Is er leven na de dood? Elke volgeling van Jezus zal deze vraag bevestigend beantwoorden. Zeker is er leven na de dood, want de HEER spreekt daarover in de Bijbel.

 

En als je dan zou doorvragen naar bewijsteksten, dan zullen de meeste christenen naar teksten uit het Nieuwe Testament verwijzen. En dat is ook wel verklaarbaar, want juist in het Nieuwe Testament krijgen we meer zicht op een leven na de dood. Maar vinden we in het Oude Testament niet ook al enkele aanwijzingen?

 

Dodenrijk

De moed zinkt Job in de schoenen. In hoofdstuk 17 vraagt Job zich af waar zijn hoop is (vers 15). Zou Job samen met zijn hoop in het dodenrijk afdalen (vers 16)? Het dodenrijk is in het Oude Testament een donkere plaats waar je heen gaat bij het sterven. Maar je kunt je ook daar niet verborgen houden voor de HEER (Ps.139,8 en Am.9,2).

In het dodenrijk is het stil. De dichter van Psalm 94 geeft aan dat hij al in de stilte van het graf had gewoond, als de HEER hem niet had geholpen (vers 17). Wie in het dodenrijk terecht is gekomen, looft God niet meer (Ps.6,6; 115,17). Het is er stil. Met afschuw wordt over het dodenrijk gesproken: wormen zijn je bed, maden je deken (Jes.14,11). Gelukkig ben je als de HEER je bevrijd van het dodenrijk (Ps.30,4; 86,13; 116).

Maar Job worstelt met zijn situatie en ook met de dood. Hij kijkt naar een boom en weet dat er voor een boom altijd hoop is (Job 14,7). Stel dat een boom wordt omgehakt, dan loopt hij weer uit. Er blijven nieuwe loten komen. Maar voor een mens gaat die hoop niet op. Als wij sterven, waar zijn we dan? Is het dan niet over en uit met ons leven?

 

Er is een groot contrast tussen het dodenrijk en het land van de levenden. In het Oude Testament ligt alle nadruk op het leven, en wordt er niet gespeculeerd over een leven na de dood.

 

En toch...

Zo her en der vinden we enkele aanwijzingen die doen vermoeden dat de oudtestamentische gelovige de verwachting had dat de dood geen scheiding brengt in de relatie met de HEER. Daarbij denk ik met name aan de Psalmen. De dichter van Psalm 16 vertrouwt erop dat hij niet overgeleverd wordt aan het dodenrijk (vers 10). De HEER laat zijn trouwe dienaar het graf niet zien.

Op de pinksterdag haalt Petrus in zijn toespraak Psalm 16 aan om te laten zien dat David hier profetisch heeft gesproken over de opstanding van Jezus Christus uit de dood (Hand.2,22-32). De stelligheid waarmee de dichter van Psalm 16 spreekt over het feit dat God hem niet zal uitleveren aan het dodenrijk heeft ongetwijfeld te maken met zijn vertrouwen op de HEER (vers 8). Steeds houdt hij de HEER voor ogen. Omdat God zo sterk en zo machtig is, kan de dichter over de dood en het graf heenkijken. Hij vertrouwt er volledig op dat God hem vasthoudt, dwars door de dood heen. Het is niet voor niets dat Psalm 16 ook wel de Paaspsalm wordt genoemd.

Een soortgelijke verwachting vinden we overigens ook in Psalm 49. Je kunt nog zo rijk zijn hier op aarde, je kunt nog zoveel geld op je bankrekening hebben staan, als je sterft kan je geen rijkdom meenemen. De dichter prijst zich gelukkig dat hij de HEER mag kennen. God zal hem vrijkopen uit de macht van het dodenrijk (vers 16). De relatie die hij kent met de HEER zal niet ophouden. God houdt hem vast. Tenslotte denk ik aan Psalm 73. Onrechtvaardige mensen lijkt het voor de wind te gaan. Dus een leven zonder God is ook prima te doen. Of toch niet? De dichter heeft ontdekt in zijn leven dat de relatie met de HEER cruciaal is voor leven en sterven. Hij vertrouwt erop dat God hem aan de hand houdt en dat Hij zijn leven leidt. En als voor hem het sterven komt, dan weet hij dat God hem vast zal houden (vers 23-24). Al bezwijkt zijn hart en al vergaat zijn lichaam, de HERE God is de eeuwige rots van zijn bestaan.

 

Opstanding uit de dood

Een paar teksten uit het Oude Testament tonen de verwachting van een opstanding uit de dood. Neem nu Jesaja 26, 19. Doden komen weer tot leven. Lijken zullen opstaan. De aarde brengt haar schimmen weer tot leven. Het doet ons denken aan wat we lezen in Ezechiël 37 over de vallei vol dorre beenderen. De HEER brengt de beenderen weer tot leven. Ook al gaat het hier (net als in Hos.6,2) om beeldspraak over het herstel van Israël, de gedachte van een opstanding uit de dood is het Oude Testament niet vreemd. In het gebed van Hanna lezen we dat de HEER doet sterven en doet leven. De Heer zendt naar het dodenrijk en leidt eruit omhoog (1Sam.2:6). Tenslotte denk ik aan de profetie waarin Daniël profeteert over de tijd waarin velen van hen die slapen in het stof van de aarde, zullen ontwaken, sommigen tot eeuwig leven, anderen tot smaad, tot eeuwig afgrijzen (Dan.12,2).

 

Gaandeweg in de geschiedenis heeft de HEER ons steeds meer inzicht gegeven in het leven na de dood. In het Nieuwe Testament vinden we genoeg onderwijs hierover. Maar zo bezien licht het Oude Testament op zijn minst al een tipje van de sluier op. Wie in dít leven op de HEER vertrouwt, zal door Hem worden vastgehouden, dwars door de dood heen.

 

Henk-Jan Vazquez, Emmen

 

Ds. H.-J. Vazquez is predikant te Emmen.


Commentaar

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...

  • Convent 2024-02-22 17:59:53

    Het kan je haast niet ontgaan zijn. Het convent dat op DV 20 april 2024 door deputaten...