Wat ik van de kerk vind? Wanneer je dat aan een 25-tal personen zou vragen, krijg je misschien wel even zoveel verschillende antwoorden. Je zou die vraag ook kunnen stellen aan drie personen in de lijn der geslachten. En dan? Drie totaal verschillende antwoorden of zitten er ook overlappingen in? Ik sprak hierover met Sybren Sijtsma (88), zijn dochter Martha Hellinga-Sijtsma (52) en kleindochter Annieke Hellinga (21).
Sybren is weduwnaar. Twee keer heeft hij een echtgenote naar het graf moeten brengen. Nu woont hij samen met zijn Geertje. Hij heeft jaren in de bouw gewerkt en mocht op zijn 57-ste met de VUT. In de CGK van Dokkum heeft hij diverse perioden mogen dienen als ouderling.
Martha, getrouwd met Dirk, is heel bewust gestopt met werken toen ze kinderen kreeg. Vrijwilligerswerk in z’n algemeenheid en met name ook voor de kerk is haar niet vreemd. Nu de kinderen volwassen zijn, heeft ze werk gevonden in de thuiszorg. Al 25 jaar zingt ze samen met haar man bij gospelkoor De Regenboog.
En dan Annieke. Sinds kort in het bezit van haar PABO-diploma. En nu mag ze aan de slag op twee basisscholen in de regio. O ja, haar vriend heet Dennis. In de kerk is ze actief bij de kinderkerk en ook speelt en zingt ze in één van de twee bands die de CGK van Dokkum rijk is.
Kerk belangrijk?
‘Heel belangrijk’ vertelt Sybren, ‘Ik kan daar geestelijk voedsel krijgen. Toen ik jong was vond ik dat en nu nog. Ik moet wel eerlijk bekennen dat ik soms kritisch naar de preken luister. Vooral als er een algemene verzoeningsleer wordt verkondigd. Maar over het algemeen ben ik positief. Naar de kerk gaan was voor mij nooit een automatisme. Het was voor mij juist een vreugde. Nu ik oud geworden ben luister ik thuis samen met Geertje naar de kerkdiensten. Maar ik mis de gemeenschap en het samen zingen nu wel. Ik ben nooit met tegenzin naar de kerk gegaan’.
Martha ging in haar jeugd wel eens met tegenzin naar de kerk. Maar die tegenzin is helemaal verdwenen. Voor Martha is de kerk bij uitstek de ontmoetingsplek voor mede christenen, jongeren en ouderen, ’s morgens en ’s middags. Ze wordt gevoed door de preken en vooral het samen zingen is een vreugde voor haar.
Voor Annieke is een ontmoeting met mede christenen ook belangrijk maar dat hoeft voor haar niet per se in de kerk. ‘God loven en zijn Woord horen en daarvoor elke zondag naar de kerk? Misschien is dat wel een generatieverschil. Het is ook maar net welke dominee er preekt. Het mag van mij ook wel wat vrolijker in de kerk. Velen zitten met een ernstig gezicht in de kerk. En het zingen? Ik ervaar soms meer van God in het zingen van een mooi opwekkingslied dan in het zingen van een psalm’, aldus Annieke.
Haar pake Sybren is het daar niet mee eens. Hij heeft soms het gevoel dat de jeugd overheerst. En die Engelse liederen? Hij houdt er niet van. Voor hem zijn de psalmen, waarmee hij is opgegroeid, een rijke schat waar je bij het ouder worden veel steun aan hebt. ‘In de psalmen komen alle elementen van ellende verlossing en dankbaarheid tot uiting. En daar gaat het om’, vindt Sybren. Martha is van mening dat er in de kerk met bijna iedereen rekening wordt gehouden. Martha zou de psalmen ook niet graag willen missen, maar er zijn ook mooie gezangen. En qua inhoud is er ook veel goeds te vinden in de Opwekkingsbundel.
Traditie of . . . .
‘Het gaan naar de kerk en hoe ik dat beleef, heeft mijn geloofsleven wel gevormd’, vertelt Martha. Ze hoopt dat anderen aan haar kunnen zien hoe belangrijk het geloof voor haar is. Uiteraard doet ze veel uit gewoonte. Maar of alles volgens traditie moet blijven zoals het vroeger was, is voor haar niet echt noodzakelijk. ‘Is traditie geen mensenwerk? Misschien heb ik er daarom wel niet zoveel met traditie. De liturgie mag best eens in een ander jasje. Volgens mij hoef je niet steeds aan het oude vast te houden’. Ook Annieke deelt die mening. Ze vindt het ook wel mooi als soms de wet wordt voorgelezen op een eenvoudige manier zodat kinderen ook begrijpen wat nu eigenlijk bedoeld wordt.
Alle drie zijn ze het er over eens dat veel tradities cultuur bepaald zijn en daarom ook voor verandering vatbaar. Maar er zijn ook tradities in de kerk die door Jezus zijn ingesteld en daarom valt daar niet aan te tornen. ‘Bijvoorbeeld de viering van het Heilig Avondmaal’, vult Annieke aan.
Ook opvoeding speelt een belangrijke rol in het leven van alle drie. Martha: ‘Van mijn vader heb ik geleerd actief bij de kerk te blijven. Maar ook hoe je naar een preek moet luisteren. Zit er bijvoorbeeld ook een waarschuwend element in want de dominee praat niet alleen maar tegen bekeerde mensen. Maar ook het trouw zijn heb ik van hem meegekregen. Daar ben ik hem erg dankbaar voor.’
Annieke denkt dat ze het geloof van haar ouders heeft meegekregen. Een jaar of tien geleden moest ze van haar vader Johannes 3, 16 uit haar hoofd leren. Ze heeft het altijd onthouden. En wanneer ze nu die tekst nog moet opzeggen dan wordt het: 'Want alzo lief heeft God mij gehad …' Heel persoonlijk. ‘Maar vergeet ook niet het zingen en de muziek. Ook dat heb ik van mijn ouders meegekregen’, aldus Annieke.
Preek
De verkondiging van het Woord en de uitleg daarvan (de preek) blijft voor alle drie het belangrijkste in de eredienst. En ook over de inhoud daarvan is men het wel eens. Volgens Sybren was vroeger het taalgebruik wel plechtiger. Het valt hem op dat tegenwoordig veel predikanten niet meer een echte preektoon hebben, maar praten zoals ook in het dagelijks leven. En dat waardeert hij. En de inhoud? Martha: ‘Alstublieft geen zoetsappig verhaal. Jezus moet centraal staan in de preek. Zijn liefde voor zondaren, daar draait het om. Ook Annieke is die mening toegedaan. Volgens haar moet aan de gemeente de tegenstelling tussen hemel en hel wel verteld worden, hoewel dit niet angstaanjagend mag zijn. Niet zo nu en dan maar in elke dienst mag dat wel aan de orde komen. ‘Is iedereen die in de kerk zit bekeerd? Daarom mag best de ernst van het evangelie verkondigd worden’, aldus Annieke. Zij vindt het ook belangrijk dat in de preek besproken wordt wat wij van de geschiedenis en de verhalen uit de Bijbel kunnen leren. En hoe we dat nu kunnen toepassen.
Haar pake knikt instemmend en vult aan met de woorden: ‘De toepassing moet niet vergeten worden, want je zit tenslotte ook in de kerk om iets te leren’.
Tenslotte
Sybren spreekt met veel waardering over zijn jonge jaren. Iedere zondagavond ging hij naar de jongelingsvereniging. Daar leerde hij een mening te vormen. Hij is ook blij te horen dat zijn kleindochter Annieke, wanneer ze kinderen krijgt, deze gelovig wil opvoeden, mee wil nemen naar de kerk, hen uit de Bijbel wil voorlezen en liederen aan wil leren. ‘Maar uiteindelijk moet de Heilige Geest dit allemaal bewerkstelligen’, vult haar moeder Martha aan.
Sybren: ‘Ik hoop dat ook alles wat ik heb doorgegeven niet voor niets is geweest. Ik heb steeds geprobeerd een voorbeeld te zijn voor mijn kinderen en kleinkinderen, waarbij het begrip trouw centraal stond. Ik bid dan ook van harte dat ze dat ook steeds weer doorgeven. Want Gods werk moet doorgaan, ook voor de geslachten na ons.
Pieter Sijtsma, Dokkum