Kijken naar een andere dan je eigen vrouw, om haar te bezitten. Wie dat doet, pleegt in zijn hart echtbreuk. Hij breekt daarmee het huwelijk van de ander. Met dit onderwijs wijst Jezus op de kern van het zevende gebod. Hij wijst daarmee ook aan wat het betekent met heel je hart God en de naaste lief te hebben.
Jezus spreekt over echtbreuk: U hebt gehoord dat tegen de ouden is gezegd dat u niet mag echtbreken. Maar Ik zeg u … Deze woorden (Mat.5,27-30) waren allereerst gericht aan het adres van getrouwde mannen: wie met begeerte kijkt naar de vrouw van een ander, breekt diens huwelijk. Maar natuurlijk zou dit woord ook gericht kunnen zijn aan het adres van een ongetrouwde man: ook deze breekt het huwelijk van een ander als hij in zijn hart ernaar verlangt de vrouw van die ander te bezitten. Maar de eerste focus lag op de getrouwde man. Dat mannen ongetrouwd bleven, kwam in die tijd nauwelijks voor.
Oogcontact
Als Jezus deze woorden gebruikt: 'Maar Ik zeg u …', geeft Hij géén kritiek op Mozes, maar wel op diegenen die misbruik maakten van deze wet, om er zelf beter van te worden. 'Beter' in deze zin: dat je de teugels wat laat vieren, dat je je verlangens wat meer ruimte laat, en dat je je emoties wat lucht kunt geven.
We kunnen het ons voorstellen: er gaat een man over straat. Hij weet dat hij een andere vrouw niet mag aankijken. Dat was in de tijd van Jezus ongebruikelijk. In sommige culturen van vandaag is dat nog steeds zo. Ook in de cultuur van het oude Nabije Oosten was dat het geval. Hoogst ongepast. Mannen keken een vrouw niet aan. Sommige rabbi's deden zelfs hun ogen dicht als ze een vrouw tegenkwamen.
Maar blijkbaar vond er toch wel oogcontact plaats: dus 'ogenspel' op straat. Dat kon best spannend zijn. Een eerste steelse blik, dan nog eens, en dan nog wat langer. Als dat contact bleef, kon je daaraan een zeker genoegen beleven. En ook gebeurden er andere dingen. Aanraken bijvoorbeeld.
Het aanraken van een vrouw was niet gepast. Zoals dat ook vandaag in sommige culturen ongepast is. Mannen weigeren soms een vrouw een hand te geven.
Hielen
Sommige joodse rabbi's waarschuwden tegen dergelijke zaken: Wie overspel pleegt met de ogen, wordt een overspeler genoemd. Of: hij die de pink van een vrouw aanraakt, is gelijk aan iemand die een bepaalde plek aanraakt. Of: wie kijkt naar de hielen van een vrouw, het is alsof hij kijkt naar plaatsen van een vrouw waarnaar hij niet mag kijken. En als hij daarnaar kijkt, is het alsof hij omgang met haar heeft.
Maar blijkbaar dachten sommige tijdgenoten van Jezus toch iets gemakkelijker over het aankijken van een vrouw van een andere man, en ook over het aanraken van die vrouw. Waarom? Omdat hun verlangens heel sterk waren. Zo sterk zelfs dat ze bijna vanzelfsprekend voorbijgingen aan wat ze konden weten, namelijk dat God héél de mens voor zich opeist. Ze susten hun geweten met de gedachte dat ze niet waren zoals andere mensen. Zij waren toch niet als diegenen die daadwerkelijk seksuele omgang hadden met een andere vrouw? Wat zij deden was toch alleen maar iets van de ogen? Het was toch maar een spelletje? Misschien dankten ze God er wel voor: O God, ik dank u dat ik niet ben als diegenen die overspel bedrijven.
Rechteroog
Maar Jezus waarschuwde zijn discipelen voor een dergelijke houding. En Hij deed dat in scherpe bewoordingen. En ook door een overdreven manier van spreken, zoals een profeet kon doen. Hij wilde daarmee de zaak die aan de orde was, zo duidelijk mogelijk naar voren brengen: Als uw rechteroog u op de verkeerde weg brengt, ruk het dan uit en werp het weg. U kunt beter een lichaamsdeel verliezen dan dat heel uw lichaam in de Gehenna wordt geworpen. Als uw rechterhand u op de verkeerde weg brengt, hak hem af en werp hem weg. U kunt beter een van uw lichaamsdelen verliezen dan dat heel uw lichaam naar de Gehenna gaat (Mat.5,29-30).
Nee, Jezus eist geen letterlijke gehoorzaamheid aan deze woorden. Zijn woorden zijn geen regels uit een wetboek. Wie zijn rechteroog uitrukt, houdt toch nog een linkeroog over? Het kan toch niet zo zijn dat je dan wel met je linkeroog met begeerte naar de vrouw van een ander mag kijken? En wie zijn rechterhand afhakt, houdt nog een linkerhand over. Ook je linkerhand zal toch geen zondige daad mogen begaan?
Bedoeld is: pas ervoor op dat niets in je leven je tot struikelen kan brengen. Je moet jezelf onder controle houden. Je moet je oog in de gaten houden. Je moet het afschermen als het naar een zondige zaak zou afdwalen: iets wat je kan brengen tot ongehoorzaamheid aan God, een zaak die jou belemmert in je wandeling met God, een zaak die je gemakkelijk doet struikelen. Scherm dan je oog af. Ook moet je je handen onder controle houden.
(volgende week het derde en laatste artikel over deze tweede antithese)
D.J. Steensma, Feanwâlden