Hoofd, hart en handen. Die drie dienen in het leven van de kerk in balans te zijn. Ik ben nu net weer met een groep belijdeniscatechisanten van start gegaan met de 3 V’s: Verstand, Vertrouwen en Verantwoordelijkheid. Klopt het?
In 2017 verscheen er een boek van de hand van hoogleraar Herman Paul met de veelzeggende titel: De slag om het hart. Het boek gaat over secularisatie. Op de achterflap lees ik dat secularisatie niet allereerst over het hoofd of de handen gaat maar over het hart van de mens.
Hoofd
Bij het hoofd gaat het om het kennen van de inhoud van het geloof. Die inhoud kan onderwerp van discussie zijn; over de ‘ware’ leer bijvoorbeeld. Denk bij de rede aan het verschijnsel ‘belijdenis doen van de waarheid’. Dat is geen gelóófsbelijdenis. Het is uitspreken dat iets waar is. Zo’n ‘belijdenis’ kun je ook uitspreken met betrekking tot de stelling van Pythagoras (a² + b² = c²). Die is óók waar. Of – een ander voorbeeld – de rede trekt elke bladzijde van de Bijbel door het filter van het verstand en houdt tenslotte een boek over waarin alleen de mens spreekt en waarin God al nooit gesproken had. Het verstand houdt dan een menselijk plakboek over.
Handen
Bij de handen gaat het om het uiten van het geloof. Die uiting kan ook voorwerp van discussie worden: wat je wel of niet mag/moet doen. Dan kun je in het moeras van het moralisme belanden. Waar de een zegt ‘bemoei je niet met die vergankelijke schepping’ roept de ander dat ‘we in Gods naam alle zeilen moeten bijzetten voor het hier en nu’. Waar de één stelt dat je best op zondag een boottochtje kunt maken, verkondigt de ander dat je op zondag maar met één boot mag bezig zijn, nl. met de boot van Jezus op het meer. Kortom bij moraal zijn de discussies eindeloos en de mogelijkheden onbeperkt.
Wat nu?
Waar de rede of de moraal het heft in handen neemt is het maar al te snel gedaan met de godsdienst zelf! Daarvoor heb je namelijk helemaal geen God of hemel nodig. Stel je een gemeente voor waar alles om hoofd en handen draait. Ieder lid van deze gemeente weet precies wat de inhoud van de leer is en draagt die leer met verve uit. En kijk eens wat wij allemaal doen op grond van wat we met ons hoofd belijden. Zie eens hoe wij die en deze problematieken binnen en buiten de gemeente aanpakken. We weten precies wat we moeten doen en laten.
Laten we een blik werpen in het leven van deze mensen. Ze weten en ze doen. Maar ervaren ze ook? Hoe gaan ze om met een vreugdevolle gebeurtenis? Met pijn? Met lijden? Met schuld? Of met die van anderen. Hun godsdienst biedt er geen ruimte voor. Het is voldoende te ‘weten’ dat God van je houdt. Het is daarnaast een plicht om op een bepaalde manier te leven. Maar het hart komt er niet aan te pas.
Vulling
Als God in een denksysteem zit (of zelfs weg geredeneerd is) en zich ertoe beperkt bepaald gedrag goed te keuren of af te keuren dan moet het hart ergens anders naar toe om vervulling te ontvangen. Dan is die nieuwe laptop wel erg bevredigend. Of nee, toch eigenlijk, de allernieuwste laptop. Dan is mijn familieleven toch wel erg bevredigend. En natuurlijk zeker wel het allerlaatste uitje met elkaar. En voor je het weet is het gemiddelde gemeentelid een op en top consumerend mens van wie het hoofd en de handen bevredigd zijn en van wie het hart door allemaal zaken in deze wereld volledig in beslag genomen wordt. God vervaagt. God verdwijnt. Hij is er eigenlijk niet. Het hart vindt de hemel op aarde. De hemel is opgeslokt door de aarde en heeft geen eigen stem meer. Dat is secularisatie. Maar toch…het voelt niet goed! Je blijft onrustig!
God
Augustinus heeft het destijds onder woorden gebracht: ‘Gij (God) zet hem (de mens) aan om er vreugde in te vinden U te loven, want Gij hebt ons gemaakt naar U, en rusteloos blijft ons hart totdat het zijn rust vindt in U.’ Dat is bijzonder! Ons verlangen gaat – ten diepste - naar God uit! Zo heeft Hij ons gemaakt! De onrust blijft zolang we langs de weg van rede en moraal onze weg trachten te vinden. Dan houden we alleen de dingen van de wereld over. En dan blíjft de onrust! Dan vindt het hart nooit rust in God terwijl dat wel ons diepste verlangen is. Dé uitdaging van de kerk van vandaag zou wel eens deze kunnen zijn: onrustige mensen ondersteunen bij de zoektocht naar God én bij het onderhouden van het leven met God. Hoofd en handen vinden daarna en daarin hun plek. Maar: eerst ons onrustig hart tot rust brengen bij God.
Zwolle
N. Vennik