Moeten we ons als kerk altijd maar houden aan de traditie die al zo lang geldt? Die vraag kom je vandaag regelmatig tegen als je serieus bezig bent met kerk-zijn. Waarbij alleen al het woord ‘traditie’ van alles en nog wat oproept. De een krijgt er bij voorbaat de kriebels van, terwijl een ander …!
Aan het begin van dit nieuwe seizoen is het goed om eens op een andere manier naar het begrip ‘traditie’ te kijken. Zodat het in een ander licht komt te staan. Ik doe dat vanuit een opmerking die ik een keer tegenkwam, en die op het volgende neerkwam: ‘iemand die tot geloof komt, krijgt een adoptief verleden erbij. Het hele verleden van de kerk wordt zijn of haar verleden. Want een nieuwe gelovige wordt verbonden aan het volk van God dat bestaat uit alle geslachten van de aardbodem en dat – als meest opmerkelijk gegeven – is vastgemaakt aan de hele geschiedenis van Israël. Een nieuwe gelovige gaat deel uitmaken van de grote wereldwijde familie van gelovigen waarvan het begin tot op Abraham teruggaat.’
Toen ik dat las, realiseerde ik me hoe waar dit is. En lichtte er in mijn denken een stuk geschiedenis op van jewelste. Waarbij ik besefte dat achter die hele geschiedenis vooral Gods bezigheid te zien is. De Bijbel wijst daar op.
Gericht op God
Sta daar eens bij stil, nu we in de kerk weer aan het werk gaan. Want waar gaan we dan mee aan het werk? En waar gaat het dan om in dat werk? Gaat het om wat wij allemaal doen, in de lijn van onze kerkelijke traditie, of juist los van elke traditie, omdat die als belemmerend geldt?
Vanuit de opmerking die ik las wordt kijken naar de kerk wel wat anders. De lens wordt veel meer gericht op God, en op de dingen die Hij gedaan heeft en doet. Het gaat in de kerk niet om ons religieuze of godsdienstige bezig zijn – hoe wezenlijk dat ook allemaal is. Dat is niet het eerste. Het eerste is wat God doet. Want de kerk is Gods werk. De kerk is er omdat God zijn werk aan het verrichten is. En de Bijbel laat zien waar dat werk op gericht is: op de redding en verlossing van mensen en van de hele schepping. Daar lezen we al van in Genesis 3 als God zijn heilsplan – in de moederbelofte – aankondigt. Hij geeft er concreet handen en voeten aan in zijn reddend optreden voor en onder Israël. En dan zie je aan het begin van die geschiedenis van Israël de figuur van Abraham, in wie (Gen.12,3) alle geslachten van de aardbodem gezegend zullen worden. Ook dan draait het dus om het heilsplan van God dat heel de schepping omvat. Daar stuwt het naartoe. En dat spitst zich allemaal toe in de komst van de Messias van Israël, de eniggeboren Zoon van God, Jezus Christus, de Heiland der wereld. Dan komen we op het kruispunt van heel de geschiedenis, als Christus in zijn dood en opstanding het eeuwige Koninkrijk van God voorgoed fundeert. En sinds Pinksteren gaat het nog steeds door: de Opgestane werkt door zijn Geest het door Hem tot stand gebrachte heil uit. Hij deelt het uit doordat Hij mensen tot Zich trekt en – door zijn Geest – leert geloven. Hij lijft ze in, in zijn lichaam, en maakt ze deel van het volk dat onderweg is naar de toekomst die aanstaande is.
Heilswerk
Dat is wat ons in de verkondiging van het evangelie wordt overgeleverd. Dat is de traditie in de meest diepe zin van het Woord (met hoofletter). En dat is waar het in de kerk om gaat: om dat heilswerk van God, waarin Hij mensen opneemt en meeneemt, onderweg naar zijn toekomst.
Realiseren we ons wat dat betekent? Als ik tot geloof kom, als ik door Gods Geest leer me aan deze God toe te vertrouwen, ga ik ontdekken dat ik een plekje krijg in die hele lange geschiedenis waarin God, al vanaf dat eerste begin het heil aan het uitwerken is, tot in de eeuwigheid toe. Ik ga deel uitmaken van die geschiedenis, die Hij begon en die Hij voleindigt, en ik mag – met al Gods kinderen uit alle delen van de wereld – mee onderweg zijn naar de toekomst die in Christus vastligt. Ik kom te staan in die lange traditie waarin niet alleen maar verteld, maar waarin vooral ook beleefd mag worden dat God echt aan het werk is. Reddend en bevrijdend. Verlossend en levendmakend. Zoals Hij het al deed voor en in Israël. En zoals Hij het helemaal deed in Jezus Christus. Daar is Hij, door de Geest, tot op de dag van vandaag nog mee bezig. Ook in mijn leven. Ook voor mij. Op weg naar zijn toekomst. Want daar naartoe neemt Hij ook mij mee.
Ik hoop van harte dat we als kerken in het komende seizoen voluit in deze traditie staan, en dat we die laten gelden in het gemeentezijn. Dat maakt meteen – denk ik – klein en bescheiden over wat wij allemaal doen. Het zet al ons bezig zijn in het juiste perspectief. Omdat het ons stil maakt over wie God is, en bij wat Hij ook vandaag doet.
J. van ’t Spijker, Hoogeveen