinge bijstand en advies, zijn verscherpt. Ook zijn de lasten voor de pensioenvoorziening van predikanten toegenomen.
Door een krimpend ledental en verscherpte voorwaarden van deputaten onderlinge bijstand en advies zijn er al kerken in financiële problemen gekomen. Er zijn ook kerken die vinden dat de afdracht aan de landelijke kerkelijke kassen heel zwaar drukt op de begroting. Kerken krimpen terwijl de kosten niet krimpen. Toch is het belangrijk dat ook in een kleine kerk de prediking voortgang heeft, en ook de verdere bearbeiding van de gemeente.
Daarom besluit de synode tot een onderzoek naar de oorzaken van kerksluiting in de afgelopen twintig jaar en hoe kerksluitingen in de toekomst voorkomen kunnen worden. Daarbij moet ook worden gekeken naar andere oplossingen dan alleen financiële. In sommige gemeenten is de offervaardigheid heel groot, in andere gemeenten zou deze wel beter kunnen. Ook moet dan daarnaar worden gekeken.
Maar de synode wilde daar niet bij blijven staan. Zou er dan misschien ook iets moeten worden gedaan aan de organisatie en inrichting van ons kerkelijk leven? Helaas zien we dat vooral ook bij de jongere generatie minder belangstelling is voor het landelijk kerkverband. Moet dan ook niet tegelijk worden gekeken naar de financiering van het werk in de breedte van het kerkelijk leven?
Israël
De kerken weten zich blijvend verbonden met Israël. De synode ziet graag dat aan die verbondenheid uiting wordt gegeven. Daarom beveelt zij de kerken aan om op de eerste zondag van oktober in het bijzonder aandacht te geven aan de verbondenheid met Israël. Juist ook op deze dag zou de jaarlijkse collecte kunnen worden gehouden, die ten goede komt aan het werk onder Israël. Tot nu toe was daarvoor in het bijzonder de paascollecte aangewezen. In die zin wordt de kerkorde dan ook gewijzigd: de paascollecte of de collecte op Israëlzondag zal geheel bestemd zijn voor deputaten kerk en Israël.
Het blad dat door deputaten kerk en Israël wordt uitgegeven, heet 'Verbonden'. Vanaf 2017 zal dit blad niet meer afzonderlijk worden verstuurd naar alle leden van de kerken, maar samen met het blad 'Doorgeven'.
D. J. Steensma, Feanwâlden