Het is een uitgave die we elk jaar weer met belangstelling bekijken. Niet alleen maar omdat alle gegevens weer zijn bijgewerkt, en je dus weer op de hoogte bent van alle kerkelijke adressen en gegevens die nodig zijn binnen het hele kerkelijke bedrijf. De belangstelling richt zich in het bijzonder op alle wijzigingen die er zijn. En dan heb ik het niet eens zozeer over alle veranderingen in adressen van predikanten, van contactpersonen van kerkenraden enzovoorts. Die staan allemaal weer keurig verwerkt in dit nieuwe jaarboek, zodat we ‘elkaar’ weer kunnen vinden. Daar dient het jaarboek natuurlijk ook voor. Het bewijst elk jaar weer zijn nut, juist als het hierom gaat. Daarom is een compliment aan de samenstellers ervan op zijn plaats. Er zit heel wat werk in.
Toch is er, naast dit eerste, nog iets waar ik altijd in het bijzonder en zelfs met iets van spanning naar kijk. Dat zijn de statistieken: hoe staat het met de ledentallen van onze kerken? En hoe verhoudt zich die ontwikkeling tot andere ontwikkelingen, bijvoorbeeld ten opzichte van de nog steeds zich voltrekkende toename van de bevolking in Nederland. Helaas kunnen we niet alles aflezen uit de absolute getallen die gegeven worden. En we zien ook de verhalen ‘erachter’ niet weerspiegeld in de cijfers. Maar feit is wel dat de tendens die over de afgelopen decennia zichtbaar wordt ook in het voorbije jaar heeft doorgezet: de getallen dalen. Hoe je dat allemaal precies moet interpreteren, daar kun je verschillend over denken. Maar het feit ligt er. En zo functioneert een jaarboek ook op een bepaalde manier als thermometer van de kerk. Waarbij ik vanuit mijn professie constateer dat we er als kerken goed aan doen de vinger, missionair gezien, stevig aan de pols te houden.
Jan van ’t Spijker, Hoogeveen
D. Quant, R.W.J. Soeters en H.J.Th. Velema (red), Jaarboek van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland 2018, Buijten & Schipperheijn: Amsterdam 2018, 320 p., € 12,30, ISBN 978 90 5881 965 9