In 1948 is de staat Israël gesticht. Sommigen zeggen: Jezus heeft dat al voorspeld met zijn gelijkenis van de vijgenboom. En na dat gebeuren zal binnen één generatie de wederkomst plaatsvinden (Mat.24,32-35). Klopt deze verklaring wel?
Jezus vertelt deze gelijkenis als zijn leerlingen Hem vol ontzag wijzen op de grootsheid van de tempel. Zijn reactie – 'hij zal radicaal worden afgebroken' - doet hen diep geschokt vragen naar het moment waarop dat zal gebeuren. En: wat is het teken van uw komst en van de voleinding van de wereld? (Mat.24,1-3). De kern van Jezus’ antwoord is een oproep aan zijn leerlingen zich niet te laten misleiden en waakzaam te zijn (24,4-5 en 36-61).
Populaire verklaring
Populair is de verklaring dat deze gelijkenis over de wederkomst gaat. En dat de vijgenboom een beeld voor Israël is. Volgens deze uitleg stelden de leerlingen zelfs drie vragen: over het moment van de tempelafbraak, het teken van Jezus’ terugkeer, en het definitieve einde van deze wereld. De gelijkenis zou een antwoord op de twee laatste vragen zijn.
De uitbottende vijgenboom is dan een beeld van het nieuwe begin voor Israël, in 1948. Dat zou het teken bij uitstek zijn van Jezus’ komst, binnen één generatie. Israël zou dan massaal de Messias erkennen, en Jeruzalem zou duizend jaar het stralend middelpunt van de wereld zijn. Daarop volgt de voleinding van de wereld.
Maar die verklaring is niet juist. Uit niets blijkt dat de vijgenboom hier een profetie is over 1948, als hét teken van de wederkomst.
Bovendien was de eerste, meest brandende vraag voor de leerlingen de vraag naar het moment dat de tempel zou worden afgebroken. Volgens Lucas 21,7 was dat zelfs hun enige vraag.
Zomer
Jezus gebruikt hier (het uitbotten van) de vijgenboom als een voorbeeld uit de natuur. Dat blijkt duidelijk in de weergave van deze gelijkenis bij Lucas (21,29-32). Daar staat dat de leerlingen moeten kijken naar de vijgenboom en naar alle bomen. Zodra de bomen uitlopen, weten ze dat de zomer al nabij is.
De zomer is de oogsttijd, waarin de boeren eerst het onkruid verbranden en daarna het graan in hun schuren brengen. Die twee aspecten van de oogst corresponderen met de twee vragen van de leerlingen: naar de vernietiging van de tempel (de verbranding van het onkruid) en naar de voleinding (het graan wordt bijeengebracht). De tempelverwoesting is het teken dat de voleinding voor de deur staat.
Deze generatie
In de populaire uitleg van de gelijkenis zal – na het begin van Israëls herstel – Jezus binnen één generatie terugkomen. Maar in Jezus’ dagen omvatte een generatie veertig jaar.
Daarom stelden sommigen na 1948 de eindtermijn op 1988. Toen dit niet uitkwam, ging men rekenen met een langere tijd voor een generatie. Na veel verkeerde inschattingen wordt nu vaak 2050 als uiterste mogelijkheid genoemd. Zulk rekenwerk is in strijd met Jezus’ waarschuwing ‘dat Gods koninkrijk niet zo komt, dat het te berekenen is’ (Luc.17,20, NBG1951).
We moeten niet vergeten dat de leerlingen vragen naar het moment van de tempelafbraak. Zij weten namelijk dat, als de plaats waar God zijn volk ontmoet verdwijnt, het einde van deze wereldtijd nabij is. Daarom is het heel begrijpelijk dat zij in één adem vragen naar de voleinding. Maar Jezus antwoordt hier op hun eerste vraag, namelijk dat deze generatie de afbraak van de tempel zal meemaken. Wie dat toepast op de generatie van na 1948 doet de tekst geweld aan.
Al deze dingen
Met de aanduiding ‘al deze dingen’ (Mat.24,34) lijkt Jezus toch ook te spreken over de wederkomst. Maar zijn tijdgenoten hebben de wederkomst niet meegemaakt. Dus dat klopt niet. Wat bedoelt Jezus dan?
Het is logisch om te denken aan het directe verband: de komst van de zomer, te beginnen met de blaadjes aan de vijgenboom. Dan lijkt Jezus te spreken over het onmiskenbare voorteken van zijn wederkomst, kort daarna gevolgd door zijn terugkeer zelf. Maar dat kan niet, omdat Jezus spreekt over ‘deze generatie’, dat is zijn generatie.
Belangrijk is dat de leerlingen in hun vraag over de tempelverwoesting spreken over deze dingen. Juist hierop grijpt Jezus terug met ‘al deze dingen’.
Maar daarmee is nog niet alles gezegd, want in de tweede vraag, naar het teken en de vervulling, gaat het over de wederkomst. Die komt eveneens in zicht, als Jezus het over ‘de zomer’ heeft. En in zijn verzekering dat alles wat Hij heeft gezegd zeker zal gebeuren (24,34-35).
Jezus heeft met deze gelijkenis van de vijgenboom het komende Godsrijk op het oog. Dat blijkt uit Lukas 21,7. Daar vragen de leerlingen naar de afbraak van de tempel en het teken daarvan. ‘Wanneer jullie deze dingen zullen zien gebeuren, weet dan dat het koninkrijk van God nabij is’ (21,31). Dit maakt duidelijk dat Jezus met ‘al deze dingen’ primair de verwoesting van Jeruzalem en de tempel aanduidt door de Romeinse legers in het jaar 70.
Nabij
'Zoals de uitbottende vijgenboom zichtbaar maakt dat de zomer nabij is, zo weet u bij het zien van al deze dingen dat het nabij is.' Door dit herhaalde ‘nabij’ lijkt het, dat iemand op een gegeven moment kan zeggen: nu is het binnenkort zover. Maar meteen daarna zegt Jezus herhaaldelijk dat niemand de tijd van zijn terugkeer weet (Mat.24,36-50). Hij geeft zijn hoorders geen informatie over Gods tijdsplanning. Maar Hij maakt met het voorbeeld van de vijgenboom duidelijk dat de dingen die in hun dagen gebeuren verweven zijn met zijn wederkomst.
Voor de tempel betekent dit dat God zijn oordeel daarover voltrekt. De tempeldienst was in Jezus’ dagen uitgehold en vruchteloos geworden (Mat.21,12-22). Maar belangrijker is dat de tempel overbodig is geworden: Jezus zelf is namelijk de nieuwe tempel. In Hem is God-met-ons, en zijn koninkrijk is nabij. Dat vraagt om bekering en geloof (Mar.1,15). Het evangelie is een dringend appel op elke hoorder. In de komst van Christus is de eindtijd al aangebroken. In dat spanningsveld leven wij, tussen het ‘al’ en het ‘nog niet’ van Christus’ komst. Ik kom met spoed, zegt Hij. En de Geest en zijn gemeente zeggen: Ja, kom, Here Jezus (Op.22,17.20).
D. Visser, Amersfoort
*Wie meer over ‘de nieuwe tempel’ en andere eindtijdverwachtingen wil lezen, kan terecht in mijn boek dat vorig jaar verscheen: Komt Jezus snel terug?
Wie het boek wil kopen, kan het ook bij de auteur zelf bestellen. Stuur dan een mail naar: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.