Wij zouden de woorden van Mozes nooit pikken! Er is geen water. Het volk kan niet drinken. Het volk twist daarover met Mozes. Uiteraard, want bij Mozes moet je zijn. Maar Mozes zegt doodleuk, dat ze God aan het verzoeken zijn. Als hij dat tegen ons, westerling uit 2015 zou zeggen, zouden wij onmiddellijk afhaken bij Mozes en zijn God. We hebben geen water! Wij sterven hier! En jij verwijt ons, dat we God aan het verzoeken zijn?? Wie denkt God wel, dat Hij is, dat Hij ons na alle mooie beloften denkt te kunnen laten sterven in de woestijn!?
Zo reageert de mens tegenwoordig. Toen trouwens ook. Niets nieuws onder de zon dus. Aan de ene kant zou je heel boos willen worden als mensen zo over God spreken. Maar aan de andere kant vinden we het ook heel begrijpelijk. Je zult maar geen water hebben. Je zult maar niet beter kunnen worden. Je zult maar niet tegen al die ellendige berichten van over de hele wereld kunnen. Je zult maar bang zijn voor naderend onheil. Dan ga je toch automatisch vragen ‘Is God in ons midden of niet?’
Mozes staat tussen twee vuren. Enerzijds het volk, anderzijds God. Hij hoort bij allebei en toch bij geen van twee. Met het volk praten kan niet meer. Die zijn voor geen rede vatbaar. Welke rede zou dat overigens moeten zijn als je dorst hebt? Maar met God praten is ook niet eenvoudig, want God wordt aangevallen. Maar als God niets doet zal het volk Mozes nog stenigen. God stenigen kan immers niet.
Wie ziet in dit zoekplaatje de fout? Bij mij leeft het sterke vermoeden, dat de wensen van het volk groter waren dan God voor het volk nodig vond. En daar wordt ontevredenheid geboren. Maar ja, je zult maar dorst hebben …
Dit keer gaf God water uit de rots.
P. van Dolderen, Almere