Eén van de boeken die ik – een poosje geleden alweer – heb verslonden is het boek The Forgotten Ways (De vergeten wegen); niet in het Nederlands verkrijgbaar). Schrijver van dit boek is de Australiër Alan Hirsch. Hij woont en werkt in de Verenigde Staten. Hirsch is jood; hij belijdt Jezus als Heer. Hirsch heeft veel ervaring opgedaan met het opzetten van missionaire bewegingen. En hij heeft met betrekking tot ‘missie’ veel denkwerk verricht. Er zij al heel wat boeken van zijn hand verschenen. The Forgotten Ways is wel te beschouwen als zijn centrale boek.
De vraag van Hirsch: hoe is het toch mogelijk dat er rond het jaar 100 na Christus ongeveer 25.000 christenen waren en dat dit aantal was opgelopen tot 20 miljoen in 310 na Christus? Hoe was dat mogelijk: christenen werden vervolgd, ze hadden géén kerkgebouwen, de Bijbel was in de eerste jaren nog niet ‘compleet’, er was geen kerk met een formeel leiderschap. Er waren ook geen diensten voor zoekende mensen, geen jeugdgroepen, geen aanbiddingsteams, geen opleidingsinstituut. Nee, het werd je blijkbaar allesbehalve makkelijk gemaakt je aan te sluiten bij de kerk: aan toetreding tot de kerk ging een langdurige introductieperiode vooraf. Hirsch verwerpt de gedachte dat die onstuimige groei hoorde bij de begintijd van de kerk. Als voorbeeld noemt hij China waar de ondergrondse kerk aan het begin van het tijdperk van Mao ongeveer 2 miljoen leden kende en bij zijn sterven (1976) bedroeg het aantal christenen 60 miljoen. Vandaag staat de teller op 130 miljoen.
mDNA
Zoals onze biologische lichamen bepaald worden door ons DNA zo kent het lichaam van Christus het door Hirsch zo genoemde mDNA. De ‘m’ staat voor missionair. Centraal in dat mDNA staat de belijdenis ‘Jezus is Heer’. En daaromheen staan gegroepeerd:
1. de kerntaak van het bouwen aan discipelschap: volgelingen van Jezus worden en maken;
2. missionair zijn, naar buiten gericht. Daarmee bedoelt Hirsch niet in de eerste plaats ‘aantrekkelijk’ zijn maar gezonden zijn. De christelijke gemeenschap is per definitie een open gemeenschap. Aansluitend bij Johannes 1, 14: Het woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien… Present, Nabij de zwakken, Dienend, Uitroepend het Koninkrijk van God;
3. apostolisch zijn, hier bedoeld als in beweging brengend en in beweging houdend. De wereld verandert, de stad en het dorp veranderen. Daar past een onveranderlijke kerk niet bij. Een apostolische gemeente verlegt telkens de grenzen. Niet qua inhoud van de boodschap, maar wel wat betreft het tegemoet treden van onze medemens. Apostolisch betekent gezonden zijn: een en al beweging;
4. organisch zijn. Mmm, wat is dat nou weer. Misschien dat het onder woorden te brengen is met een uitspraak die we wel kennen: de kerk is het lichaam van Christus. Dat is een waar woord maar bij zo’n uitspraak zie je in gedachten allerlei kerkgebouwen. De kerk IS… Daar ligt iets van autoriteit in, van ‘zo is het en niet anders’. Nu gaan we de uitspraak omdraaien - en die is niet minder waar (!): het lichaam van Christus is de kerk. En dat lichaam kan zich op heel veel manieren uiten. Het is het verschil tussen ijs en water. IJs ligt vast. Water is in beweging. Als een aantal leden van onze gemeente er op een (niet elke) zondag voor kiest – als kring bijvoorbeeld – samen te komen en dat te vieren in een soort van bijeenkomst en zo gemeenschap te hebben met God en met elkaar, hebben ze dan hun zondag niet juist ingevuld (‘ze hadden in de kerk behoren te zijn!’) of geven ze daarmee ook (!) uitdrukking aan het lichaam van Christus? De jonge kerk uit Handelingen was al een netwerkorganisatie: met centrale bijeenkomsten (in de tempel te Jeruzalem) en ze braken het brood (avondmaal…) aan huis;
5. communitas. Dat is een lastig maar o zo belangrijk begrip. Maar hoe leg ik het uit? Het is een beetje gevaarlijk voorbeeld in deze tijd maar ik gebruik het toch maar. Namelijk het lid worden van een studentenvereniging door middel van ontgroening. Toen mijn zoon destijds lid werd van zo’n vereniging zag ik hem maandagochtend vertrekken als de jonge knul René en op vrijdag zag ik René de SCR-man terug. Hij was veranderd. Hij was ergens onderdeel van geworden. Hij was gaan delen in het avontuur dat CSR (de naam van de vereniging) heette. Ik zag het: van knul naar man. Onvoorstelbaar bijna. Dat is communitas. Dat reikt verder dan gemeenschap. Bij communitas is er het besef dat je hele bestaan sámen met dat van de anderen betrokken is op de weg, het avontuur, de uitdaging van God. Je vindt elkaar terwijl je samen Gods reis aflegt. Het gaat boven jezelf uit én je bent er volop bij betrokken. Lees een boek van J.R.R. Tolkien (In de ban van de ring) en je begint iets te ontdekken van wat communitas is.
Emmer
Bovenstaande is alsof ik een emmer leeggooi. Teveel in korte tijd en te omvangrijk om zomaar te bevatten. Ik ben de eerste om dat toe te geven. Maar gelukkig. Alan Hirsch kan het je natuurlijk ook zelf vertellen. En daarvoor hoef je niet eens naar Amerika te vliegen. Zorg dan dat je op zaterdag 10 februari 2018 van 10.00 uur tot 17.00 uur in de Verrijzeniskerk in Zwolle bent. Hij heeft een uitgewerkte kijk op de apostolische, profetische, evangelie brengende, herderlijke en lerende taak van de gemeente (Efeziërs 4) waar hij net een boek (opnieuw: helaas niet in het Nederlands) over heeft gepubliceerd. Doe je winst met in ieder geval een aantal boeiende druppels of slokken uit zijn emmer.
Nico Vennik, Zwolle