Polderblindheid, weet u wat dat is? Ik had er nooit van gehoord. Totdat mijn jongste zusje vertelde van een aanrijding die ze had gehad. Met een fietser die leed aan polderblindheid. Hij was zo gericht geweest op wat er aan de horizon gebeurde dat hij niet lette op wat dichtbij was. En zo was hij domweg tegen de auto van mijn zusje gereden.
Toen ik op de middelbare school in Groningen zat, fietste ik elke dag vanaf Ten Boer daarheen. Zestien kilometer heen en zestien terug. Meestal met een groep lotgenoten, soms alleen. Natuurlijk zonder regenpak, en ’s winters geen handschoenen, dat vonden wij niet nodig. Onderweg beleefden we van alles. Mooie dingen, en minder mooie dingen.
Zo ook die ene ochtend. Ik fietste alleen, op het Damsterdiep. Mijn gedachten hadden de vrije loop en op de automatische piloot fietste ik de bekende route. Links van mij stonden de GADO bussen, netjes naast elkaar. Buschauffeurs begroetten elkaar in het (toen al) oude wachthuisje, alsof ze elkaar jaren kenden – en misschien was dat ook wel zo.
Vlak voor mij sprong het verkeerslicht op oranje. Kon ik er nog door? Ik versnelde, stond op de pedalen en reed zo hard mogelijk. Bleef het licht nog even oranje? Nee, het werd rood. En ik had teveel snelheid om te kunnen stoppen.
Er zou niets gebeurd zijn als die ene oude man op het trottoir even beter had uitgekeken. Of iets langer had gewacht. Maar nee hoor, hij stapte pardoes het zebrapad op, in een (volgens mij) naïef blind vertrouwen op het groene licht. Ik klapte met fiets en al bovenop hem. Nog voordat hij was gevallen of ik ‘sorry’ kon zeggen zwaaide hij al met zijn wandelstok en raakte me hard boven mijn linkeroog. Hij riep van alles, en ik ook, verontwaardigd en boos als ik was over zoveel zinloos geweld. Het duurde niet lang. Omstanders begonnen zich er mee te bemoeien, en al snel vond ik het tijd worden mijn weg te vervolgen. Dus zette ik mijn fiets rechtop en koos het hazenpad. Na deze gebeurtenis moest ik wekenlang uitleggen waarom ik met zo’n bult op de kop rondliep.
Achteraf had ik moeten antwoorden dat het te maken heeft gehad met polderblindheid. Want dat moet het toen wel geweest zijn, daar op het Damsterdiep.
Jan Ties Sikkema, Hoogeveen