Henri Nouwen gebruikt in een van zijn boeken de vraag van Jezus ‘Kunnen jullie de beker drinken?’ (Mat.20,22) als metafoor voor het geestelijk leven. Nouwen is opgegroeid in de roomse traditie, waar zowel thuis als in de kerk het drinken van wijn een ceremonie was. Vanuit deze ervaringen werkt hij 'het drinken van de beker' in een drietal aspecten uit.
Iemand die wijn drinkt, wil weten welke wijn hij drinkt. Hij neemt de wijnfles in zijn hand en leest wat er op het etiket staat. Een wijn komt ergens vandaan. De druiven zijn bij een bepaalde wijnboer gegroeid. De wijn is op een bepaalde manier geproduceerd en heeft een bepaalde leeftijd. Elke wijn heeft zo een eigen verhaal. Sommige mensen kunnen er uitgebreid over vertellen. Zo is het volgens Nouwen ook met het leven: leven zonder reflectie is onvolledig. Dat betekent dat je kritisch naar je eigen leven durft en wilt kijken. Dat je daar zo nu en dan de tijd voor moet nemen. Dat je onderzoekt hoe jij je leven hebt geleefd en hoe je bent gevormd.
Wanneer je samen eet en er een glas wijn bij drinkt, wacht je tot alle glazen zijn gevuld en dan hef je het glas. Je tikt met je glas tegen die van je tafelgenoten en brengt een toost op elkaar uit. Het is een moment van verbondenheid. Voor Nouwen betekent 'de beker heffen' dat je het leven met elkaar deelt. Dat je elkaar vertelt over mooie en verdrietige momenten. Om vervolgens elkaar het goede toe te wensen. Wanneer mensen zich op die manier open stellen voor elkaar, ervaar en onderhoud je verbondenheid.
Een glas wijn drink je anders dan een glas bier. Wijn moet je ruiken, in je mond rond laten gaan en proeven. Zo neem je de wijn tot je en wordt die als het ware van jou.
Nouwen legt in zijn boekje de nadruk op het leegdrinken van de beker. Daarmee staat de metafoor van 'de beker drinken' voor het héle geestelijke leven. Nouwen werkt dat vervolgens uit aan de hand van drie disciplines: stilte, woord en handelen.
Verhalen
Door een tweetal activiteiten op mijn werk bij de agrarische hogeschool in Dronten had ik de afgelopen maanden boeiende gesprekken. Het ene betreft het vierdejaars vak beroepsethiek, waarbij studenten elkaar iets vertellen over hun inspiratiebron. Het andere betreft het project WaardeNvol Ondernemen, waarin ik het WaardeNspel heb ontwikkeld. Bij dit spel kiezen de spelers hun eigen top drie aan waarden en vertellen daar aan elkaar over.
Bij de waarde 'verantwoordelijkheid' noemde een jongeman zijn vader zijn inspiratiebron. Hij vertelde over zijn vader als vader en zijn vader als (agrarisch) ondernemer. Zijn moeder was een aantal jaren geleden overleden aan kanker. Als oudste jongen in het gezin had hij meegewerkt, om het gezin en het bedrijf draaiende te houden. Nu was zijn vader weer getrouwd. Met een weduwvrouw die ook kinderen had. Daardoor was hij nu niet meer de oudste, maar de vierde.
Een jonge vrouw vertelde bij de waarde 'verbondenheid' dat ze vaak dingen aanvoelt, die anderen niet aanvoelen. Dat ze het moeilijk vindt om daarover het gesprek aan te gaan, dat haar dat veel energie kost. Ze huilde toen ze het vertelde. Haar collega’s reageerden door te zeggen, dat ze juist daardoor van grote waarde is in het team. Omdat zij dingen benoemt, die misschien niet door andere worden waargenomen, maar die wel belangrijk zijn.
Naar aanleiding van de waarde 'respect' vertelde een jongeman over zijn ouders en grootouders, en over de familiebedrijven. Dat ze het als gezin thuis erg moeilijk hadden gehad, omdat de gunfactor vanuit de familie nul was geweest. Hij zei: ‘Je kunt dan wel een prachtig bedrijf hebben, maar als je familie alleen maar ruzie maakt, dan heb je nog niets.’
Het zijn indringende levensverhalen. Het is mooi dat (jonge) mensen zich laten uitdagen om die verhalen aan elkaar te vertellen en zo hun levens te delen. Ik heb het ervaren als de praktijk bij de theorie die ik in het boekje van Henri Nouwen had gelezen.
Waarden
Persoonlijke waarden zijn een goed middel om met elkaar in gesprek te zijn, over wat je als mens echt belangrijk vindt. Voor ons als christenen vormen waarden een soort gemeenschappelijke taal waarmee we met niet-christenen een goed gesprek kunnen voeren. In dit verband gebruik ik vaak het rijtje: levensovertuiging, waarden, gedrag. Mijn persoonlijke waarden vinden hun basis in mijn christelijke levensovertuiging. Tegelijk wordt mijn gedrag, mijn doen en mijn laten, beïnvloed door mijn waarden. Dat rijtje is volgens mij universeel en geldt voor iedereen. Dat is volgens mij ook de reden dat ik steeds weer ervaar dat waarden een soort gemeenschappelijke taal vormen.
Daarom, neem de tijd om elkaar waarde(n)volle levensverhalen te vertellen.
Wiggele Oosterhoff, Dronten