Ons kerkverband telt verscheidene deputaatschappen: commissies met deskundigen op een bepaald terrein. De kerken dragen het werk van deze deputaatschappen. Ze dragen het werk financieel, maar vooral ook door betrokkenheid. Voor deze betrokkenheid is onder meer nodig dat je weet wat een deputaatschap zoal doet. In deze rubriek vertellen deputaatschappen over hun werk. Deze week een artikel van het deputaatschap kerkjeugd en onderwijs. 

 

Het is een bekende uitdrukking: Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Beter nog kun je zeggen: De jeugd die God heeft, heeft toekomst. Als kerk hebben we voor onze jonge mensen een boodschap met een geweldig perspectief. Het is het meest boeiend om met jongeren zelf om te gaan en het met hen te hebben over het Evangelie. Uiteraard voeren ook leden van ons deputaatschap heel regelmatig dergelijke gesprekken. Als deputaten hebben we wel een andere verantwoordelijkheid. Wij zijn vooral bezig om voorwaarden te scheppen zodat dergelijke gesprekken veelvuldig gevoerd kunnen worden.

 

Laat ik beginnen met onszelf even aan u voor te stellen. Drie deputaten zijn als gemeentepredikant betrokken bij het jeugdwerk: ds. W. Moolhuizen (Dedemsvaart), ds. J. van Walsem (Leerdam) en ondergetekende. Niet graag zou ik willen beweren -  en dat zal ongetwijfeld ook voor mijn beide collega’s gelden - dat de synode ons gevraagd heeft in dit deputaatschap zitting te nemen omdat wij meer feeling met jongeren zouden hebben dan de meeste andere predikanten. Wel is het een feit dat we met de benen in de modder staan en door ons werk als predikant veel contact hebben met jongeren in onze kerken.

Daarnaast prijzen we ons gelukkig met een broeder en een zuster die beide in het onderwijs werkzaam zijn: br. J. den Besten werkt op een reformatorische middelbare school in Dordrecht en zr. I.N. Voorthuizen-den Dekker is werkzaam op een basisschool in Werkendam. Beide staan dus ook dagelijks met jongeren in contact. Br. G.A. Bolink, die in het bankwezen werkt, zorgt ervoor dat alles financieel blijft marcheren. Hij is vader van een opgroeiend gezin. Zr. M.l. Bos-Valkenburg, die moeder is, neemt op kundige wijze het secretariaat waar.

 

Achtergrond

Onze opdracht is te stimuleren dat de jongeren in de gemeente echt in beeld zijn en de noodzakelijke Bijbelse leiding ontvangen. Zij moeten geholpen worden om de weg te vinden naar de Heiland en leren Hem te volgen. Blijkens de doop heeft onze God de allerkleinsten al op het oog. Hoe belangrijk is het dat onze jongeren het wonder daarvan leren zien! Als deputaten hebben we de taak alles wat dit doel kan dienen te bevorderen.

Binnen onze kerken zijn twee bonden actief die hieraan op allerlei manieren handen en voeten geven: het CGJO, die de oudste van de twee is, en het LCJ, die van meer recenter datum is. Zij doen het eigenlijke werk. Als deputaten zijn we meer op de achtergrond betrokken.

In het feit dat binnen onze kerken twee bonden werkzaam zijn, weerspiegelt zich iets van de verscheidenheid die ons kerkverband eigen is. Mooi is het om te zien dat beide bonden elkaar de laatste jaren meer weten te vinden en nu ook regelmatig dingen samen oppakken. Zonder verschillen te verdoezelen blijkt het toch goed mogelijk elkaar tot een hand en een voet te zijn. Als deputaten zijn we heel dankbaar voor deze ontwikkeling en proberen we dit, waar mogelijk, te stimuleren.

Als deputaten zijn we voortdurend met de bonden in gesprek, denken we op de achtergrond mee als het gaat om het ontwikkelen van nieuw beleid en zien we erop toe dat de door de kerken ter beschikking gestelde gelden op een verantwoorde manier worden besteed en proberen we elkaar tot een hand en een voet te zijn. Verder onderhouden we contact met instanties in het onderwijs en de studentenwereld en steunen we het werk van de stichting ‘Young Eagles Kampen’.

 

Projecten

De laatste jaren tekent zich steeds meer de ontwikkeling af dat lang niet alle kerkelijke jongeren meer bereikt worden via het reguliere jeugdwerk en de catechese. Waren de bonden er vroeger vooral om ondersteuning te bieden bij het kerkelijk jeugdwerk, hun taak is inmiddels veel breder geworden. Ze bieden kerkelijke gemeenten ondersteuning bij het ontwikkelen van jeugdbeleid in de breedste zin van het woord, terwijl natuurlijk de taak die ze van ouds hebben gehad een belangrijk onderdeel blijft uitmaken van hun werk.

Juist het feit dat veel jongeren helaas niet meer via het reguliere jeugdwerk bereikt worden, stelt voor de vraag: hoe hen dan wel te bereiken? In de achterliggende periode is door de jeugdbonden in samenwerking met een aantal andere partijen binnen ons kerkverband hard gewerkt aan het project ‘opvoedingsondersteuning’.

Inmiddels is er een digitaal opvoedplein gerealiseerd (www.geloofinhetgezin.nl) waar ouders goede Bijbelse toerusting geboden wordt met het oog op allerlei vragen waar ouders in de opvoeding tegenaan kunnen lopen. Deputaten hebben middelen ter beschikking gesteld, zodat de beide bonden in elke gemeente een toerustingsavond mogen aanbieden over geloofsopvoeding. Uiteraard afgestemd op de behoefte van de betreffende gemeente. Door zo toerusting te bieden aan ouders hopen we (indirect) tot zegen te mogen zijn voor de vele jongeren die tot onze kerken behoren.

 

Tools

In elke gemeente maakt men het mee dat er heel wat jongeren zijn die zich steeds verder van het centrum van het gemeentelijk leven naar de rand bewegen. Ook die problematiek heeft onze aandacht. De komende tijd hopen we ook daarmee in het kader van een project aan de slag te gaan. Het is onder ons ‘Visie op jongeren’ gaan heten. In het kader van dit project hopen we aan gemeenten tools aan te reiken die helpend kunnen zijn om met jongeren die niet erg betrokken meer zijn bij de gemeente toch weer een relatie op te bouwen en met hen de rijkdom van het Evangelie te delen.

Momenteel zijn de jeugdbonden bezig de mate van betrokkenheid van onze jongeren bij de gemeenten te onderzoeken en hopen zo beter in beeld te krijgen wat nodig is. Zo zoeken we als deputaten samen met de jeugdbonden voortdurend naar wegen om onze jongeren echt in het oog te hebben. Als we ze immers niet in het oog hebben, hoe zouden we dan ooit hun hart bereiken? En juist daar gaat het om: dat hun harten bereikt worden met de heerlijke boodschap van Gods genade. Het is ons verlangen om aan dit doel dienstbaar te zijn.

 

 

H. Peet, Sliedrecht


Commentaar

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...