Jezus noemt in zijn bergrede zes opvallende tegenstellingen. Daarbij haalt Hij eerst een regel uit de traditie aan. Daartegenover stelt Hij dan zijn eigen woord: 'Maar Ik zeg u …' Tot nu toe zijn in ons kerkblad vier antithesen besproken. Deze week komt de vijfde antithese aan de orde, waarin Jezus zijn discipelen zachtmoedigheid leert (Mat.5,38-42).
Je gaat bij McDonalds een hapje eten. Feest voor de kinderen! Dan komt er een juffrouw van de bediening langs, met een bestelling. Ze is gehaast en moet plotseling uitwijken voor iemand. Het dienblad vliegt door de lucht, en de koffie valt over je kleren. Niet leuk, heel vervelend zelfs. Zoiets gebeurde in de VS, waarna een en ander moest worden goed gemaakt. Wat er moest gebeuren? Er werd gepraat en gepraat, maar de klant was niet snel tevreden. Hij wilde een schadevergoeding. Er werd een advocaat ingeschakeld en een fikse schadevergoeding geëist. McDonalds werd voor de rechter gesleept.
Wraak
In de VS weten advocaten wel raad met bedrijven en individuen die schade hebben veroorzaakt. En in Nederland? Zo erg is het in ons land (nog) niet. Maar is ons land helemaal vrij van dergelijke praktijken? Hoe reageren mensen om ons heen doorgaans op kwaad dat hen is aangedaan?
Er zijn culturen waarin deze manier van omgaan met kwaaddoeners, heel ver gaat. Heeft iemand een familielid kwaad gedaan, dan moet de dader daarvoor boeten. Dan kan er zelfs bloed vloeien. Het gevolg van deze bloedwraak is dat de ene gewelddaad de andere uitlokt. Van nature willen wij het recht in eigen hand nemen, en lijken enigszins op Lamech, een van de nakomelingen van Kaïn. Deze figuur uit de oudheid liet zich leiden door wraakgevoelens (Gen.4,3-24). Maar hij deed meer dan alleen maar opkomen voor zichzelf. Hij betaalde wie hem kwaad had gedaan, de ander dubbel en dwars terug. Had hij een wond opgelopen, dan sloeg hij degene die dat op z'n geweten had, dood. Had een jongen hem een striem toegebracht, dan moest deze dat met de dood bekopen. Lamech was een wreed man. Hij verzette zich uit alle macht tegen het kwaad.
Tubal-Kaïn
Zijn zonen waren waarschijnlijk niet anders. Tubal-Kaïn, die als eerste in de geschiedenis ijzeren en koperen voorwerpen maakte, heeft ongetwijfeld speerpunten en zwaarden gemaakt. Zachtmoedigheid was een woord waarvan mensen na de zondeval niet wilden weten. Datzelfde was het geval bij de oude Grieken en Romeinen. Ze gingen ervan uit dat je pas een echte man was als je opkwam voor je rechten. Hoezo zou je daarvan moeten afzien? Het woord 'zachtmoedigheid' kwam ook in hún woordenboek niet voor. Maar is dat vandaag de dag anders? Geweld is nog steeds aan de orde van de dag. Mensen verzetten zich met eigen machtsmiddelen tegen het kwaad dat hen is aangedaan.
De HERE God heeft echter in het oude Israël paal en perk gesteld aan dit eigenrecht. Mozes leerde de Israëlieten dat zij het recht niet in eigen hand mochten nemen. Een begrijpelijke regel. Wie dat immers wel doet, gaat gemakkelijk een grens over. Je laat je dan maar al te gemakkelijk leiden door wraakgevoelens. Daarom gaf de HERE rechters. Had iemand een misdaad begaan, dan moest daar een gepaste straf tegenover staan.
Een van die regels uit het mozaïsche recht was: oog om oog en, tand om tand, en ook: leven om leven, hand om hand, voet om voet (Deut.19,21). Als iemand een mens doodslaat, moet ook de dader worden gedood. Als iemand zijn volksgenoot lichamelijk letsel toebrengt, zal hem het gelijke worden gedaan: breuk voor breuk. Hetzelfde letsel dat hij een mens heeft toegebracht, zal hem worden toegebracht (Lev.24,19-20). Deze regel past binnen de opvattingen over het recht in de wereld van het oude Midden-Oosten.
Eigenrecht
Maar er is meer. Deze regel moest voorkomen dat mensen het recht in eigen hand zouden nemen. Ze beperkte het familierecht en ging de bloedwraak tegen. Rechters moesten zorgen voor de juiste maat in het strafrecht. Iemand die schuldig was aan een misdaad mocht niet buitenproportioneel worden gestraft. De regel stelde paal en perk aan het eigenrecht; mensen mogen hun wraakgevoelens niet de vrije teugel laten.
In de praktijk werd de regel 'oog om oog' niet altijd letterlijk toegepast, of misschien ook wel heel vaak niet, en werd een geldboete opgelegd. Zo was de regel in elk geval in de tijd van Jezus.
Jezus sluit zich in zijn onderwijs over zachtmoedigheid bij deze regel aan. Mensen waren in zijn tijd de achtergrond van de genoemde regel vergeten en namen het recht in eigen hand.
Daarom wijst Jezus op de achtergrond daarvan. Is er iemand die jou kwaad heeft gedaan, dan moet je dat aan de bevoegde instanties overlaten. En hij gaat ook nog een stap verder. Verzet je niet tegen wie je kwaad doet. Laat je niet leiden door wraakzucht, maar door de liefde. De liefde zoekt het goede voor haar naaste, en niet zijn ondergang, ook al heeft hij haar kwaad gedaan.
(Volgende week het tweede en laatste artikel over deze vijfde antithese.)
D.J. Steensma, Feanwâlden