De meesten van u kennen C.S. Lewis wel van zijn boeken over Narnia. Ze zijn bekend geworden in veel landen en in veel talen vertaald en verfilmd. Maar Lewis heeft veel meer geschreven. Natuurlijk veel wetenschappelijke boeken, maar nadat hij op 32-jarige leeftijd tot de conclusie gekomen was dat de 'mythe' van het christendom wel waar moest zijn, schreef hij ook boeken als Het probleem van het lijden, en christelijke science fiction, de Ransomtrilogie.
Ook hield hij radiotoespraken over religieuze onderwerpen. Het verhaal gaat, dat hij in 1940, tijdens een saaie preek, een idee kreeg voor iets als een briefwisseling tussen duivels. De bedoeling was om de kunst van het verleiden vanuit een andere invalshoek te belichten. Hij werkte dat verder uit en in 1941, tijdens de oorlog, verscheen in het Anglicaanse weekblad «cursief» The Gardian «einde cursief» een wekelijkse feuilleton van eenendertig brieven: The Screwtape letters , in Nederland vertaald als Brieven uit de hel.
Het boek
Ene Schroeflik, een ervaren duivel, leert zijn neefje Galsem, een duivel in opleiding, de fijne kneepjes van het vak. Hoe breng je christenen ertoe hun geloof af te zweren? Schroeflik kent de mensen goed, hij weet van hun zwakke plekken en hoe hij daarvan gebruik kan maken. Hoewel, zo zegt hij tegen Galsem, de Vijand op dit punt een ontzaglijke voorsprong heeft: Hij kent de mensen beter dan wij, Hij is tenslotte zelf Mens geweest… Hij drukt zijn neef op het hart dat er maar één ding belangrijk is: de tendens waardoor de ‘patiënt’ zich naar de Vijand toe dan wel naar ons toe beweegt!
Een voorwoord
In 1960 verscheen Schroeflik heft het glas. Schroeflik gaat met pensioen en houdt bij zijn afscheidsdiner een rede zoals alleen duivels dat kunnen. Lewis heeft bij deze rede een voorwoord geschreven, waarin hij ook vragen van lezers beantwoordt. Dit voorwoord is minstens zo interessant als het boek.
De meest gestelde vraag is volgens Lewis of ‘ik echt in de duivel geloof’. Zijn antwoord, in het kort: De duivel is niet net als God van alle eeuwigheid, iemand die op zichzelf staat. Er bestaat geen ongeschapen wezen behalve God … Duivel is het tegendeel van engel, maar dit slechts op een manier waarop een Slecht Mens het tegendeel is van een Goed Mens. De duivel is niet het tegendeel van God, maar van de aartsengel Michaël.
Het schrijven van de brieven ging Lewis heel gemakkelijk af. Hij had nog nooit iets vlotter geschreven dan dit boek, maar ook nooit met zo weinig plezier. 'Al sprekend via Schroeflik moest ik mij in een bezigheid verplaatsen die een en al stof en gruis, dorst en jeuk betekende. Ieder spoor van schoonheid, frisheid en vriendelijkheid moest ik er buiten laten. Tegen het einde was ik er bijna in gestikt.'
De gevolgen
De Screwtape letters maakte Lewis in één klap beroemd. De brieven inThe Gardian werden opgemerkt en onder de aandacht gebracht van uitgever Geoffrey Bles en hij bood aan ze in boekvorm uit te geven. Een jaar later werd het boek in de Verenigde Staten uitgegeven, waardoor hij plotseling internationale bekendheid kreeg. In Amerika wilden ze meer weten over deze man, zijn eerdere boeken werden nu ook in Amerika uitgegeven. De BBC-afdeling in New York stelde aan het Broadcasting House in Londen voor om meer Amerikaanse zendtijd aan Lewis te besteden, om de grote belangstelling voor zijn nieuwe benadering van religieuze onderwerpen.
Ondanks deze belangstelling deed het zijn reputatie in Oxford geen goed. Op de titelpagina van zijn boek noemde hij zichzelf ‘Fellow of Magdalena College, Oxford’. Hij kreeg te horen dat een dergelijk populistisch werk de academische standaard devalueerde.
In Nederland verscheen de eerste druk van «cursief» Brieven uit de hel «einde cursief» in 1947. Intussen zijn we meer dan twintig herdrukken verder, de laatste is uit 2016. Ik denk dat het goed is om het boek te lezen, maar verwacht niet dat u er veel plezier aan zult beleven. Ik ben wel vier keer opnieuw begonnen, het is zoals Lewis al zei, ‘een en al stof en gruis’, maar het opent wel je ogen voor een ‘onder’wereld waar we terdege rekening mee moeten houden.
Janneke van der Molen, Bierum