Sommige boeken hebben uitzonderlijk veel invloed gehad. Bijvoorbeeld het boek van John Bunyan over de reis van Christen naar de eeuwigheid, of Ongeloof en revolutie, van Groen van Prinsterer. Deze keer een bijbelcommentaar van de Zwitserse theoloog Karl Barth (1886-1968).
Hoe een bijbelcommentaar insloeg als een bom
Als jonge jongen ging Karl Barth wel eens op bezoek bij zijn peetoom in het plaatsje Pratteln, een dorpje vlakbij Basel. Deze peetoom was daar predikant. Op een dag beklom Karl de kerktoren. Al tastend ging hij naar boven in de donkere kerktoren, totdat hij boven zijn hoofd de grote kerkklok hoorde luiden en hij niet alleen….
Karl had zich per ongeluk vastgegrepen aan het klokkentouw in plaats van aan de leuning. Toen in het jaar 1922 de tweede versie van zijn boek over de brief van Paulus aan de Romeinen uitkwam, moest hij aan dit voorval denken.
Het boek bracht een hele beweging op gang, zonder dat Barth dat had kunnen vermoeden. Het was alsof hij aan het touw in de klokkentoren trok. De beweging die mede door dit boek op gang gebracht werd, wordt wel de ‘dialectische theologie’ genoemd.
Crisis
Het is een beweging die ontstond vanuit een crisissituatie (de Eerste Wereldoorlog) en die ook in een crisissituatie heel belangrijk is geweest, namelijk in het kerkelijk verzet tegen het naziregime in Duitsland (waarbij aangetekend moet worden dat niet iedereen die zich in het begin tot deze richting rekende meeging in het verzet van Karl Barth tegen de nazi-ideologie).
De crisis waarin het boek ontstond, was ook een persoonlijke crisis. Karl Barth en zijn vriend Eduard Thureysen, beiden predikant in Zwitserland, voelden zich verlegen met de vraag: Wát moeten we eigenlijk zeggen als we preken?
Barth was opgeleid in de traditie van de Duitse liberale theologie van die dagen. Christen-zijn en een goede Duitse burger zijn was in deze traditie zo’n beetje hetzelfde. Als symptoom van deze vermenging van nationalisme en christen-zijn mag de toespraak gelden die keizer Wilhem II bij het begin van de Eerste Wereldoorlog hield voor een menigte in Berlijn. In die toespraak zei hij ‘Ik ken geen partijen meer, ik ken alleen noch maar Duitsers.’
De schrijver van deze toespraak was Adolf von Harnack, de grote voorman van de liberale theologische traditie. Het was deze religieus geladen nationalistische stemming, ondersteund door zijn theologische leraren, die er de oorzaak van was dat Barth afscheid nam van de liberale theologie.
Loodrecht van boven
Ook zijn ervaringen als gemeentepredikant en zijn inspanning om juist de arbeiders te bereiken, droegen bij aan de verlegenheid die hij voelde bij het maken van preken. In die situatie voelden Thurneysen en Barth de noodzaak zich te bezinnen op de grondbeginselen van de theologie. Uiteindelijk werd dat de bestudering van de brief van Paulus aan de Romeinen.
In de zomer van 1916 begon Barth zittend onder een appelboom aan het bestuderen van deze brief. In de zomer van 1918 was het boek over de brief klaar, in zijn eerste versie. Deze versie maakte nog niet zoveel los, een lezing die Barth hield in het plaatsje Tambach in Thüringen des te meer.
In 1920 begon Barth te werken aan een tweede versie van zijn uitleg van de brief aan de Romeinen. Zijn vriend Thurneysen was zeer betrokken in het hele proces. Het is deze tweede versie van dit boek, uitgekomen in 1922, die pas echt veel in beweging heeft gezet.
Wat was het waardoor juist dit boek zoveel losmaakte? In dit boek nam Barth radicaal afscheid van iedere poging van mensen door eigen inspanning iets te willen bereiken. Het was de boodschap dat het in het christelijk geloof niet gaat om religieuze ontwikkeling of aanleren van christelijke deugden, maar dat het in het christelijk geloof gaat om Jezus Christus, ‘die het ons bekende loodrecht van boven doorsnijdt.’ Alle menselijke inspanning staat onder Gods oordeel. Alleen de opgestane Heer Jezus Christus is Heer. Alleen Zijn aanwezigheid in de wereld en in ons leven geeft ons het leven in God. Dit is de boodschap van het boek; alleen Jezus Christus, alleen Gods openbaring in Hem. En die radicale boodschap, die afrekende met alle burgerlijk vooruitgangsoptimisme, sloeg in als een bom.
Eén die redt
Wij leven in een heel andere tijd dan Barth en dus zullen ook wij opnieuw moeten nadenken over de boodschap van de Bijbel. Barth zelf heeft later wel over dit boek gezegd dat hij bleef staan achter wat hij in dit boek negatief gezegd heeft over menselijke mogelijkheden, maar dat het wel nodig was het aan te vullen met wat er positief over God gezegd moet worden.
Dat is wat hij later in zijn theologie ook geprobeerd heeft. Maar als er iets is wat we van dit boek kunnen leren dan is het wel hoe belangrijk het is te vragen naar het ‘wát van de Bijbel’. Wát zegt Gods woord eigenlijk?
En hoe belangrijk het vervolgens is om daarvoor allereerst ook te rade te gaan bij het woord van God. Dan zullen we in onze tijd dingen misschien weer anders zeggen en ook wel andere dingen opdiepen uit dat ene Woord van God, maar dan zal ook in onze tijd als een paal boven water staan: Er is maar Eén die ons redt, Jezus Christus, de Gekruisigde en Opgestane Heer.
Mark Bergsma, Delfzijl
Biografische en historische informatie uit: Eberhard Busch, Karl Barths Lebenslauf, en Andreas Lindt, Das Zeitalter des Totalitarismus.