Mijn roeping lag duidelijk ergens anders, meende ik. Op zee! Neen, niet als koopvaardijpredikant, maar gewoon als verbindingsman. Ik werd radio-officier of marconist.
En toch…, in het handboek voor de telegrafist stond duidelijk beschreven wat ik later als predikant, nu alweer veertig jaar lang, als roeping heb mogen uitoefenen. U bent hier aan boord, zo las ik, ‘tot redding van mensenlevens’ op zee. En, zo werd eraan toegevoegd, uw belangrijkste werkopdracht is: ‘uitluisteren’.
Uitluisteren
Het leek wel alsof ik in de Bijbel aan het lezen was. Want dat heb ik later als predikant ook als mijn opdracht gezien: het redden van mensenlevens, beter, het brengen van mensen via Jezus tot God, en ook: luisteren, afgestemd zijn op God, dus als verbindingsman horen naar Zijn Woord, en vervolgens mijn oor te luisteren leggen bij mensen, als pastor luisteren naar hun levensverhaal.
De roeping van Israël oppakken, fundamenteel onder woorden gebracht in Deuteronomium 6, 4: ‘Luister, Israël: de HEER, onze God, de HEER is de enige!’ Met de woorden van Jezus: ‘Wie deze woorden van mij hoort en ernaar handelt, kan vergeleken worden met een verstandig mens…’ (Mat.7,24). Het gaat dus om horen en doen. Zo heeft Israël het van meet af aan begrepen. Hun antwoord is duidelijk: ‘Alles wat de HERE gesproken heeft, zullen wij doen en daarnaar zullen wij horen.’ (Ex. 24,7) Met andere woorden: blijven ‘uitluisteren’, want wat je hoort moet telkens weer toegepast worden in veranderende tijden en verschillende omstandigheden.
Israël
Drie gemeenten heb ik mogen dienen, alle drie verschillend. Eerst ’s Gravendeel, een gemeente die sterk verlangde naar een duidelijke, inhoudelijk goede Bijbeluitleg. Een gemeente die het Oude Testament naar waarde wist te schatten.
Dan Emmeloord, met z’n oecumenische openheid. Nauwe samenwerking met de Nederlands Gereformeerde Kerk. Nee, stellig geen ‘ander Evangelie’, maar wel andere accenten. Gevolg: door te ‘luisteren’ naar elkaar trad verrijking en verdieping op.
Ten slotte Apeldoorn-Oost, weer vlakbij de Theologische Universiteit, een gemeente waar de verscheidenheid van ons eigen kerkelijk leven op een positieve manier naar voren kwam.
Daarna lag er een heel andere levensfase voor ons: door Zierikzee uitgezonden naar Israël. Als ‘oud verbindingsman’ in gesprek zijn met Israël. Luisteren, dienen en getuigen, stonden toen reeds centraal. Deelnemen aan de wereldkerk. Met veel kerken die niet naar Israël luisterden en zeker dikwijls ook niet naar elkaar. Maar wie niet luistert kan ook niet dienen en zeker niet getuigen. Het is tot op de dag van vandaag een wonder Gods dat er toch steeds meer samen geluisterd wordt, naar Gods Woord en vanuit de open Bijbel naar elkaar. Joden naar christenen, christenen naar Joden en, je houdt het bijna voor onmogelijk, ook christenen naar elkaar. O ja, en regelmatig hadden we ook veel Nederlanders vanuit diverse kerkelijke achtergrond, bij ons thuis op bezoek. Vrijwilligers met hart voor Joden en Palestijnen.
Verbindingsman
Pastor was ik natuurlijk al in de gemeenten die ik mocht dienen, en in Israël bij de opvang van vrijwilligers. Echter terug in Nederland kwam daar het hoofdaccent op te liggen. Noodzakelijk, want een beroep uit de kerken bleef uit. Vanuit Elburg deed de zorginstelling Het Baken een beroep op mij. Luisteren en vandaaruit pastorale ondersteuning bieden werd mijn dagelijks werk. De Godsvraag ter sprake brengen bij mensen die niets met het geloof hadden en bij gelovige mensen van alle kerkelijke gezindten in hun omstandigheden. Ik heb deze laatste periode als een gezegende tijd ervaren en als een goede afronding van mijn actieve werkzame leven.
Ook nu, nadat ik met emeritaat ben gegaan, functioneer ik in allerlei verbanden nog als verbindingsman. En als ik mijn handboek, de Bijbel, raadpleeg word ik telkens weer geconfronteerd met mijn roeping. Deze luidt nog steeds: Blijven luisteren naar het Woord van God met het oog op het behoud van mensen.
Kees van den Boogert