Donderdag 18 oktober kwamen om vier uur ’s middags alle afgevaardigden naar de classis samen in de kerk van Siegerswoude-De Wilp. Ds. D. van der Zwaag opende de vergadering met woorden uit 1 Korinthiërs 3, waar het gaat over het fundament Jezus Christus. Daarop moeten wij bouwen met vuurbestendig werk.
Na deze opening en benoeming van het moderamen komen we al spoedig toe aan de bespreking van de visitatierapporten en verslagen naar art. 41 K.O. Voor dit agendaonderdeel wordt ruim de tijd genomen. Diverse afgevaardigden hebben vragen bij de verslagen van de afgelegde visitatiebezoeken. Soms alleen verhelderende vragen, soms ook komen moeilijke zaken op tafel te liggen, zoals de soms grote verschillen in ‘ligging’, die een stukje van de gebroken werkelijkheid laat zien, die juist ook in de gemeente van Christus zichtbaar wordt, omdat –wonderlijk!- de Heere Zijn kerk bestuurt door inzet van mensen. En waar mensen werken, worden fouten gemaakt; worden soms beslissingen gemaakt die de gemeente niet ten goede komen. Zo wordt enerzijds heel eerlijk gesproken over de pijn van ‘gesloten kansels’. Aan de andere kant worstelen samenwerkingsgemeenten soms met de verschillende kerkorden en afspraken waarmee omgegaan moet worden. Toch doen we tijdens de vergadering een appel op elkaar om elkaar vast te blijven houden en de eenheid te blijven zoeken. We hebben immers allen de roeping om het ambtswerk te doen binnen de gemeente, die niet van ons is, maar van onze Heere en Heiland Jezus Christus. Het moet ons altijd gaan om Zijn Heilige Naam. Het was een goede bespreking, en het is
een goede zaak om voor deze bespreking de tijd te nemen: vormt immers het onderlinge toezicht op elkaar als gemeenten niet één van de belangrijkste onderdelen van het classiswerk? Er was ruimte om zorgen binnen eigen gemeente met elkaar te delen; om elkaar te bevragen en elkaar te bemoedigen naar aanleiding van de verslagen. De gemeente van Damwâld organiseert dit keer de classicale ambtsdragersconferentie, die op 3 december gehouden wordt met medewerking van de beide jeugdbonden LCJ en CGJO. Verschillende ingekomen stukken werden besproken, waaronder een instructie ten aanzien van artikel 70, lid 4 van de kerkorde. Deze instructie wordt doorgestuurd naar de particuliere synode van het Noorden. Ook ligt er een vraag van deputaten eenheid om een convent te organiseren om het gesprek aan te gaan met alle kerken van die denominaties uit de regio, die de gereformeerde confessie als grondslag hebben. Hoewel de classis dit inhoudelijk een goed initiatief vindt, blijkt er te weinig animo om een commissie samen te stellen die het nodige voorbereidende werk moet doen. Ook ligt er een schrijven van deputaten vertegenwoordiging. In de notitie van deputaten vertegenwoordiging staat de vraag centraal: ‘wat bindt ons als kerken die bij hun lezen in en leven uit de Bijbel de gereformeerde belijdenis onder
schrijven?’ ‘De gereformeerde belijdenis vormt de basis van ons kerkelijk samenleven.’ Met dat uitgangspunt bespraken we verschillende vragen, aangedragen door deputaten. Alle afgevaardigden gingen in groepjes uiteen voor een uitgebreide bespreking. Er werd van hart tot hart gesproken over de prachtige inhoud van de gereformeerde belijdenis (drie formulieren van enigheid); onze binding aan die belijdenis en de betekenis daarvan in het aanvaarden van elkaar op basis van diezelfde belijdenis. We moeten ook onderkennen dat de belijdenis tijdgebonden geschriften zijn, die niet op alle hedendaagse vragen antwoord geven. De plenaire bespreking achteraf liet zien hoe waardevol en breed gedragen de gereformeerde belijdenis is, waaraan alle gemeenten zich verbonden weten. We konden naar elkaar uitspreken dat we de gereformeerde belijdenis van harte naspreken. Dat mag dan ook de basis zijn voor onderlinge aanvaarding waarmee we elkaar vasthouden. Dat is een uitdaging, maar ziende op de Koning van de kerk mogen we vol vertrouwen verder gaan. De vergadering werd afgesloten met bemoediging vanuit Gods Woord: Hij Die u roept, is getrouw, Hij zal het ook doen. We zien terug op een goede vergadering.
Ds. A.A.L. Aalderink, assessor