Hoe kun je als kerk van de zondagse diensten een plaats maken waar jong en oud zich thuis voelt en waar er ruimte is voor iedereen? Er is geen concreet plan voor, maar er is heel wat van te zeggen. In dit derde artikel een aantal concrete punten die kunnen helpen in het zoeken naar een oplossing.
Als het gaat over de concrete vormen van de eredienst, dan klopt het dat jongeren (net als veel ouderen overigens) liever opwekkingsliederen zingen met een piano dan psalmen met orgelbegeleiding. De vraag is of dat een probleem is. Als er in de jeugddiensten in zang en begeleiding van alles mogelijk is, waarom proberen we dat dan niet wekelijks een plaats te geven in de eredienst? Een lied voor de kinderen, een of twee opwekkingsliederen en verder psalmen en gezangen. Het ene lied begeleid op orgel, een ander lied op piano of met een dwarsfluit of gitaar erbij. Dat kan elke week. Op die manier leren jong en oud rekening te houden met elkaar. En dat is waar het in de kerk toch om gaat?
Inhoud
Maar dan gaat het over de vormen. Ook als het gaat over de kern van de zondagse dienst, de preek, dan hebben jongeren daar een mening over. De preek mag best twintig tot vijfentwintig minuten duren, dat is geen probleem. Maar de preek moet wel concreet, actueel en begrijpelijk zijn. Dat zijn belangrijke dingen. Benoem de zaken die je bedoelt concreet. Praat niet over algemene dingen, maar pas het zo direct mogelijk toe. Als het gaat over ‘er zijn voor je medemens’, maak dat dan concreet: begin over de eenzame buurvrouw, de jongen in de klas die eruit ligt. Praat over zaken die dichtbij staan voor je gehoor – dan komt het veel beter over (opnieuw: voor jong en oud). Gebruik niet te veel moeilijke woorden, maar probeer het eenvoudig te houden. Leg uit wat je bedoelt met een voorbeeld, en breng het zo dichtbij. Dan kunnen jongeren echt wel meekomen in wat je ze wilt vertellen. De Bijbel is het Levende Woord en dat blijkt als je met elkaar in die Bijbel op zoek gaat naar wie God is en hoe Hij in het leven van mensen aanwezig wil zijn.
Geen aparte jeugddiensten, maar jong en oud wekelijks in je preken zoeken en aanspreken. Natuurlijk lukt dat niet altijd bij iedereen. Maar je kunt als voorganger wel proberen om zo nu en dan in de preek eens in te gaan op thema’s die door de jongeren zijn aangedragen. Je kunt best variëren in de inhoud – de preek hoeft niet iedere week even theologisch diepgaand te zijn. En ook niet iedere week even gemakkelijk toepasbaar. Houd in het maken van keuzes rekening met de mensen voor je (jong en oud) en geef hen een plaats in je preken.
Antwoorden
Laat de kerk vooral een plaats zijn waar ruimte is voor de vragen en moeiten van mensen. Wij hebben vaak het gevoel dat we van alles moeten weten, kennen en uitleggen. Maar in de Bijbel komen we vaak mensen tegen die het ook niet altijd weten. Die in hun moeite en menselijkheid door God worden geroepen, die vaak de mist in gaan, maar die steeds aan God verbonden blijven. De kerk zou wat dat betreft een plaats moeten zijn waar er ruimte is om te zoeken en te twijfelen, te worstelen met geloof. Te vaak krijgen mensen het gevoel dat de kerk een plaats is van zekerheden, van waarheden. En aan de ene kant is dat waar. Maar het lijkt me niet wenselijk dat we in de kerk een geloofssysteem voorstaan waarin antwoorden op alle vragen zijn. En het is belangrijk dat voor iedereen duidelijk is dat iedereen in de kerk vragen heeft. Het is goed als duidelijk wordt dat de Bijbel vaak heel veel van ons vraagt en dat we maar heel weinig daarvan kunnen waarmaken. Het is belangrijk om jongeren te laten weten dat er heel vaak geen algemeen geldend antwoord is. Dat God veel groter is dan wij beseffen. Jongeren hebben niet algemeen geldende antwoorden nodig, maar voorbeelden van mensen die hun levensweg met God gaan. Die zoeken en tasten en twijfelen en aangevochten worden en die ondanks alles toch steeds weer bij God uitkomen. Omdat God ze vasthoudt!
Verantwoordelijkheid
Wat ten slotte nog van groot belang is, is dat jongeren serieus genomen worden. Geef ze verantwoordelijkheid, geef ze een taak. Of dat bij de oppas, de kindernevendienst, in de muzikale begeleiding of achter de beamer is, dat maakt niet uit. Dat hangt samen met de gaven en talenten van jongeren. Maar laat ze weten dat ze ertoe doen. Laat ze meewerken en meedenken. Probeer zo in de kerk van elkaar te leren!
Een algemeen geldend antwoord op de vragen die hier spelen, is er niet. Maar als we in contact met jongeren zoeken en tasten naar een gemeente waarin voor iedereen plaats is, dan zijn we al een heel eind. En dan mogen we erop vertrouwen dat God door zijn Woord wil werken.
Wouter Moolhuizen, Dedemsvaart