Al langere tijd zijn er contacten met de Gereformeerde Bond. Predikanten uit onze kerken en predikanten van protestant-gereformeerde signatuur ruilen soms van kansel. Onze kerkorde laat daarvoor ruimte, en de synode stimuleert dergelijke contacten. Maar in de praktijk gebeurt dat nog weinig.
De voorzitter van de genoemde bond, ds. A.J. Mensink (Krimpen a/d IJssel), hield op woensdag 25 januari de vergadering van de synode voor dat gereformeerde prediking niet vanzelfsprekend is. Daarvoor moet worden gestreden. Die strijd brengt lijden met zich mee. De bond weet daarvan. Maar liefde voor de kerk maakt bereid dat leed te dragen. Liefde voor en lijden aan de kerk zullen samengaan zolang we in deze bedeling leven. De synode besloot het overleg met het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond voort te zetten, over hoe wij elkaar tot steun kunnen zijn in het bewaren en doorgeven van het gereformeerde erfgoed.
Financiën
Tijdens haar elfde zitting besteedde de synode ook aandacht aan de financiële kant van het kerkelijk leven. Het is zaak dat de kosten beheersbaar blijven. Gelukkig is er een deputaatschap dat de vinger aan de pols houdt: het deputaatschap financiële zaken. Dit deputaatschap onderhoudt contact met die deputaatschappen die een kas beheren en werken met een begroting.
Een keer in de drie jaar wordt vastgesteld wat van de kerken financieel mag worden gevraagd, de zogenaamde minimumbijdrage. Van elk lid wordt een minimumbijdrage gevraagd voor het kerkverband, naast datgene wat de leden voor het eigen kerkelijk leven doneren.
Elke kerkenraad moet voor elk dooplid en elk belijdend lid momenteel een bedrag van € 64,45 afdragen. Van dit bedrag gaat dertig euro naar de oudedagsvoorziening van predikanten, de emeritikas. Een bedrag van € 34,45 is bestemd voor andere doeleinden, namelijk de Theologische Universiteit, buitenlandse zending, evangelisatie, bijstand aan hulpbehoevende kerken, geestelijke verzorging van de varenden, het onderwijs aan en de zorg voor de jeugd, het pastoraat in de gezondheidszorg, diaconaat en hulpverlening, en het deputaatschap dat zich bezint op vragen over de relatie tussen kerk en Israël. Het ziet ernaar uit dat dit bedrag dit keer wat zal stijgen. Maar daarover moet nog een besluit worden genomen.
Voor sommige gemeenten drukt de afdracht aan de kerkelijke kassen zwaar op de begroting. Dan moeten soms keuzes worden gemaakt.
Deze afdracht van de minimumbijdragen is vooral een probleem voor kinderrijke gemeenten. Voor de 'kleinen' moet hetzelfde worden afgedragen als voor de 'groten'. Zou er dan geen ander systeem mogelijk zijn, waarbij deze gemeenten minder belast worden? Bovendien: zou een belijdend lid niet meer op zijn of haar geefgedrag kunnen worden aangesproken dan een dooplid? Over een eventuele tariefdifferentiatie zal later een beslissing worden genomen
Afgesproken wordt in elk geval dat we voortaan de voorkeur geven aan de term 'minimumbijdragen' in plaats van 'omslagen'.
Helaas zien we hier en daar dat de offervaardigheid enigszins tegenvalt. Is dat misschien de reden waarom sommige gemeenten in financiële problemen komen? De synode besloot tot het instellen van een commissie 'offervaardigheid'. Deze commissie zal kerkenraden voorzien van materiaal en ideeën waarmee zij kerkleden kunnen opwekken tot offervaardigheid, juist ook voor het werk van de verschillende deputaatschappen en de universiteit. De commissie zal onderzoek doen naar de offervaardigheid in onze kerken, maar daarbij ook kijken naar de vraag of er misschien aan de inrichting van ons kerkelijke leven iets moet veranderen.
Kerkvisitatie
Veel aandacht ging in de elfde zitting uit naar vragen over kerkorde en kerkrecht. Daarbij kwam onder meer het doen van kerkvisitaties aan de orde. Elk jaar ontvangt een kerkenraad vertegenwoordigers van de classis, die met de kerkenraad spreken over het wel en wee in de gemeente. Een vorm van onderling dienstbetoon. Maar een kerkvisitatie is voor visitatoren niet altijd gemakkelijk. Er kan ingewikkelde problematiek naar voren komen. Hoe daarmee om te gaan? Zou de classis een college van kerkvisitatoren moeten benoemen? Of moet de visitatie misschien nog meer in de handen van enkele bekwame predikanten worden gelegd die dan in de particuliere synode waarin zij functioneren, visitatie afleggen? Dan worden de kerkvisitaties per particuliere synode georganiseerd. Daarover zijn echter nog geen besluiten genomen. De besluitvorming zal niet eerder zijn dan op 14 februari, wanneer de synode opnieuw bijeenkomt.
Vanuit de particuliere synode van het Noorden was een instructie gezonden naar de generale synode over geregistreerd partnerschap. Voor de wet zijn huwelijk en geregistreerd partnerschap praktisch gelijk. Dat geldt vooral voor een wetswijziging die in 2014 is doorgevoerd. Zou de kerk daar dan ook geen rekening mee moeten houden? Of is er toch wel een verschil, en moet de kerk dan aan dat onderscheid vasthouden? Het is belangrijk dat hier goed naar wordt gekeken, en dat de kerken worden voorzien van betrouwbare, actuele informatie. De synode gaf aan het deputaatschap kerkorde en kerkrecht een opdracht daartoe. Daarmee was de instructie van de particuliere synode van het Noorden aanvaard.
D. J. Steensma, Feanwâlden